ECLI:NL:RBBRE:2003:AN8743
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen verkeersboete en procedurele gebreken bij mandatering
In deze zaak gaat het om een beroep dat is ingesteld door een betrokkene tegen een verkeersboete van € 52,00, opgelegd door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen. De gedraging vond plaats op 17 december 2002 te Moerdijk, waar de betrokkene met een personenauto het verkeersbord A1 negeerde. Het beroep is ingediend bij de officier van justitie in Soesterberg, wat in strijd is met artikel 6 lid 1 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), dat vereist dat beroep wordt ingesteld bij de officier van justitie in het arrondissement waar de gedraging heeft plaatsgevonden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat deze afwijkende procedure is geregeld door middel van mandatering door de hoofdofficieren van justitie aan het Bureau Verkeershandhaving Openbaar Ministerie (BVOM). Echter, het mandaat is niet deugdelijk gepubliceerd, wat de kantonrechter als een formeel gebrek beschouwt.
Tijdens de openbare zitting op 6 november 2003, waar het Openbaar Ministerie werd vertegenwoordigd door mr. J.M. Valente, is de betrokkene niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat, ondanks de procedurele gebreken, de betrokkene niet in zijn belangen is geschaad. De betrokkene had de mogelijkheid om te reageren op de beslissing van de officier van justitie, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. De kantonrechter heeft ook het verweer van de betrokkene, dat hij niet in de gelegenheid is gesteld om gehoord te worden, verworpen. De kantonrechter oordeelde dat de motivering van de beslissing van de officier van justitie duidelijk was en dat er geen reden was om te twijfelen aan de nauwkeurigheid van de gebruikte radarapparatuur.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, en aangezien de opgelegde sanctie minder dan € 70,-- bedraagt, is hoger beroep tegen deze beslissing in beginsel niet mogelijk. De uitspraak is gedaan op 20 november 2003 door kantonrechter mr. W.E.M. Verjans in Bergen op Zoom.