ECLI:NL:RBBRE:2003:AN8740
Rechtbank Breda
- Kort geding
- M.M. Steenbeek
- J.A.I. Verheijen-van Gool
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en niet-ontvankelijkheid in kort geding tegen Korpsbeheerder
In deze zaak vordert eiser, een voormalig politiefunctionaris, van de Korpsbeheerder een voorschot op schadevergoeding wegens onrechtmatig handelen. Eiser stelt dat hij ten onrechte is ontslagen, een beslissing die door de Centrale Raad van Beroep op 24 januari 2003 is vernietigd. De Korpsbeheerder heeft als verweer aangevoerd dat eiser niet-ontvankelijk is in zijn vordering omdat hij de verkeerde partij heeft gedagvaard. De voorzieningenrechter oordeelt dat de Korpsbeheerder geen rechtspersoon is, maar een orgaan van de politieregio, en dat de politieregio in plaats van de Korpsbeheerder gedagvaard had moeten worden. Dit formele verweer wordt door de voorzieningenrechter gegrond verklaard, waardoor eiser niet-ontvankelijk wordt verklaard in zijn vordering.
De voorzieningenrechter wijst er ook op dat eiser de mogelijkheid heeft om een nieuwe vordering tot schadevergoeding in te stellen bij de burgerlijke rechter. De voorzieningenrechter benadrukt dat voor toewijzing van een geldvordering in kort geding, er een hoge waarschijnlijkheid moet zijn dat de bodemrechter de vordering later zal toewijzen, en dat er sprake moet zijn van een spoedeisend belang zonder onaanvaardbaar restitutierisico. In deze zaak is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat aan deze vereisten is voldaan, waardoor de vordering niet kan worden toegewezen.
De uitspraak is gedaan op 7 november 2003 door de voorzieningenrechter, die ook de kosten van het geding toewijst aan de zijde van de Korpsbeheerder. Eiser wordt veroordeeld in de kosten van het geding, die zijn begroot op € 909,-, inclusief het salaris voor de procureur.