3.1
Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen van partijen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
- Ester, dochter van eisers, is direct na haar geboorte op 12 mei 2003, tijdens het transport naar het Amphia, gereanimeerd door toediening van zuurstof en hartmassage, en vervolgens na aankomst in het Amphia met masker en ballon beademd.
- Op 16 mei 2003 is Ester met spoed overgeplaatst naar de afdeling neonatologie van het Sophia ziekenhuis, onderdeel van het Erasmus Medisch Centrum (EMC) te Rotterdam, waar Ester werd beademd op de neonatale intensive care unit (NICU).
- Op 23 mei 2003 heeft het EMC, gezien de conditie van Ester bij wie onder meer sprake is van ernstige irreversibele beschadiging van diverse hersencentra, in consensus van de hele vakgroep neonatologie besloten tot een NR-beleid. (NR betekent: niet reanimeren)
- Omdat eisers niet met de NR-beslissing konden instemmen heeft het EMC op 28 mei 2003, uit respect voor de ouders om hen meer tijd te gunnen om de situatie van Ester te accepteren, die beslissing teruggenomen
- Op verzoek van het EMC heeft professor dr. L.S. de Vries, hoogleraar neonatologie, verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Utrecht, op 5 juni 2003 een second opinion gegeven over de conditie van Ester, de conclusie luidt: Wij zouden grote moeite hebben om mee te gaan met de wens van de ouders, gezien de te verwachten slechte kwaliteit van leven bij Ester.
- Op 8 juni 2003 heeft het EMC aan dr. van Beek verzocht of het Amphia de behandeling van Ester kon overnemen.
- In antwoord op een verzoek van het EMC aan het Radboudziekenhuis, onderdeel van het Universitair Medisch Centrum (UMC) te Nijmegen, om, na overplaatsing van Ester naar het Amphia, de behandeling van Ester over te nemen en in geval van beademing deze in Nijmegen uit te voeren, heeft dr. Liem, neonatoloog bij het Radboud Ziekenhuis, bij brief van 17 juni 2003 aan het EMC medegedeeld:
Gezien de uiterst sombere cerebrale prognose zoals door u en uw collega de Vries is verwoord, zijn wij van mening dat wij in dit geval ook een NR-beleid willen uitvoeren.
- Op 18 juni 2003 is Ester overgeplaatst naar het Amphia, met de afspraak dat het EMC, indien nodig, de behandeling van Ester over zal nemen indien er een IC-indicatie bestaat.
- Het Amphia heeft de behandeling van Ester voortgezet, waarna Ester, met instemming van het Amphia, drie keer met eisers naar huis is gegaan.
- De eerste keer trad na twee weken een longontsteking op, waarna Ester van 24 juli tot en met 5 augustus 2003 wederom op de NICU van het EMC werd opgenomen, waar zij tot 2 augustus 2003 aan de PRVC-beademing lag.
- De andere twee keren werd Ester binnen een dag na ontslag weer in het Amphia opgenomen vanwege ernstige ademhalingsproblemen.
- Na afstemming met diverse collega's kwam de vakgroep kindergeneeskunde van het Amphia tot de consensus dat een eventuele volgende reanimatie van Ester medisch zinloos zou zijn.
- Op 12 september 2003 kwam dr. Temmen, neuroloog bij het Amphia, die ter toetsing van de NR-beslissing door de vakgroep kindergeneeskunde in consult werd gevraagd, tot een gelijkluidend oordeel.
- Op verzoek van het Amphia om een beoordeling te geven over de verdere zorg heeft dr. K.F.M. Joosten, kinderarts-intensivist van het EMC, Ester op 17 september 2003 gezien. Zijn conclusie luidt:
Sinds ontslag alhier(24 juli 2003) een klinisch respiratoir verslechterend beeld met herhaaldelijk saturatiedalingen en bradycardieën, waarbij het dyscomfort van Ester in toenemende mate op de voorgrond staat. Gezien het klinische verloop van Ester, in combinatie met de slechte neurologische prognose die door meerdere collega's is uitgesproken, vinden wij andermaal dat er geen medische indicatie is om Ester kunstmatig te gaan beademen of cardiaal te ondersteunen. Wij zijn van mening dat er gestreefd moet worden naar maximaal comfort voor Ester en dat de benauwdheidklachten adequaat ondersteund dienen te worden met medicamenten.
- Nadat dr. van Beek eisers had medegedeeld dat en hoe hij tot zijn beslissing was gekomen om Ester niet opnieuw te reanimeren, konden eisers niet met deze beslissing instemmen. Eisers gaven daarbij te kennen uit geloofsovertuiging te verwachten dat Ester nog volledig zal genezen.