ECLI:NL:RBBRE:2003:AF7855
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.G.M. Wouters
- G.M.J. Kok
- C.J.M. Volkers
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit toekenning WAO-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), van 19 september 2002, waarin een WAO-uitkering werd toegekend. Eiser, die als timmerman werkte, is in maart 2001 arbeidsongeschikt geraakt door rugklachten. Na medisch en arbeidskundig onderzoek heeft verweerder op 8 mei 2002 een WAO-uitkering toegekend, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 35 tot 45%. Eiser is van mening dat zijn klachten ernstiger zijn en dat hij slechts 20 uur per week kan werken.
De rechtbank heeft de zaak op 27 februari 2003 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, mr. J. Visch, aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen bij eiser niet te geringe medische beperkingen hebben vastgesteld. De bezwaarverzekeringsarts heeft de medische gegevens bestudeerd en geconcludeerd dat de door de primaire verzekeringsarts aangegeven mogelijkheden juist zijn. De rechtbank heeft het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) als hulpmiddel voor de verzekeringsarts en arbeidsdeskundige geaccepteerd en geen strijdigheid met de WAO vastgesteld.
De rechtbank heeft de geschiktheid van eiser voor de functies van interieurverzorger, sjouwer/opperman/hulpbouwvakker en meteropnemer beoordeeld. Hoewel de rechtbank twijfels had over de functie van interieurverzorger, concludeerde zij dat de functie van portier/bewaker/toezichthouder als vervangend kan worden beschouwd. De rechtbank heeft uiteindelijk geoordeeld dat de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser per 11 maart 2002 terecht op 35 tot 45% is vastgesteld en heeft het beroep ongegrond verklaard.