ECLI:NL:RBBRE:2002:AF6432
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toestemming tot opzegging van de arbeidsovereenkomst en de rol van de Ondernemingsraad
In deze zaak verzocht de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Albracht DM & FS B.V. de kantonrechter om toestemming te verlenen voor de opzegging van de arbeidsovereenkomst met [verweerder]. De kantonrechter, mr. W.E.M. Verjans, behandelde het verzoek op 11 oktober 2002. De zaak kwam voort uit een conflict waarbij [verweerder] als lid van de Ondernemingsraad optrad en naar eigen zeggen werd tegengewerkt door Albracht, wat leidde tot zijn arbeidsongeschiktheid. Albracht had eerder toestemming van het CWI verkregen om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, maar [verweerder] verzocht de kantonrechter deze toestemming te onthouden.
De kantonrechter beoordeelde of er een causaal verband bestond tussen het lidmaatschap van [verweerder] van de Ondernemingsraad en het verzoek tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor het door [verweerder] gestelde verband. De discussie over de functie van [verweerder] bij Albracht was niet voldoende onderbouwd met bewijs dat deze discussie voortkwam uit zijn rol in de Ondernemingsraad.
Uiteindelijk verleende de kantonrechter Albracht toestemming om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] op te zeggen en veroordeelde [verweerder] in de proceskosten, die op dat moment waren begroot op € 578,00, inclusief gemachtigdensalaris. De beslissing werd genomen in het kader van de procedure die was gestart door Albracht, waarbij de kantonrechter de relevante feiten en argumenten van beide partijen in overweging nam.