ECLI:NL:RBBRE:2002:AF1381

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
10 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
240323 MB VERZ 02-43
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van niet-ontvankelijkheid in hoger beroep inzake administratieve sanctie verkeersvoorschriften

In deze zaak heeft het gerechtshof te Leeuwarden uitspraak gedaan op het hoger beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Breda, gedateerd 10 september 2002. De kantonrechter had het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard, omdat de betrokkene niet binnen de in artikel 11, derde lid, van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV) gestelde termijn zekerheid had gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie. De betrokkene had ook niet binnen een nader gestelde termijn dit verzuim hersteld.

Tijdens het procesverloop heeft de advocaat-generaal de gelegenheid gekregen om een verweerschrift in te dienen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bevestigd, waarbij het heeft geoordeeld dat de kantonrechter terecht tot de conclusie is gekomen dat de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard diende te worden. De betrokkene heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd die zouden kunnen leiden tot een andere uitkomst.

De beslissing van het gerechtshof houdt in dat de betrokkene in zijn beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, en dat de eerdere beslissing van de kantonrechter wordt bevestigd. Dit arrest is gewezen door mr. Weenink, in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting. De betrokkene heeft de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen, mits hij kan aantonen dat hij wel tijdig zekerheid heeft gesteld of een gegronde reden heeft voor het niet of niet tijdig stellen van zekerheid.

Uitspraak

Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank te Breda
van 10 september 2002
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in te dienen, maar heeft van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
De kantonrechter heeft, uitgaande van zijn - in hoger beroep niet bestreden -vaststelling dat de betrokkene niet binnen de in art. 11, derde lid, WAHV gestelde termijn zekerheid heeft gesteld voor de betaling van de opgelegde administratieve sanctie en dat de betrokkene evenmin binnen een nader gestelde termijn dit verzuim heeft hersteld, terecht het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard. De beslissing van de kantonrechter dient derhalve te worden bevestigd.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter.
Dit arrest is gewezen door mr. Weenink, in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Rechtbank Breda
Sector kanton, locatie Bergen op Zoom
beschikking op een beroepschrift in verband met het bepaalde in artikel 11 lid 3 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
1. Beoordeling
De kantonrechter heeft kennis genomen van het op 30 augustus 2002 door de griffie van de rechtbank ontvangen beroepschrift van [betrokkene], tegen de beslissing van de officier van justitie d.d. 3 mei 2002 alsmede van de daarop gegeven schriftelijke reactie van de officier van justitie, van welke stukken de inhoud als hier ingelast geldt.
De officier van justitie heeft in voormelde schriftelijke reactie, waarvan een afschrift is bijgevoegd, aangegeven dat betrokkene in diens beroep op de kantonrechter niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu zekerheidsstelling achterwege is gebleven en betrokkene ondanks mededelingen omtrent de verplichting tot het stellen daarvan in gebreke is gebleven.
Betrokkene heeft geen feiten of omstandigheden gesteld op grond waarvan zou kunnen worden geoordeeld, dat, hoewel geen zekerheid of niet tijdig zekerheid is gesteld, niet-ontvankelijkheid achterwege moet blijven.
Betrokkene wordt in het beroep derhalve niet-ontvankelijk verklaard.
2. Beslissing
De kantonrechter verklaart betrokkene in het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.E.M. Verjans en uitgesproken op de openbare zitting van 10 september 2002.
Verzonden: 10 september 2002
U kunt hoger beroep instellen tegen deze beslissing bij het gerechtshof te Leeuwarden maar dat kan alleen als u vindt dat u wel tijdig zekerheid heeft gesteld of als u een gegronde reden heeft voor het niet of niet tijdig stellen van zekerheid. Het beroepschrift dient door degene aan wie de sanctie was opgelegd of zijn of haar gemachtigde te zijn ondertekend. Indien u bij de behandeling op de zitting van het gerechtshof te Leeuwarden aanwezig wenst te zijn kunt u dat in uw beroepschrift kenbaar maken.
Het hoger beroep dient u in te stellen door binnen 6 weken na de hierboven genoemde dag van verzending een beroepschrift in te zenden aan de rechtbank Breda, sector kanton - locatie Bergen op Zoom, Postbus 118, 4600 AC.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.