ECLI:NL:RBBRE:2002:AE9946
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van bewind over goederen na herstel van rechthebbende
Op 4 oktober 2002 heeft [verzoeker] verzocht om opheffing van het bewind dat op 10 december 2001 door de kantonrechter te Bergen op Zoom was ingesteld over zijn goederen. [verzoeker] stelt dat hij weer in staat is om zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. Dit verzoek is op 24 oktober 2002 mondeling behandeld, waarbij [verzoeker] aanwezig was. De bewindvoerster, echtgenote van [verzoeker], was wegens ziekte niet aanwezig, maar heeft op 29 oktober 2002 schriftelijk verklaard in te stemmen met de opheffing van het bewind.
De kantonrechter heeft, op basis van de mondelinge behandeling en de schriftelijke verklaring van de bewindvoerster, geoordeeld dat [verzoeker] weer in staat is om zijn belangen van vermogensrechtelijke aard waar te nemen. Eerder was het bewind ingesteld vanwege de gevolgen van een hersenbloeding, maar de kantonrechter concludeert dat [verzoeker] inmiddels volledig is hersteld. Er was geen verdere medische onderbouwing nodig om tot deze conclusie te komen.
Het verzoek tot opheffing van het bewind is ingewilligd, met ingang van 1 november 2002. [verzoeker] heeft verklaard dat hij de bewindvoerster décharge verleent en dat een eindrekening niet meer hoeft te worden ingediend. De kantonrechter heeft het bewindsdossier gesloten. De beschikking is gegeven te Bergen op Zoom op 29 oktober 2002 door mr. W.E.M. Verjans, in tegenwoordigheid van M.P. Verbrugge als griffier.