ECLI:NL:RBBRE:2002:AE1638
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over ontheffing van anti-speculatiebeding in verband met echtscheiding
In deze zaak heeft eiser, wonende te Zevenbergschen Hoek, de gemeente Moerdijk, een kort geding aangespannen tegen de gemeente Moerdijk, vertegenwoordigd door haar College van B & W. Eiser vordert ontheffing van het anti-speculatiebeding dat is opgenomen in de leveringsakte van 30 augustus 1999. Dit beding verbiedt hem om zijn woning te verkopen zonder dat er een maximale verkoopprijs wordt vastgesteld. Eiser stelt dat hij door de echtscheiding en zijn huidige financiële situatie gedwongen is om de woning te verkopen, en dat het beding hem onterecht belemmert in zijn mogelijkheden om dit te doen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser niet alleen in een grote woning woont, maar ook dat hij werkloos is en de lasten van de woning niet meer kan dragen. Eiser heeft aangevoerd dat de voorwaarden die gedaagde aan de ontheffing verbindt, onredelijk zijn en dat hij buiten de groep speculanten valt waarvoor het beding bedoeld is. Gedaagde heeft de vordering bestreden en stelt dat het anti-speculatiebeding is bedoeld om te voorkomen dat er met woningen wordt gespeculeerd en dat de voorwaarden die aan de ontheffing zijn verbonden standaard zijn.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat gedaagde onterecht vasthoudt aan de voorwaarden van het anti-speculatiebeding, gezien de omstandigheden van eiser. De rechter heeft de vordering van eiser toegewezen en gedaagde veroordeeld om binnen vijf werkdagen na betekening van het vonnis ontheffing te verlenen van het anti-speculatiebeding, zonder dat er een maximale verkoopprijs aan de verkoopprijs wordt verbonden. Tevens is gedaagde veroordeeld in de kosten van het geding. Dit vonnis is uitgesproken op 15 april 2002.