ECLI:NL:RBBRE:2001:AD8425
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om gezag en afgifte van minderjarige met internationale aspecten
Op 10 oktober 2001 heeft [verzoeker] een verzoek ingediend bij het kantongerecht te Bergen op Zoom om belast te worden met het gezag over zijn minderjarige kind, [verzoeker] junior, en om de afgifte van deze minderjarige aan hem te bevelen. [oma], de testamentaire voogd, heeft zich op het standpunt gesteld dat zij te goeder trouw heeft gehandeld door [verzoeker] junior naar Duitsland te brengen, met instemming van de vader. De kantonrechter moet oordelen over de bevoegdheid om het verzoek van [verzoeker] te behandelen, gezien de internationale aspecten van de zaak en de toepassing van het Haags Kinderbeschermingsverdrag 1961. De kernvraag is of de kantonrechter bevoegd is om een inhoudelijke beslissing te geven over het verzoek van [verzoeker]. De kantonrechter heeft besloten om de geplande mondelinge behandeling op 20 november 2001 door te laten gaan, om meer informatie te verkrijgen over het bevoegdheidsincident en mogelijk ook een inhoudelijke behandeling van het verzoekschrift te doen. De kantonrechter houdt verdere beslissingen aan tot na deze behandeling.