ECLI:NL:RBBRE:2001:AD5835

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
4 oktober 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
20559\OV VERZ 01-1327
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om akte van bekendheid ter vervanging van geboorteakte in verband met huwelijk

In deze zaak heeft de kantonrechter te Bergen op Zoom op 4 oktober 2001 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] om een akte van bekendheid ter vervanging van een geboorteakte. Dit verzoek was noodzakelijk voor een voorgenomen huwelijk. De procedure begon met de indiening van het verzoekschrift op 4 september 2001, gevolgd door een mondelinge behandeling op 2 oktober 2001. Tijdens deze behandeling bleek dat [verzoeker] slechts twee getuigen had voorgedragen in plaats van de vereiste vier getuigen, zoals voorgeschreven in artikel 1:45 BW. De kantonrechter heeft [verzoeker] erop gewezen dat hij niet kon voldoen aan de wettelijke eisen voor het verkrijgen van de akte van bekendheid, aangezien er niet genoeg getuigen aanwezig waren om de geboorte te bevestigen.

De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat [verzoeker] niet in staat was om de benodigde geboorteakte in Somalië aan te vragen vanwege de oorlogstoestand daar. Ondanks deze omstandigheden kon de kantonrechter het verzoek niet honoreren, omdat de wettelijke vereisten niet waren nageleefd. De kantonrechter heeft het verzoek van [verzoeker] afgewezen en bepaald dat het eventueel door hem betaalde vastrecht zal worden gerestitueerd. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

De zaak benadrukt het belang van het voldoen aan wettelijke vereisten bij het aanvragen van een akte van bekendheid en de gevolgen van het niet kunnen overleggen van de benodigde documenten. De kantonrechter heeft de situatie van [verzoeker] in overweging genomen, maar kon niet afwijken van de wetgeving die vereist dat er vier getuigen zijn om een akte van bekendheid te kunnen afgeven.

Uitspraak

Zaaknr.: 20559\OV VERZ 01-1327
KANTONGERECHT TE BERGEN OP ZOOM
BESCHIKKING ex artikel 1:45 BW
[vezoeker],
wonende te [adres],
verzoeker, hierna te noemen [verzoeker]]
1. Procesgang.
Het verloop van de procedure blijk uit:
- het verzoekschrift ter griffie ingekomen op 4 september 2001;
- de mondelinge behandeling van 2 oktober 2001 en de in dat kader door de griffier gemaakte aantekeningen, alsmede het audiëntieblad van die datum.
2. Het verzoek.
Het verzoek strekt tot afgifte van een akte van bekendheid ter vervanging van een geboorteakte, welke nodig is in verband met een voorgenomen huwelijk van [verzoeker]
3. De beoordeling.
3.1 Op grond van het eerste lid van artikel 45 van boek 1 BW kan een aanstaande echtgenoot, die in de onmogelijkheid verkeerd om de vereiste geboorteakte te vertonen, dit verhelpen door een akte van bekendheid, afgegeven door de kantonrechter van zijn geboorteplaats of woonplaats, op verklaring van vier meerderjarigen getuigen.
Deze verklaring (artikel 1:45, tweede lid BW) houdt de vermelding in van de plaats en, zo na mogelijk, van het tijdstip der geboorte, benevens de oorzaken, die beletten een akte daarvan te overleggen.
3.2 [verzoeker] heeft in zijn verzoekschrift slechts twee getuigen voorgedragen in plaats van vier. Bij brief van 14 september 2001 heeft de griffier van dit kantongerecht [verzoeker] uitdrukkelijk gewezen, dat er vier getuigen opgegeven dienen te worden, die kunnen verklaren en getuigen, dat hij op 15 november 1978 in Mogadishu (Somalië) geboren is. Tijdens de mondelinge behandeling blijken toch slechts twee getuigen te zijn verschenen. [verzoeker] deelt mede, dat hij niet meer getuigen heeft om ter zake te kunnen verklaren en getuigen.
[verzoeker] zegt voorts, dat hij niet in staat is om de benodigde geboorteakte in Somalië aan te vragen omdat daar nog steeds een oorlogstoestand heerst.
De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling reeds aan [verzoeker] medegedeeld, dat hij de verzochte akte van bekendheid niet kan afgeven reeds vanwege het feit, dat niet aan het wettelijke vereiste van vier getuigen is - 2 -
voldaan. De kantonrechter heeft voorts aan [verzoeker] medegedeeld, dat het derhalve ook niet zinvol is om de beide wel verschenen getuigen een verklaring te doen afleggen.
De kantonrechter verwijst [verzoeker] tenslotte naar de wettelijke mogelijkheid, als bedoeld in het derde lid van artikel 1:45 BW.
3.3 Op grond van genoemd derde lid kan het ontbreken ook worden verholpen, hetzij door een dergelijke verklaring, maar beëdigde verklaring, afgelegd door de getuigen, die bij de voltrekking van het huwelijk tegenwoordig zijn, of wel door een bij de ambtenaar van de burgerlijke stand afgelegde beëdigde verklaring van de aanstaande echtgenoot, inhoudende dat hij zich geen geboorteakte of akte van bekendheid kan verschaffen. In de huwelijksakte wordt van de afgelegde verklaring melding gemaakt.
3.4 De wet kent derhalve drie mogelijkheden om het ontbreken van de geboorteakte te verhelpen. Uit navraag door de griffier bij de betrokken gemeente is gebleken, dat het kennelijk vast gemeentelijk beleid is om bij genoemd ontbreken van de geboorteakte de aanstaande echtgenoot standaard te verwijzen naar de kantonrechter omdat de akte van bekendheid een hoger brondocument is voor de gemeentelijke GBA dan de beëdigde verklaring ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand.
In het onderhavige geval is ook [verzoeker] naar deze kantonrechter verwezen terwijl naar het oordeel van de kantonrechter op voorhand reeds vaststond, dat hij niet kon voldoen aan het vereiste van vier getuigen en derhalve ook de uitkomst van het verzoek reeds voor de hand lag, te weten: een afwijzing van het verzoek. [verzoeker] heeft hierdoor naar het oordeel van de kantonrechter onnodig kosten moeten maken.
3.5 Nu niet is voldaan aan de wettelijke eisen voor afgifte van een akte van bekendheid zal de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] afwijzen.
3.6 De kantonrechter acht termen aanwezig te bepalen, dat het eventueel reeds door [verzoeker] betaalde vastrecht zal worden gerestitueerd.
4. De beslissing.
De kantonrechter:
wijst het verzoek van [verzoeker] af;
bepaalt, dat het door [verzoeker] betaalde vastrecht (voorzover betaald) zal worden gerestitueerd.
Aldus gegeven door mr. W.E.M. Verjans, kantonrechter, en in het bijzijn van de griffier in het openbaar uitgesproken op
4 oktober 2001.