ECLI:NL:RBBRE:2001:AD2121
Rechtbank Breda
- Kort geding
- G.J.E. Poerink
- C.H.D.M. van de Kar
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over de totstandkoming van een koopovereenkomst met betrekking tot onroerend goed
In deze zaak, die op 24 augustus 2001 werd behandeld door de Rechtbank Breda, ging het om een kort geding tussen eiser en gedaagde over de totstandkoming van een koopovereenkomst voor een onroerende zaak gelegen te Breda. Eiser, die het pand sinds 1997 huurde, vorderde dat gedaagde zou meewerken aan de levering van het pand tegen een afgesproken prijs van f. 600.000,=. Gedaagde betwistte echter dat er een koopovereenkomst tot stand was gekomen en voerde aan dat de prijs een vergissing was. De rechtbank oordeelde dat er geen koopovereenkomst was ontstaan, omdat gedaagde niet had ingestemd met de prijs en er geen volmacht was verleend aan de makelaar om namens gedaagde te handelen. De primaire vordering van eiser werd afgewezen, en eiser werd veroordeeld in de kosten van het geding. De President van de Arrondissementsrechtbank te Breda, mr. G.J.E. Poerink, wees het vonnis uit, waarbij de kosten aan de zijde van gedaagde tot f. 1.950,= werden begroot, inclusief procureurskosten. Dit vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.