ECLI:NL:RBASS:2012:BY0788
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een factuur door een factoormaatschappij en de substantiëringsplicht van de eiser
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter B.R. Tromp, vorderde de besloten vennootschap Lindorff Purchase B.V. betaling van een bedrag van € 940,74 vermeerderd met rente en kosten van de gedaagde, die een particulier is. Lindorff stelt dat zij door cessie rechthebbende is geworden van een vordering die KPN B.V. op de gedaagde heeft. De gedaagde betwist echter dat er een rechtsgeldige overeenkomst is en dat de vordering aan Lindorff is gecedeerd.
De procedure begon met een dagvaarding op 16 mei 2012, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de feiten die relevant zijn voor de beoordeling van het geschil niet of onvoldoende zijn betwist. Lindorff heeft gesteld dat er een overeenkomst voor bepaalde tijd met KPN B.V. was, die op 25 maart 2010 is verlengd, maar de gedaagde ontkent deze verlenging en stelt dat er geen bewijs is geleverd voor deze bewering.
De kantonrechter oordeelt dat Lindorff niet heeft voldaan aan de substantiëringsplicht, wat betekent dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat er een contractuele relatie bestond tussen de gedaagde en KPN B.V. De kantonrechter concludeert dat er geen bewijs is dat de overeenkomst is verlengd en dat Lindorff niet tot bewijslevering wordt toegelaten. Hierdoor wordt de vordering van Lindorff afgewezen en wordt zij veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van de gedaagde worden begroot op € 200,-- aan salaris voor de gemachtigde.