ECLI:NL:RBASS:2012:BX9072
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging wegens gebrek aan rechtsbijstand
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan over de vordering van het Openbaar Ministerie tot voorlopige tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. De veroordeelde, die zonder rechtsbijstand ter zitting verscheen, was eerder veroordeeld door de Politierechter te Assen op 23 januari 2012. De officier van justitie had op 2 oktober 2012 de vordering ingediend, omdat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden die aan de voorwaardelijke straf waren verbonden. Deze voorwaarden omvatten onder andere deelname aan een reclasseringstraject en medewerking aan onderzoek naar verslaving en psychische problematiek.
De rechter-commissaris overwoog dat de veroordeelde recht had op rechtsbijstand vanaf het moment van zijn aanhouding. Het feit dat de veroordeelde niet door een advocaat was bezocht, werd als een ernstige schending van zijn rechten beschouwd. De rechter-commissaris concludeerde dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk was in de vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging, omdat de veroordeelde niet was voorzien van de noodzakelijke rechtsbijstand. Dit leidde tot de beslissing om de veroordeelde onmiddellijk in vrijheid te stellen.
De uitspraak benadrukt het belang van rechtsbijstand in het strafproces en de verantwoordelijkheden van de officier van justitie om ervoor te zorgen dat de veroordeelde tijdig wordt geïnformeerd over zijn recht op bijstand. De beslissing van de rechter-commissaris is een belangrijke bevestiging van de rechten van verdachten in het strafrecht en de noodzaak om deze rechten te waarborgen.