ECLI:NL:RBASS:2012:BX9072

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
2 oktober 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.910007-12 rc bs
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging wegens gebrek aan rechtsbijstand

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 2 oktober 2012 uitspraak gedaan over de vordering van het Openbaar Ministerie tot voorlopige tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden. De veroordeelde, die zonder rechtsbijstand ter zitting verscheen, was eerder veroordeeld door de Politierechter te Assen op 23 januari 2012. De officier van justitie had op 2 oktober 2012 de vordering ingediend, omdat de veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden had gehouden die aan de voorwaardelijke straf waren verbonden. Deze voorwaarden omvatten onder andere deelname aan een reclasseringstraject en medewerking aan onderzoek naar verslaving en psychische problematiek.

De rechter-commissaris overwoog dat de veroordeelde recht had op rechtsbijstand vanaf het moment van zijn aanhouding. Het feit dat de veroordeelde niet door een advocaat was bezocht, werd als een ernstige schending van zijn rechten beschouwd. De rechter-commissaris concludeerde dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk was in de vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging, omdat de veroordeelde niet was voorzien van de noodzakelijke rechtsbijstand. Dit leidde tot de beslissing om de veroordeelde onmiddellijk in vrijheid te stellen.

De uitspraak benadrukt het belang van rechtsbijstand in het strafproces en de verantwoordelijkheden van de officier van justitie om ervoor te zorgen dat de veroordeelde tijdig wordt geïnformeerd over zijn recht op bijstand. De beslissing van de rechter-commissaris is een belangrijke bevestiging van de rechten van verdachten in het strafrecht en de noodzaak om deze rechten te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer : 19.910007-12
RC-nummer :
BESLISSING NIET-ONTVANKELIJKHEID OPENBAAR MINISTERIE T.AV. VORDERING VOORLOPIGE TENUITVOERLEGGING
De rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank;
Overweegt:
Gezien de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement van 2 oktober 2012, strekkende tot het verlenen van een bevel tot voorlopige tenuitvoerlegging van een door de politierechter in het arrondissement Assen d.d. 23 januari 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden, jegens:
[veroordeelde]
geboren op [datum] 1963 te [plaats],
wonende te [adres]
thans verblijvende op het politiebureau te Assen.
Gehoord de verdachte en mevrouw [naam], reclasseringswerker VNN
Bij onherroepelijk vonnis van 23 januari 2012 is veroordeelde door de Politierechter te Assen veroordeeld tot onder meer een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is op 7 februari 2012 ingegaan. De officier van justitie heeft op 2 oktober 2012 de hiervoor genoemde vordering ingediend omdat de officier van justitie meent dat de veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de bijzondere voorwaarde, te weten: de veroordeelde moet zich gedurende de gestelde proeftijd gedragen naar de aanwijzingen van de Stichting Reclassering Nederland/VNN. Arrondissement Assen, hetgeen mede inhoudt dat verdachte meewerkt aan onderzoek gericht op verslaving en psychische problematiek en dat verdachte zich laat opnemen in het IMC en een vervolgtraject zal volgen met de opdracht aan die instelling ex art 14d Wetboek van Strafrecht.
Naast de vordering heeft de officier van justitie overgelegd een ongedateerd "Advies Tenuitvoerlegging" van VNN.
Ontvankelijkheid Openbaar Ministerie.
De veroordeelde is zonder advocaat ter zitting verschenen en heeft verklaard sedert zijn aanhouding en tijdens het verblijf op het politiebureau niet door een advocaat te zijn bezocht. Hij heeft er zelf niet om verzocht omdat hij er niet bij stil heeft gestaan en evenmin heeft de politie hem gevraagd of er een advocaat moest worden gebeld.
De rechter-commissaris overweegt hieromtrent ambtshalve als volgt.
Art. 14fa lid 4 Wetboek van Strafrecht verklaart art. 40 Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing. Zulks impliceert dat de veroordeelde ten aanzien waarvan een ernstig vermoeden bestaat dat enige gestelde voorwaarde niet is nageleefd, rechtsbijstand wordt verleend vanaf het moment dat hij rechtens van zijn vrijheid is beloofd ter fine van voorgeleiding aan de rechter-commissaris. Indien de veroordeelde zich bij de terechtzitting welke heeft geleid tot het (deels) voorwaardelijk vonnis waarvan thans de tenuitvoerlegging wordt gevorderd, heeft laten bijstaan door een advocaat, ligt het voor de hand dat deze advocaat door de politie wordt ingeschakeld wanneer de veroordeelde in verband met een vordering (voorlopige) tenuitvoerlegging wordt aangehouden en wordt ingesloten. Dat zelfde heeft te gelden wanneer de veroordeelde een gekozen raadsman heeft als bedoeld in art. 40 lid 5 Wetboek van Strafvordering. Het is in het belang van de veroordeelde dat hij wordt bezocht door een (piket)advocaat die de veroordeelde van juridisch advies kan voorzien en tijdens de voorgeleiding voor de rechter-commissaris bijstand kan verlenen. Het is de verantwoordelijkheid van de officier van justitie dat de advocaat "onverwijld" wordt ingelicht (art.40 lid 2 Wetboek van Strafvordering).
Niet is gebleken dat onverwijld na de aanhouding en insluiting van veroordeelde aan een (piket)advocaat melding is gedaan, noch is door veroordeelde gesteld dat hij uitdrukkelijk heeft afgezien van bijstand door een advocaat.
De rechter-commissaris is van oordeel dat nu veroordeelde niet is voorzien van rechtsbijstand, is gehandeld in flagrante strijd met de belangen van de veroordeelde en dat zulks dient te leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie en zal de onmiddellijke invrijheidstelling gelasten.
Gezien artikel 14fa Wetboek van Strafrecht;
BESLISSENDE:
Verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging en gelast de onmiddellijke invrijheidstelling van veroordeelde.
Assen, 2 oktober 2012.
De rechter-commissaris,
F. Sieders
Parketnummer : 19/910007-12
RC-nummer :
2
beschikking