ECLI:NL:RBASS:2012:BX2851

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
10 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
339294 EN VERZ 12-1445
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot machtiging voor schenking uit vermogen van rechthebbende met syndroom van Down

Op 10 april 2012 heeft de Rechtbank Assen, sector Kanton, uitspraak gedaan in een zaak waarin een bewindvoerder verzocht om machtiging tot het doen van een schenking uit het vermogen van de rechthebbende aan zijn drie broers en zus. De rechthebbende, geboren op 8 augustus 1966, lijdt aan het syndroom van Down in ernstige mate en is daardoor niet wilsbekwaam. Het verzoek is ingediend op 24 februari 2012 en de toelichting op het verzoek is op 20 maart 2012 ontvangen. De rechthebbende beschikt over een vermogen van € 73.000,00, maar er is geen schenkingstraditie aangetoond. De kantonrechter heeft de richtlijnen van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele en Kantonsectoren (LOVCK) gevolgd, die stellen dat een verzoek tot schenking moet worden afgewezen indien er geen schenkingstraditie is en er geen bijzondere omstandigheden zijn die afwijking van deze regel rechtvaardigen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verzorging van de rechthebbende goed geregeld is en dat het verzoek tot schenking niet voortkomt uit bijzondere omstandigheden die het belang van de rechthebbende vereisen. De kantonrechter heeft ook overwogen dat het huidige vermogen van de rechthebbende in stand moet worden gehouden, vooral gezien de toekomstige kosten die uit dit vermogen betaald moeten worden. De kantonrechter concludeert dat het niet wenselijk is dat de rechthebbende middels schenkingen inteert op zijn vermogen, aangezien dit binnen vier jaar zou leiden tot een overschrijding van de door het LOVCK vastgestelde grens voor liquide vermogen.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter, mr. G.J.J. Smits, de gevraagde machtiging tot schenking geweigerd, omdat dit niet in het belang van de rechthebbende zou zijn. De beslissing is openbaar uitgesproken op 10 april 2012.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector Kanton locatie Assen
zaaknummer: 339294/ EN VERZ 12-1445
BM 5094
Beschikking van de kantonrechter van 10 april 2012
Procesverloop
Op 24 februari 2012 is ter griffie van de sector Kanton binnengekomen een verzoekschrift van [bewindvoerder], wonende te [woonplaats], in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de vermogensbestanddelen van de rechthebbende:
[rechthebbende], geboren op 8 augustus 1966,
Wonende te [adres],
strekkende tot het doen van een schenking uit het vermogen van de rechthebbende aan zijn drie broers en zus.
Motivering
Volgens de aanbevelingen bewind van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiele en Kantonsectoren (LOVCK) die door de kantonrechter als richtlijn wordt gehanteerd, zal een door de bewindvoerder ingediend verzoek om te worden gemachtigd tot het doen van een schenking namens een rechthebbende die zijn wil niet kan bepalen, worden afgewezen indien er geen schenkingstraditie wordt aangetoond. Wel kan in bijzondere, door de bewindvoerder aan te voeren, omstandigheden van de hoofdregel worden afgeweken indien het belang van de rechthebbende dat vereist, dan wel indien de schenking de leefomgeving van de rechthebbende verbetert.
Uit de toelichting op het verzoek van de bewindvoerder, ter griffie ontvangen op 20 maart 2012, blijkt dat rechthebbende een persoon is met het syndroom van Down in ernstige mate en derhalve zijn wil niet kan bepalen. Behalve de schenkingen van vorig jaar is er geen sprake van een schenkingstraditie. De bewindvoerder geeft aan dat het verzoek tot schenking voortkomt uit de constatering dat rechthebbende een ruim vermogen van € 73.000,00 tot zijn beschikking heeft en daar geen gebruik van maakt. De verzorging van rechthebbende alsook de verzorging van zijn laatste gang is goed geregeld. Rechthebbende moet belasting betalen over zijn vermogen en ook de broers en zus zullen belasting moeten betalen in geval van uitkering van het vermogen na overlijden van rechthebbende.
Dat rechthebbende zijn vermogen niet gebruikt en dat rechthebbende belasting daarover moet betalen en na overlijden van rechthebbende de broers en zus belasting zullen moeten betalen over de erfenis, is voor de kantonrechter geen bijzondere omstandigheid die leidt tot inwilliging van het verzoek tot het doen van schenkingen. Evenmin is de kantonrechter gebleken dat door de schenking de leefomgeving van rechthebbende verbetert.
Hoewel het vermogen van rechthebbende per 31 december 2011 zo'n € 73.000,00 bedroeg en daarmee ruim boven de door het LOVCK vastgestelde grens van een liquide vermogen van € 40.000,00 voor een rechthebbende jonger dan 65 jaar blijft, is het naar het oordeel van de kantonrechter niet wenselijk dat rechthebbende middels schenkingen inteert op zijn vermogen. Immers met een jaarlijkse schenking van in totaal € 8.000,00 zal de grens van € 40.000,00 binnen vier jaar zijn bereikt.
Een goed bewind brengt met zich dat rekening wordt gehouden met kosten die in de toekomst uit het vermogen van de rechthebbende betaald moeten worden en dat het huidige vermogen daartoe in stand moet worden gehouden.
Gezien het vorenstaande is het verlenen van de gevraagde machtiging niet in het belang van rechthebbende zodat het verzoek wordt afgewezen.
Beslissing?
De kantonrechter:
weigert de gevraagde machtiging.
Deze beslissing is gegeven door de kantonrechter mr. G.J.J. Smits en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2012.
Conc. 223/tw