ECLI:NL:RBASS:2012:BW9151

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
22 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830346-11
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in ontuchtzaak wegens gebrek aan bewijs en publiek toegankelijkheid van de locatie

In de zaak van het openbaar ministerie tegen JK, geboren in 1989 en wonende te O, heeft de Rechtbank Assen op 22 juni 2012 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van het dwingen of dulden van ontuchtige handelingen, waarbij hij mevrouw A heimelijk had gefilmd in een omkleedhokje. De officier van justitie, mr. N. Stahlmecke-Mook, achtte het primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen, en vorderde een geldboete van € 1000,00 voor het subsidiair tenlastegelegde. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair tenlastegelegde. De rechtbank oordeelde dat er geen interactie tussen de verdachte en het slachtoffer had plaatsgevonden, waardoor het handelen van de verdachte niet als dwingen of dulden van ontucht kon worden aangemerkt. Daarnaast werd vastgesteld dat de afbeelding niet op een niet voor het publiek toegankelijke plaats was vervaardigd, aangezien de Huttenheugte een publiek toegankelijke locatie is. De rechtbank concludeerde dat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen van wettigheid en overtuigendheid, en sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830346-11
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 22 juni 2012 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
JK,
geboren te H in 1989,
wonende te O.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 8 juni 2012.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op of omstreeks 30 oktober 2011 te Dn, gemeente Cn, door feitelijkheden mevrouw A heeft gedwongen tot het dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het filmen van die (naakte) mevrouw A en bestaande die feitelijkheden uit het onverhoeds en heimelijk steken van zijn, verdachtes, hand met daarin een mobiele telefoon onder en/of over het afgesloten omkleedhokje en vervolgens het filmen met die mobiele telefoon van onder meer naakte lichaamsdelen van die mevrouw A;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 30 oktober 2011 te Dn, gemeente Cn, gebruik makende van een technisch hulpmiddel, te weten een mobiele telefoon, waarvan de aanwezigheid niet op duidelijke wijze kenbaar was gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon, te weten mevrouw A, op een niet voor het publiek toegankelijke plaats, te weten de Huttenheugte in Dn, een afbeelding heeft vervaardigd;
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie, mr. N. Stahlmecke-Mook, acht het primair tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen. Zij stelt daarbij dat de feitelijkheden die verdachte heeft gepleegd niet kunnen worden aangemerkt als ontuchtige handelingen.
De officier van justitie acht wel het subsidiair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Zij vordert voor dit feit een geldboete ten bedrag van € 1000,00, subsidiair 20 dagen hechtenis.
Vrijspraak
De verdachte zal van het hem primair tenlastegelegde worden vrijgesproken omdat de rechtbank dat, evenals de raadsvrouw en de officier van justitie, niet bewezen acht.
Op grond van recente jurisprudentie van de Hoge Raad kan het handelen van verdachte niet als dwingen of dulden van ontucht worden aangemerkt, omdat er geen interactie tussen hem en het slachtoffer heeft plaatsgevonden.
De verdachte zal ook van het hem subsidiair tenlastegelegde worden vrijgesproken omdat de rechtbank dat, evenals de raadsvrouw en anders dan de officier van justitie, niet bewezen acht.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte een afbeelding heeft vervaardigd op een niet voor het publiek toegankelijke plaats. Ten laste is gelegd dat de afbeelding is gemaakt in de Huttenheugte in Dn. De Huttenheugte is een plaats die voor het publiek toegankelijk is. Dat uit de bewijsmiddelen volgt dat de afbeelding is gemaakt in een omkleedhokje, doet daar niet aan af, nu dit niet is tenlastegelegd.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter, mr. E.C.M. Wolfert en C. Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van J. Bos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 22 juni 2012, zijnde mr. C. Brouwer buiten staat dit vonnis binnen de daartoe door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.
Parketnummer: 19.830346-11
Uitspraak d.d.: 22 juni 2012 2
vonnis