ECLI:NL:RBASS:2012:BW7557

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
5 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19/605884-08
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf

In deze zaak heeft de rechtbank Assen op 5 juni 2012 uitspraak gedaan in het kader van een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De veroordeelde, geboren in 1959 en thans verblijvende in detentie, had op de eerste uitnodiging van de reclassering op 27 februari 2012 niet kunnen verschijnen wegens ziekte. Hij had dit telefonisch doorgegeven, maar volgens hem waren er geen vervolgafspraken gemaakt. De reclassering had in een advies van 21 maart 2012 gemeld dat de veroordeelde niet aan de voorwaarden had voldaan, omdat hij niet was verschenen op een afspraak en geen gehoor had gegeven aan herhaalde uitnodigingen.

Tijdens de zitting op 22 mei 2012 heeft de veroordeelde verklaard dat hij geen nadere uitnodigingen voor een afspraak had ontvangen. De rechtbank heeft de verklaringen van de veroordeelde in overweging genomen en kon niet onomstotelijk vaststellen dat hij een voorwaarde had overtreden. De rechtbank achtte het mogelijk dat de veroordeelde inderdaad geen vervolgafspraken had gekregen en dat hij had moeten afwachten op een nadere uitnodiging van de reclassering.

Gelet op deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten de vordering tot tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf af te wijzen. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. J.J. Schoemaker, en de rechters mr. H.H.A. Fransen en mr. E.C.M. Wolfert, in aanwezigheid van griffier R.C. Sprong.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Parketnummer: 19/605884-08
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling van de meervoudige kamer in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] op [datum] 1959
thans verblijvende in [plaats van detentie],
veroordeelde.
Gang van zaken
De officier van justitie heeft gevorderd dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij onherroepelijk geworden vonnis van deze rechtbank van 20 februari 2009 opgelegde gevangenisstraf van drie maanden, ten aanzien waarvan bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden ten uitvoer gelegd.
De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 22 mei 2012. Gehoord zijn de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J. Dekens, advocaat te Odoorn, en de officier van justitie.
Motivering
Bij voormeld vonnis is aan veroordeelde onder meer de bijzondere voorwaarde opgelegd dat hij zich gedurende de proeftijd dient te gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen van Reclassering Nederland, arrondissement Assen, zolang de reclasseringsinstelling zulks nodig oordeelt, welke voorschriften en aanwijzingen mede kunnen inhouden dat veroordeelde zich doet begeleiden of behandelen door de A.F.P.N.
Bij advies tenuitvoerlegging van 21 maart 2012 heeft Reclassering Nederland het Parket van de officier van justitie bericht dat veroordeelde niet aan de voorwaarden heeft gehouden. Hij is niet verschenen op een afspraak meldplicht en heeft geen gehoor gegeven aan de herhaalde uitnodiging.
Veroordeelde heeft ter terechtzitting desgevraagd verklaard dat hij op de eerste uitnodiging (27 februari 2012) inderdaad niet is verschenen omdat hij ziek was. Hij heeft dat die dag telefonisch doorgegeven. In tegenstelling tot hetgeen in het advies tenuitvoerlegging van 21 maart 2012 is vermeld, zijn, aldus veroordeelde, in dat telefoongesprek geen vervolg-afspraken met hem gemaakt maar moest hij nader bericht van de reclassering afwachten. Veroordeelde stelt echter dat hij geen nadere uitnodigingen voor een afspraak meldplicht heeft ontvangen.
De rechtbank kan op grond van hetgeen veroordeelde ter terechtzitting heeft verklaard niet onomstotelijk vaststellen dat veroordeelde een voorwaarde heeft overtreden. Niet uit te sluiten valt immers dat de door veroordeelde geschetste gang van zaken juist is en dat in het telefoongesprek van 27 februari 2012 met een medewerker van Reclassering Nederland inderdaad geen vervolgafspraken met hem zijn gemaakt maar dat hij een nadere uitnodiging voor een afspraak meldplicht moest afwachten.
Onder deze omstandigheden dient de vordering tot tenuitvoerlegging dan ook te worden afgewezen.
Beslissing
De rechtbank:
wijst de vordering af.
Aldus gedaan door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter, mr. H.H.A. Fransen en mr. E.C.M. Wolfert, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 5 juni 2012.