ECLI:NL:RBASS:2012:BW7554
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Schoemaker
- H.H.A. Fransen
- E.C.M. Wolfert
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van uitbuiting en prostitutie
In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die beschuldigd werd van uitbuiting en prostitutie, heeft de rechtbank Assen op 5 juni 2012 uitspraak gedaan. De verdachte werd ten laste gelegd dat hij in de periode van 20 oktober 2006 tot en met 28 april 2010, in of omstreeks de gemeente Assen, [slachtoffer] heeft gedwongen tot prostitutie en voordeel heeft getrokken uit de opbrengsten van haar seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de enige bewijsbron de verklaring van de aangeefster was, die door de verdachte werd ontkend. De rechtbank oordeelde dat de verklaringen van getuigen, waaronder de moeder van de aangeefster, niet voldoende waren om de verdachte te veroordelen, omdat deze getuigen geen directe waarnemingen hadden gedaan maar enkel hoorden wat de aangeefster had verteld.
Tijdens de zitting op 22 mei 2012 was de verdachte aanwezig, bijgestaan door zijn advocaat, mr. H.J. Pellinkhof. De officier van justitie, mr. G. Wilbrink, concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor een veroordeling en vroeg de rechtbank om de verdachte vrij te spreken. De rechtbank heeft de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van de officier van justitie bevestigd, en er waren geen redenen voor schorsing van de vervolging.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat er geen wettig bewijs was dat de verdachte de hem tenlastegelegde feiten had begaan. Ook werd de vordering na voorwaardelijke veroordeling afgewezen, aangezien de verdachte integraal werd vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de rechtbank Assen, met de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar uitgesproken op 5 juni 2012.