ECLI:NL:RBASS:2012:BW3575

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
21 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
326216 - CV EXPL 11-6296
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurbetaling en achterstand bij verhuur van woning door Woonstichting Actium

In deze zaak vorderde de Woonstichting Actium, rechtsopvolgster van de Stichting Woningbouw Zuid-West Drenthe, betaling van een huurachterstand door de gedaagde. De huurders betaalden al jarenlang de huur in gedeelten per maand, wat door de verhuurder jarenlang gedoogd was. De verhuurder vorderde betaling van een achterstand van € 336,78, inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter oordeelde dat de huur bij vooruitbetaling moet worden voldaan, maar dat de verhuurder niet had aangetoond dat zij de huurders in de gelegenheid had gesteld om over te gaan op betaling bij vooruitbetaling. De kantonrechter stelde vast dat de huurders gedurende lange tijd in drie of vier betalingen per maand en achteraf hadden betaald, en dat dit kennelijk door de verhuurder was gedoogd. De rechter concludeerde dat de verhuurder niet had aangetoond dat zij haar beleid had gewijzigd of dat zij de huurders had geïnformeerd over deze wijziging. Hierdoor was de procedure ten onrechte gestart en werden de kosten van de procedure voor rekening van de verhuurder gesteld. Het vonnis werd uitgesproken op 21 februari 2012.

Uitspraak

RECHTBANK Assen
Sector kanton
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 326216 \ CV EXPL 11-6296
Vonnis van de kantonrechter van 21 februari 2012
in de zaak van
de stichting Woonstichting Actium", rechtsopvolgster onder algemene titel van de "stichting Woningbouw Zuid-West Drenthe",
hierna te noemen: Actium,
gevestigd te Assen,
eisende partij,
gemachtigde: Tijhuis & Partners,
tegen
1. [gedaagde],
2. [gedaagde],
hierna te noemen (in mannelijk enkelvoud): [gedaagde],
wonende te [adres],
gedaagden,
procederende in persoon.
1. De procedure
1.1 Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 september 2011;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de nadere toelichtingen van partijen.
2. De vaststaande feiten
2.1 De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.2 Actium verhuurt aan [gedaagde] sinds 1981 de woning staande en gelegen aan de [adres], zulks voor onbepaalde tijd en tegen een bij vooruitbetaling verschuldigde huurprijs van op dit moment € 411,01 per maand.
2.3 Gedurende een lange reeks van jaren betaalt [gedaagde] de huurtermijn gespreid in drie of vier betalingen per maand en achteraf. Blijkens het door Actium overgelegde overzicht vanaf 2008 leidt dit tot een voortdurende, maar fluctuerende achterstand van tussen de € 250,00 en € 750,00.
2.4 Bij brief van de gemachtigde van Actium van 23 mei 2011 wordt aanspraak gemaakt op betaling van € 577,25 inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten.
3. De vordering en het verweer, samengevat en zakelijk weergegeven
3.1 Actium vordert - na vermindering van eis - de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van
€ 336,78 inclusief € 12,75 aan rente en € 178,50 aan buitengerechtelijke incassokosten. Voorts vordert zij de veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure. Actium baseert zich voor haar vordering op de vaststaande feiten en stelt verder het volgende. Tot en met de maand september 2011 is [gedaagde] € 2.121,14 aan huur achterstallig. Na inschakeling van haar gemachtigde is € 1.564,50 in mindering betaald. Uit het door Actium overgelegde overzicht blijkt dat er op 13 september 2011 een achterstand bestond. Alle betalingen van [gedaagde] tot en met de conclusie van repliek zijn verwerkt. [gedaagde] dient de huur bij vooruitbetaling te voldoen. Tegen de buitengerechtelijke incassokosten en de rente is geen verweer gevoerd.
3.2 [gedaagde] heeft de vordering betwist. Volgens hem is er geen achterstand. Bovendien betaalt hij de huur altijd achteraf; dat gaat al jaren zo. Wegens terugvallende inkomsten betaalt hij elke week een deel van de huur in plaats van één keer per maand.
De beoordeling
4. Allereerst merkt de kantonrechter op dat [gedaagde] het overzicht van Actium (bij conclusie van repliek) met betrekking tot de huurachterstand niet voldoende heeft tegen gesproken. De kantonrechter zal van dit overzicht uitgaan. Blijkens dit overzicht zijn alle betalingen van [gedaagde] tot en met september daarin verwerkt. Daaruit blijkt dat er tot en met de maand september 2011 een achterstand was in de huurbetalingen van € 145,53.
5. Uit dit overzicht blijkt echter niet dat [gedaagde] een huurachterstand heeft laten ontstaan van € 2.121,14 zoals Actium in de dagvaarding stelt. Als enige incassobrief is - door [gedaagde] - overgelegd de brief van 23 mei 2011. Toen was er een achterstand van € 382,37.
6. [gedaagde] heeft niet ontkend dat de huur bij vooruitbetaling moet worden betaald. Dat moet dus het uitgangspunt zijn. Actium hoeft op zich geen genoegen te nemen met betaling in gedeelten.
7. Vast staat echter wel, dat gedurende een lange reeks van jaren [gedaagde] de huurtermijn gespreid in drie of vier betalingen per maand en achteraf betaalt. Dit is kennelijk al die jaren gedoogd door Actium. Actium heeft niets naar voren gebracht over het door haar gevoerde beleid op dit punt. Actium heeft ook niet gesteld dat zij haar beleid heeft gewijzigd en dat zij [gedaagde] daarop heeft gewezen. Evenmin heeft Actium gesteld dat zij eerder bezwaar heeft gemaakt tegen deze betalingswijze.
De redelijkheid en billijkheid, die op de huurovereenkomst tussen partijen van toepassing zijn, brengen onder deze omstandigheden mee dat [gedaagde] een ruime termijn krijgt om er naar toe te werken dat de huur bij vooruitbetaling kan worden gedaan. Dat Actium hierover in overleg is gegaan met [gedaagde] en dat partijen hierover afspraken hebben gemaakt, heeft Actium niet gesteld en dat is de kantonrechter ook niet gebleken. De kantonrechter is van oordeel dat dit eerst had moeten gebeuren voordat Actium tot dagvaarding had mogen overgaan. Dit leidt ertoe dat de kantonrechter van oordeel is dat deze procedure ten onrechte is gestart. De kosten zijn daarmee nodeloos veroorzaakt en blijven voor rekening van Actium.
8. Op basis van het overzicht gaat de kantonrechter uit van een achterstand van € 145,53 per einde september 2011. Dit is toewijsbaar. De rente is niet weersproken en zal de kantonrechter eveneens toewijzen.
9. In het verweer van [gedaagde], met een beroep op de jarenlange betalingswijze, acht de kantonrechter een verweer tegen de buitengerechtelijke incassokosten begrepen. Deze vordering zal de kantonrechter, gelet op wat hij heeft overwogen in punt 7, afwijzen.
10. De kosten van deze procedure blijven, gelet op wat de kantonrechter heeft overwogen in punt 7, voor rekening van Actium.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Actium te betalen € 158,28 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 145,53 vanaf 13 september 2011 tot aan de dag van volledige betaling;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G.J.J. Smits en in het openbaar uitgesproken op 21 februari 2012.
typ/conc: 220 / GJJS
coll: