- de aangifte van [slachtoffer 1], inhoudende, kort en zakelijk weergegeven: Op woensdag 7 december 2011 kwam ik omstreeks 21.30 uur thuis. Kort daar voor was ik gebeld door mijn vriend [partner slachtoffer 1] dat er twee mannen waren die mij wilden spreken. Toen ik thuis kwam trof ik twee mannen in de keuken; één van de mannen zei dat hij was ingehuurd door [verdachte] uit [woonplaats verdachte]. [verdachte] wilde foto’s zien van een dood of verminkt iemand. Ik kon dit voorkomen door geld te betalen: er moest een bedrag van 20.000 euro betaald worden. Ik zei dat ik niet zoveel geld had en dat ik hooguit 8.000 euro kon betalen. Uiteindelijk gingen zij daarmee akkoord. De mannen zouden het geld donderdag 8 december 2011 om 20.00 uur op komen halen. Ik moest in het bijzijn van de mannen met [verdachte] bellen op nummer [telefoonnummer]. [verdachte] nam op en zei dat de berichten in het gastenboek op mijn website moesten worden verwijderd. Verder zei [verdachte] niets. De mannen zeiden dat de politie niet mocht worden ingelicht, anders kwamen zij op een ander moment terug of zij zouden [partner slachtoffer 1] ontvoeren.
- de aanvullende verklaring van [slachtoffer 1]: Ik kende deze mannen niet. [medeverdachte 1] is niet eerder bij mij aan de deur geweest en ik heb ook niet eerder zaken met [medeverdachte 1] gedaan.
- de aanvullende verklaring van [slachtoffer 1]: Nadat de mannen weg waren gegaan heb ik een van mijn medewerkers -[getuige 1]- gebeld en verteld wat er gebeurd was. [getuige 1] is direct gekomen en heeft met [verdachte] gebeld.
- de verklaring van de getuige [getuige 1] , inhoudende, kort en zakelijk weergegeven: Op woensdagavond 7 december 2011werd ik gebeld door [slachtoffer 1] die vertelde dat hij was bedreigd en dat hij 8.000 euro moest betalen en dat hij negatieve berichten over [verdachte] van zijn website moest verwijderen. Ik heb vervolgens contact gezocht met [verdachte]. [verdachte] zei dat hij wel afspraken wilde maken maar dat als in de toekomst afspraken weer niet nageleefd zouden worden, hij de jongens weer langs zou sturen.
- de verklaring van de getuige [partner slachtoffer 1] , inhoudende kort en zakelijk weergegeven: Op 7 december 2011 omstreeks 21:30 uur stonden er twee jongens voor de deur, zij wilden [slachtoffer 1] spreken. Ik heb de mannen binnen gelaten in de keuken. Om 21.30 uur kwam [slachtoffer 1] binnen. Op een gegeven moment hoorde ik de jongste man tegen [slachtoffer 1] zeggen “hoeveel vind jij jezelf waard?’ [slachtoffer 1] kwam in de benen en riep “ik laat mij niet bedreigen in mijn eigen huis”. Ik zag dat [slachtoffer 1] hysterisch werd en riep “schiet mij maar dood”. Het gesprek ging verder over geld dat betaald moest worden. Ik hoorde een bedrag noemen van 20.000 euro. [slachtoffer 1] zei dat hij niet meer had dan 8.000 euro. Er werd toen gezegd dat zij donderdag om 20.00 uur die 8.000 euro in huis moesten hebben en dat de politie niet mocht worden gewaarschuwd.
- de verklaring van de getuige [getuige 2] , echtgenote van [verdachte], inhoudende, kort en zakelijk weergegeven: [slachtoffer 1] had berichten op zijn website gezet die nadelig waren voor het bedrijf van mijn man. Mijn man kent [medeverdachte 1] van het kantoor in [plaatsnaam]. [medeverdachte 1] zou met [slachtoffer 1] gaan ‘babbelen’. De bedoeling was dat [slachtoffer 1] de negatieve berichten van het internet af zou halen. Die eerste keer dat [medeverdachte 1] naar [slachtoffer 1] ging was afgesproken, die tweede keer niet. Er is 500 of 600 euro voor betaald.
- het proces-verbaal van de spoedtap op de telefoon van [verdachte] : [verdachte] belt met zijn vrouw over het geld (300 euro) dat hij naar [de vriendin van medeverdachte 1] gaat brengen en de andere 3(00) die hij nog even vast houdt tot die eh collega ook weer daar is.
- het proces-verbaal van bevindingen van het sms verkeer tussen [slachtoffer 1] en [verdachte].
- het proces-verbaal van het tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] op 8 december 15.25 uur : [medeverdachte 1] en [verdachte] praten over wat er die avond ervoor is gebeurd bij [slachtoffer 1]; [medeverdachte 1] vertelt over de vriend van [slachtoffer 1] dat deze een glas liet vallen van schrik; dat [slachtoffer 1] liep te hyperventileren; dat [slachtoffer 1] zei “nou schiet me maar dood dan”; dat [medeverdachte 1] gezegd heeft dat zij tegen niemand mochten zeggen dat zij geweest waren; dat [slachtoffer 1] dat dus wel gedaan heeft want “die bedrijfsleider” [getuige 1] weet ervan; en dat zij misschien wel aangifte gaan doen; [medeverdachte 1] zegt dan dat zij misschien nog maar een keertje langs moeten gaan.
- het proces-verbaal van bevindingen van de verwerking van verkeersgegevens telecommunicatie : Op 7 december omstreeks 21.30 uur als [partner slachtoffer 1] belt met [slachtoffer 1] en vertelt dat er twee mannen voor hem aan de deur staan, straalt de telefoon van [medeverdachte 2] aan op de mast [plaats mast]. Op 8 december omstreeks 20.00 uur zouden de afpersers het geld op komen halen bij aangever [slachtoffer 1]. In de histo van [medeverdachte 2] is te zien dat het toestel van [medeverdachte 2] op 8 december om 19.32.56 uur voor de eerste keer aanstraalt op de mast [plaats mast] en om 20.33.08 uur voor de laatste keer. [medeverdachte 2] is op 8 december om 20.25 uur aangehouden in de buurt van de woning van [slachtoffer 1]. Zijn telefoon straalt dan aan op de mast [plaats mast]. Dit is dezelfde mast als op 7 december.
- de videoconfrontatie van verdachte [medeverdachte 2] met [slachtoffer 1] en [partner slachtoffer 1]: [slachtoffer 1] en [partner slachtoffer 1] herkenen [medeverdachte 2] als één van de afpersers.
- de verklaring van verdachte bij de politie [250]: Ik heb een payroll bedrijf en een website voor erotische artikelen. Op mijn website werd ik geconfronteerd met antireclame voor mijn bedrijf, deze antireclame was afkomstig van [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] heeft eenzelfde soort internet bedrijf. Toen ik erachter kwam dat [slachtoffer 1] antireclame voor mij maakte heb ik hem ge-sms’t dat het eraf moest. Ik sms’te hem dat als hij dat niet deed ik een paar mannetjes langs zou sturen. [slachtoffer 1] deed daar wat lacherig over en ik heb toen ge-sms’t dat ik serieus was en zou doen wat ik zei. Ik sms’te dat hij er dan ook niet mooier op zou worden. Ik heb mijn problemen met [slachtoffer 1] met [medeverdachte 1] besproken. [medeverdachte 1] zei toen dat hij het wel zou regelen, hij zou wel even langs gaan en [slachtoffer 1] op andere gedachten brengen. [medeverdachte 1] heeft een grote bek en hij heeft aan kickboksen gedaan dus ik dacht dat [slachtoffer 1] wel van hem onder de indruk zou zijn. [medeverdachte 1] zou [slachtoffer 1] onder druk zetten om de antireclame van zijn gastenboek af te halen, dat was de opdracht die [medeverdachte 1] van mij meekreeg.
- de verklaring van verdachte tijdens het tweede verhoor bij de politie : [medeverdachte 1] had de opdracht om te zorgen dat die twee verhalen die [slachtoffer 1] in zijn gastenboek had geschreven van internet werden gehaald omdat [slachtoffer 1] zelf niet bereid was om dat te doen. [medeverdachte 1] heeft er 300 euro voor gekregen. Hij zou iemand meenemen dus voor diegene was die andere 300 euro. Ik weet niet wie die andere persoon was. De negatieve reclame is diezelfde avond 7 december 2011 van de website gehaald. Toen ik [slachtoffer 1] aan de telefoon had die woensdagavond zei hij dat hij twee mannen bij hem had staan. [medeverdachte 1] heeft mij gebeld toen hij daar weg ging of toen hij weer thuis was. Ik had wel verwacht dat [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] fysiek zou bedreigen. Ik heb tegen [medeverdachte 1] gezegd: er wordt niets gebroken en ook niets doodgemaakt. Er wordt alleen maar zoveel druk uitgeoefend dat [slachtoffer 1] dat van internet afhaalt. Hoe je dat verder doet moet je zelf weten.
- de bekennende verklaring van de verdachte ter terechtzitting.