ECLI:NL:RBASS:2012:BV6692
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van onbetaald watergeld en de rechtsgeldigheid van de overeenkomst tot waterlevering
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Assen op 21 februari 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen de N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) en G. At Work B.V. (At Work) over de verschuldigdheid van watergeld. WMD vorderde betaling van een onbetaald gelaten factuur van € 206,90, vermeerderd met rente en kosten, op basis van een overeenkomst tot waterlevering. At Work betwistte echter dat er een overeenkomst tot stand was gekomen en voerde aan dat zij niet verplicht was om de factuur te betalen.
De procedure begon met een dagvaarding op 14 juni 2011, gevolgd door verschillende conclusies van antwoord, repliek en dupliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de feiten in deze zaak niet of onvoldoende zijn betwist. WMD stelde dat de overeenkomst tot waterlevering was ontstaan op het moment dat At Work water begon af te nemen, maar At Work betwistte dit en stelde dat er geen schriftelijke overeenkomst was.
De kantonrechter oordeelde dat een overeenkomst een meerzijdige rechtshandeling is, waarbij partijen een verbintenis aangaan. Het opendraaien van de kraan door At Work en de wil van WMD om een overeenkomst aan te gaan, leidde niet tot de conclusie dat er daadwerkelijk een overeenkomst was gesloten. WMD had niet voldoende concrete feiten en omstandigheden aangevoerd om de vordering op basis van ongerechtvaardigde verrijking toe te wijzen.
Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van WMD af en veroordeelde WMD als de in het ongelijk gestelde partij tot betaling van de proceskosten aan At Work, begroot op € 120,00 aan salaris voor de gemachtigde.