zaaknummer / rolnummer: 90627 / KG ZA 11-309
Vonnis in kort geding van 5 januari 2012
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STETECH B.V.,
gevestigd te Tynaarlo,
eiseres,
advocaat mr. P.L. Verhulst te Vries,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde],
gevestigd te Roden,
gedaagde,
advocaat mr. Z. Etemadi te Assen.
Partijen zullen hierna Stetech en [gedaagde] genoemd worden.
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 29 december 2011 met twee producties;
- de mondelinge behandeling van 2 januari 2012;
- de pleitnota van Stetech;
- de aanhouding ten behoeve van het minnelijk overleg tussen partijen.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.
2.1. De voorzieningenrechter kan bij de beoordeling van de navolgende feiten uitgaan.
2.2. Partijen zijn verwikkeld in een tweetal procedures bij de rechtbank Assen. [gedaagde] vordert in die procedures - onder meer - een bedrag van (in hoofdzaak) € 71.552,72, primair van [X] (de statutair bestuurder van Stetech), subsidiair van Stetech zelf.
2.3. Bij twee separate verzoekschriften van 26 oktober 2011 heeft [gedaagde] de voorzieningenrechter in de rechtbank Assen verzocht verlof te verlenen om ten laste van [X] en Stetech conservatoir (derden-)beslag te mogen leggen. De verloven zijn op dezelfde dag verleend, waarbij de vordering van [gedaagde] is begroot op € 93.018,54 ([X]) respectievelijk € 55.794,05 (Stetech).
2.4. Beslagen zijn onder meer drie vakantiewoningen van [X], alsmede rekeningen van [X] en Stetech.
2.5. [X] en Stetech hebben daarop een procedure in kort geding geëntameerd en opheffing van de gelegde beslagen gevorderd. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van 1 november 2011 hebben partijen afspraken gemaakt, er daaruit bestaande dat het beslag op drie vakantiewoningen van [X] blijft liggen, terwijl het beslag op de rekeningen van [X] zal worden opgeheven. Daarop is het kort geding ingetrokken.
2.6. Op 22 december 2011 heeft [gedaagde] de voorzieningenrechter in de rechtbank Assen verzocht verlof te verlenen om ten laste van Stetech conservatoir derdenbeslag te mogen leggen. Dat verlof is op 22 december 2011 verleend, waarbij de vordering van [gedaagde] op Stetech is begroot op € 55.794,05 ( € 42.918,50 plus 30 %).
2.7. Blijkens het deurwaardersexploit d.d. 29 december 2011 is op 23 december 2011 conservatoir derdenbeslag gelegd.
3.1. Stetech vordert - samengevat - de opheffing van het op 23 december 2011 gelegde beslag, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van deze procedure. Aan haar vorderingen legt Stetech - verkort weergegeven- ten grondslag dat het beslag onnodig en mitsdien vexatoir is.
3.2. [gedaagde] voert verweer.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4.1. Het spoedeisend belang is met de aard van de vorderingen voldoende gegeven.
4.2. Zowel de primaire, als de subsidiaire vordering van Stetech is er in wezen op gericht om te komen tot opheffing van de door [gedaagde] op 23 december 2011 gelegde conservatoire beslagen. De voorzieningenrechter zal die vorderingen van Stetech aldus verstaan.
4.3. Aan die vorderingen heeft Stetech ten grondslag heeft gelegd dat er al conservatoir beslag ligt op drie vakantiewoningen van [X] zelf, de statutair bestuurder van Stetech. Getuige een afschrift van het aanslag- en beschikkingsbiljet gemeentelijke belastingen van de gemeente Noordenveld (productie 1 bij inleidende dagvaarding) vertegenwoordigen de betreffende woningen een (WOZ-)waarde van € 491.000,00.
Afgezet tegen de vorderingen die [gedaagde] stelt te hebben op Stetech en/ of [X], kan [gedaagde] bij een eventuele veroordeling in de bodemprocedures ruimschoots uit de opbrengst van de beslagen vakantiewoningen worden voldaan. In het voorgaande ligt het onnodige van het beslag besloten, aldus Stetech.
4.4. De voorzieningenrechter overweegt dat [gedaagde] uit hoofde van vorderingen die zij op Stetech en [X] (in privé) stelt te hebben conservatoir beslag heeft laten leggen. Beslagen zijn onder meer drie vakantiewoningen van [X], alsmede zakelijke rekeningen van Stetech en privérekeningen van [X]. Stetech en [X] hebben vervolgens in kort geding opheffing van die gelegde beslagen gevorderd. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling d.d. 1 november 2011 zijn partijen overeengekomen dat de beslagen op de rekeningen van [X] zouden worden opgeheven en dat het beslag op de vakantiewoningen zou blijven rusten.
4.5. Ter zitting is vast komen te staan dat het conservatoir derdenbeslag op de privérekeningen van [X] - conform gemaakte afspraken - is opgeheven, alsmede dat het conservatoir derdenbeslag op de zakelijke rekeningen van Stetech geen doel heeft getroffen. Vervolgens heeft [gedaagde] ten laste van Stetech beslag gelegd onder twee crediteuren van Stetech.
4.6. De voorzieningenrechter overweegt dat [gedaagde] het gelijk aan haar zijde heeft, daar waar zij stelt dat zij uit hoofde van een veroordelend vonnis van Stetech wel degelijk een belang heeft bij het handhaven van het beslag onder twee crediteuren van Stetech, naast het beslag op de woningen van [X]. Dat belang bestaat er namelijk uit dat [gedaagde] haar vordering via dat beslag daadwerkelijk op Stetech zal kunnen verhalen. Zonder nadere toelichting, welke niet (afdoende) is gegeven door Stetech, valt niet in te zien waarom [gedaagde] zich ter zake van haar vordering op Stetech zou kunnen en mogen verhalen op privévermogen van [X]. De (enkele) omstandigheid dat [X] enig statutair bestuurder is van Stetech is onvoldoende om anders aan te kunnen nemen. Ook de waarde van de woningen waarop beslag is gelegd, is in dat opzicht evenmin relevant.
4.7. Mede in aanmerking nemend dat het beslag op de zakelijke rekeningen van Stetech geen doel heeft getroffen, kan dan ook niet gezegd worden dat het beslag onnodig is gelegd. In voorkomend geval strekt dat beslag er immers toe dat [gedaagde] haar vordering op Stetech daadwerkelijk op Stetech zelf zal kunnen verhalen.
4.8. In het kader van een wederzijdse belangenafweging overweegt de voorzieningenrechter dat Stetech haar stellingen op dit punt op geen enkele wijze (nader) heeft onderbouwd. Gelet hierop, dient de voorzieningenrechter het belang van [gedaagde] bij handhaving van het beslag te laten prevaleren boven het belang van Stetech bij opheffing.
4.9. In het verlengde van het voorgaande ligt besloten dat de vorderingen van Stetech afgewezen moeten worden. De voorzieningenrechter zal dienovereenkomstig beslissen.
4.10. Stetech zal als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:
- griffierecht € 575,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.391,00
5.1. wijst de vorderingen af,
5.2. veroordeelt Stetech in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.391,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Wolthuis, bijgestaan door mr. J.S. Brolsma, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 5 januari 2012.?