ECLI:NL:RBASS:2011:BW8907

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
22 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
89947 - KG ZA 11-280
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vorderingen tot wedertewerkstelling en doorbetaling van loon in kort geding

In deze zaak vorderde eiseres, werkzaam bij Alescon Cleaning B.V., wedertewerkstelling en doorbetaling van loon na een ontslag op staande voet op 21 oktober 2011. De voorzieningenrechter oordeelde dat het spoedeisend belang van eiseres voldoende was aangetoond, gezien haar financiële situatie. Alescon Cleaning voerde aan dat het ontslag gerechtvaardigd was vanwege ontoelaatbaar declaratiegedrag, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor een dringende reden voor ontslag. De voorzieningenrechter stelde vast dat het beginsel van hoor en wederhoor was geschonden en dat er sprake was van een vergissing bij de declaratie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de kans groot was dat de bodemrechter in een eventuele procedure de vorderingen van eiseres zou toewijzen. De voorzieningenrechter veroordeelde Alescon Cleaning tot wedertewerkstelling van eiseres binnen 48 uur na betekening van het vonnis, alsook tot betaling van het achterstallige salaris en de wettelijke verhoging. Daarnaast werd Alescon Cleaning veroordeeld tot het ter beschikking stellen van een leaseauto en tot betaling van een dwangsom bij niet-nakoming van de vorderingen. De proceskosten werden aan de zijde van eiseres begroot op € 986,74. Het vonnis werd uitgesproken op 22 december 2011.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ASSEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 89947 / KG ZA 11-280
Vonnis in kort geding van 22 december 2011
in de zaak van
[EISERES],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
advocaat mr. E. van Dijk te Assen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ALESCON CLEANING B.V.,
gevestigd te Assen,
gedaagde,
bijgestaan door mr. M.J. Kragten te Hoogeveen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Alescon Cleaning genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 11 november 2011;
- de mondelinge behandeling d.d. 13 december 2011;
- de pleitnota van [eiseres];
- de pleitnota van Alescon Cleaning;
- de in het geding gebrachte producties.
1.2. De zaak is gelijktijdig behandeld met het voorwaardelijk verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, dat zijdens Alescon Cleaning is ingediend (zaaknummer: 332511 EJ VERZ 11-5229).
1.3. Ten slotte is vonnis bepaald op vandaag.
2. De feiten
2.1. Alescon Cleaning houdt zich bezig met het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden, het detacheren en het scheppen van werkgelegenheid voor mensen met een WsW-indicatie.
2.2. [eiseres] is op 1 maart 2008 bij JSF, een Alescon-bedrijf, in dienst getreden op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Op 1 maart 2009 heeft zij haar werkzaamheden in dienst van Alescon Cleaning voortgezet op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tegen een salaris van € 3.111,00 bruto per maand. Daarnaast is aan [eiseres] een auto ter beschikking gesteld, een VW Polo Blue Motion.
2.3. [eiseres] is werkzaam in de functie van werkleider. In deze functie stuurt zij de schoonmaakafdeling van Alescon Cleaning aan. Zij staat aan het hoofd van meer dan honderd medewerkers.
2.4. Op 21 oktober 2011 is [eiseres] op staande voet ontslagen op grond van ontoelaatbaar declaratiegedrag. Alescon Cleaning heeft een gespreksverslag opgemaakt, dat door [eiseres] niet is ondertekend. [eiseres] heeft ook zelf een verslag gemaakt.
2.5. Bij brief d.d. 22 oktober 2011 heeft [eiseres] verzocht het ontslag binnen zeven dagen schriftelijk in te trekken, bij gebreke waarvan zij naar de rechter zou gaan.
2.6. Bij brief d.d. 24 oktober 2011 heeft Alescon Cleaning het ontslag bevestigd.
2.7. Bij brief d.d. 31 oktober 2011 heeft Alescon Cleaning in antwoord op de brief van [eiseres] d.d. 22 oktober 2011 meegedeeld geen aanleiding te zien om terug te komen op het verleende ontslag.
2.8. Bij brief d.d. 9 november 2011 heeft mr. Van Dijk namens [eiseres] Alescon Cleaning nogmaals verzocht c.q. gesommeerd het ontslag in te trekken en [eiseres] tot de werkzaamheden toe te laten.
3. Het geschil
3.1. [eiseres] vordert dat de voorzieningenrechter, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
a. Alescon Cleaning zal veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis [eiseres] tot het bedrijf toe te laten en haar haar gebruikelijke werkzaamheden te laten verrichten;
b. Alescon Cleaning zal veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan [eiseres] het achterstallig salaris vanaf 21 oktober 2011 te voldoen op basis van € 3.111,01 bruto per maand, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50 % alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over zowel salaris als wettelijke verhoging;
c. Alescon Cleaning zal veroordelen om de nog te verschijnen salaristermijnen te voldoen totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtgeldige wijze zal zijn beëindigd en Alescon Cleaning zal veroordelen tot betaling van een wettelijke verhoging van 50 % en de wettelijke rente over de periode dat [eiseres] het salaris na het gebruikelijke tijdstip, de 25e van iedere maand, betaalt;
d. Alescon Cleaning zal veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan [eiseres] te betalen een bedrag op basis van € 464,00 per maand over de periode dat [eiseres] ten onrechte geen VW Polo Blue Motion (diesel) tot haar beschikking heeft gehad;
e. Alescon Cleaning zal veroordelen om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan [eiseres] een VW Polo Blue Motion (diesel) ter beschikking te stellen;
f. Alescon Cleaning zal veroordelen tot betaling van een dwangsom ten bedrage van
€ 500,00, althans tot een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom, voor elke dag dat Alescon Cleaning niet voldoet aan het gevorderde onder a en e;
g. Alescon Cleaning zal veroordelen in de kosten van dit geding.
3.2. [eiseres] voert primair aan dat [bedrijfsleider van Alescon] niet bevoegd was tot het geven van het ontslag. Op 3 januari 2011 is haar procuratie verleend door de toenmalig bestuurder van Alescon Cleaning, Alescon Sales & Participation, om de vennootschap te vertegenwoordigen ter zake van (onder meer) arbeidsrechtelijke verplichtingen. Los van de vraag of het gegeven ontslag een arbeidsrechtelijke verplichting is, is Alescon Personeelsmanagement sinds 14 februari 2011 bestuurder van Alescon Cleaning. Door deze BV is geen procuratie verleend aan mevrouw [bedrijfsleider].
3.3. Subsidiair betwist [eiseres] dat er een dringende reden was voor ontslag. Zij stelt daartoe het volgende. Een medewerker, mevrouw [medewerker Alescon], had met haar team overgewerkt en in dat kader met het team bij een Chinees restaurant gegeten voor een bedrag van € 79,80. Omdat zij daarvoor van te voren geen toestemming had gevraagd, zou zij de helft van de kosten vergoed krijgen. [eiseres] heeft bij het opgeven van de onkosten over de periode december 2010 tot 1 juli 2011 abusievelijk de totale nota van het Chinees restaurant gedeclareerd en op een later tijdtip het bedrag van € 40,00 aan mevrouw [medewerker Alescon] betaald. [eiseres] betwist dat er sprake is van diefstal - dat aan het ontslag ten grondslag is gelegd - nu er van opzet geen sprake was. Er was sprake van een vergissing, die een ontslag op staande voet niet rechtvaardigt. [eiseres] stelt een spoedeisend belang bij haar vorderingen te hebben, nu zij en haar partner hun vaste lasten niet van het inkomen van de partner alleen kunnen voldoen.
3.4. Alescon Cleaning voert verweer.
3.5. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Spoedeisend belang
4.1. Nu [eiseres] onder meer wedertewerkstelling en doorbetaling van loon vordert, staat het spoedeisend belang, gelet op de aard van de vordering, voldoende vast.
Bevoegdheid voorzieningenrechter
4.2. Voor zover Alescon Cleaning een beroep doet op de onbevoegdheid van de voorzieningenrechter, nu het een arbeidszaak betreft, overweegt de voorzieningenrechter dat in zaken waarin de kantonrechter bevoegd is, de kantonrechter naast de voorzieningenrechter bevoegd is als kort gedingrechter (art. 254 Rv.) en dat het de vrije keuze van eiser is een kort geding bij de kantonrechter of de voorzieningenrechter aanhangig te maken.
Bevoegd gegeven ontslag
4.3. Alescon Cleaning heeft aangegeven dat het feit dat Alescon Pesoneelsmanagement sinds 14 februari 2011 haar bestuurder is, te maken heeft met een splitsing van Alescon Sales Participation in 2 BV's, namelijk Alescon Sales Participation en Alescon Personeelsmanagement. De bevoegdheden zijn 1 op 1 overgegaan. De voorzieningenrechter acht dit voldoende aannemelijk, nu ook niet is gebleken dat bij de splitsing volmachten zijn ingetrokken. De voorzieningenrechter is voorts van oordeel dat het geven van ontslag onder "arbeidsrechtelijke verplichtingen" valt, nu het hier een ruime omschrijving van bevoegdheden betreft en het opzeggen van de arbeidsovereenkomst niet is uitgezonderd.
Vastrecht
4.4. Alescon Cleaning stelt dat in de dagvaarding ten onrechte is opgenomen dat bij verschijning ter zitting een vastrecht geheven zal worden van € 568,00. Zij betwist dat zij dit vastrecht verschuldigd is, nu in kantonzaken en in kort geding van de verwerende c.q. gedaagde partij geen vastrecht wordt geheven. De voorzieningenrechter overweegt dat in de Wet griffierechten burgerlijke zaken (art. 3) het volgende is bepaald:
1. In zaken die bij dagvaarding worden ingeleid, wordt op de eerste roldatum, dan wel in zaken als bedoeld in artikel 254 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering op de eerste terechtzitting, van elke eiser en elke verschenen gedaagde voor iedere instantie een griffierecht geheven, voor zover bij of krachtens deze wet of een andere wet niet anders is bepaald.
In art 111 Rv. is bepaald dat het exploot van dagvaarding vermeldt:
"k. indien het exploot van dagvaarding een zaak betreft anders dan bij de sector kanton, de mededeling dat van gedaagde bij verschijning in de procedure een griffierecht zal worden geheven, binnen welke termijn dit griffierecht betaald dient te worden, alsmede de hoogte daarvan."
In de bijlage behorend bij de Wgbz staat de hoogte van het verschuldigde bedrag, € 560,00, vermeld. Dit is het bedrag dat in de betekende dagvaarding - weliswaar gewijzigd - staat vermeld. Alescon Cleaning is derhalve het in de dagvaarding vermelde griffierecht verschuldigd.
Dringende reden
4.5. De voorzieningenrechter overweegt dat voor toewijzing van de voorzieningen als door [eiseres] gevorderd, het in hoge mate aannemelijk moet zijn dat gelijkluidende vorderingen in een te voeren bodemprocedure zullen worden toegewezen. Er dient derhalve beoordeeld te worden of al dan niet aannemelijk is geworden dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat door [eiseres] terecht een beroep op de nietigheid van het op
21 oktober 2011 verleende ontslag op staande voet is gedaan.
4.6. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is de kans dat de kantonrechter tot dat oordeel zal komen in hoge mate aannemelijk geworden. In een bodemprocedure zal de kantonrechter waarschijnlijk getuigen horen. Dan zal naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter naar voren komen dat in het gesprek met [eiseres] op 21 oktober 2011 niet voldoende is doorgevraagd naar haar verklaring voor de foutieve declaratie. Daarmee is ten eerste het beginsel van hoor en wederhoor geschonden.
4.7. Voorts acht de voorzieningenrechter voorshands op grond van hetgeen [eiseres] daarover heeft verklaard (r.o. 3.3.) voldoende aannemelijk gemaakt dat er sprake is van een vergissing. Alescon Cleaning betwist dat er sprake is van een vergissing. Zij stelt dat er juist over deze nota overleg was geweest met de bedrijfsleider, zodat het onbestaanbaar is dat [eiseres] bij het indienen van de nota korte tijd later niet meer op de hoogte was van de afspraken. Zij heeft het door haar ontvangen geld niet onmiddellijk uitbetaald aan mevrouw [medewerker Alescon]. Zij heeft bovendien de declaratie niet laten fiatteren door de budgethouder.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat deze omstandigheden niet maken dat er geen sprake kan zijn van een vergissing. De voorzieningenrechter acht de door [eiseres] geschetste gang van zaken, erop neer komende dat zij per ongeluk het totaalbedrag van de bon op de declaratie heeft gezet, voldoende aannemelijk. De voorzieningenrechter overweegt in dit kader nog dat [eiseres] stelt dat diefstal aan het ontslag ten grondslag is gelegd, maar dat dit door Alescon Cleaning is betwist. Zij stelt dat de feiten aan het ontslag ten grondslag liggen en daaraan geen kwalificatie is gegeven. De voorzieningenrechter acht dit standpunt voldoende onderbouwd en zal hiervan uitgaan, zodat de vraag of er sprake is van opzet niet verder aan de orde komt.
4.8. Bij het ontslag op staande voet is naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter uitsluitend gekeken naar de regels en het beleid en niet naar de omstandigheden van het geval. De voorzieningenrechter acht de volgende omstandigheden van belang:
• Er is bij Alescon geen protocol met betrekking tot declaraties;
• Er is geen kas meer waaruit gemaakte kosten direct worden betaald;
• Er wordt gebruik gemaakt van een verwarrend declaratieformulier dat niet bestemd is voor het soort onkosten waar het in dit geding om gaat;
• Er wordt door meer leidinggevenden voor werknemers gedeclareerd, waarbij de kosten worden voorgeschoten;
• Er is nooit gevraagd om goedkeuring van de budgethouder voordat tot uitbetaling werd overgegaan;
• [eiseres] had de ingevulde declaratieformulieren open en bloot op haar bureau liggen;
• Op de declaratie had [eiseres] bijgeschreven: "€ 40,00 voor [medewerker Alescon]";
• [medewerker Alescon] heeft [eiseres] er niet op gewezen dat op het declaratieformulier het gehele bedrag van de Chinees stond vermeld;
• Er is niet eerder gebleken van onjuiste declaraties door [eiseres] of andere ontoelaatbare gedragingen.
Hieruit volgt dat er een declaratiesysteem is zonder duidelijke regels dat misverstanden in de hand kan werken. Daarbij weegt mee dat [eiseres] een drukke baan heeft (zij is verantwoordelijk voor meer dan honderd medewerkers) Tot slot heeft mee te wegen dat [eiseres] 52 jaar is en dat haar positie op de arbeidsmarkt, zeker in deze tijd, niet makkelijk is.
De voorzieningenrechter is op grond van deze omstandigheden van oordeel dat de wijze van declareren door [eiseres] voor een leidinggevende met een voorbeeldfunctie weliswaar afkeurenswaardig is, maar niet kan leiden tot een zware sanctie als ontslag op staande voet. In dit geval had met een lichtere maatregel als een waarschuwing volstaan kunnen worden.
4.9. Op grond van het hiervoor overwogene is de voorzieningenrechter van oordeel dat de vordering tot het toelaten tot de gebruikelijke werkzaamheden (sub a.) toewijsbaar is. Alescon Cleaning heeft weliswaar aangegeven dat terugkeer van [eiseres] niet mogelijk is, omdat Alescon Cleaning op grond van het gebeurde het vertrouwen in [eiseres] blijvend heeft verloren. Die vertrouwensbreuk is echter gebaseerd op de verdenking van frauduleus handelen, althans onjuist declareren, waarvan de voorzieningenrechter, zoals blijkt uit hetgeen hiervoor is overwogen, voorshands van oordeel is dat die niet terecht is. [eiseres] heeft altijd goed gefunctioneerd, zoals blijkt uit de verslagen van functioneringsgesprekken. Uit de overgelegde adhesiebetuigingen blijkt dat er voldoende draagvlak is op de afdeling voor terugkeer van [eiseres]. [eiseres] heeft aangegeven dat zij haar werkzaamheden voor Alescon Cleaning graag wil voortzetten, omdat dit echt "haar baan" is. Zij realiseert zich dat een aantal zaken uitgesproken moet worden, maar zij verwacht daar met betrokkenen uit te komen. De voorzieningenrechter wijst er voorts op, dat van de werkgever inspanningen mogen worden verwacht om de verhoudingen te herstellen en aan herstel van vertrouwen te werken.
4.10. De vorderingen met betrekking tot achterstallig en nog te verschijnen salaristermijnen (sub b. en c.) zijn eveneens toewijsbaar, met dien verstande dat de wettelijke verhoging over nog te verschijnen salaristermijnen (nog) niet toewijsbaar is. Met betrekking tot de vordering onder d. overweegt de voorzieningenrechter dat [eiseres] weliswaar ten onrechte vanaf 21 oktober 2011 niet de beschikking heeft gehad over de VW Polo, maar dat de door haar gevorderde schade ad € 464,00 onvoldoende is onderbouwd. Het enkele overleggen van een uitdraai met de leaseprijs is daartoe onvoldoende. De vordering sub e. is toewijsbaar, in die zin dat Alescon Cleaning zal worden veroordeeld een leaseauto gelijk aan, of vergelijkbaar met VW POLO BlueMotion (Diesel) ter beschikking te stellen, zoals vermeld in de arbeidsovereenkomst tussen Alescon Cleaning en [eiseres].
4.11. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als volgt.
4.12. Alescon Cleaning zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- dagvaarding € 99,74
- griffierecht 71,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 986,74
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
1. veroordeelt Alescon Cleaning om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis [eiseres] tot het bedrijf toe te laten en haar haar gebruikelijke werkzaamheden te laten verrichten,
2. veroordeelt Alescon Cleaning om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan [eiseres] het achterstallig salaris vanaf 21 oktober 2011 te voldoen op basis van
€ 3.111,01 bruto per maand, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 50 % alsmede vermeerderd met de wettelijke rente over zowel salaris als wettelijke verhoging,
3. veroordeelt Alescon Cleaning om de nog te verschijnen salaristermijnen te voldoen totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtgeldige wijze zal zijn beëindigd en tot betaling van de wettelijke rente over de periode dat [eiseres] het salaris na het gebruikelijke tijdstip, de 25e van iedere maand, betaalt,
4. veroordeelt Alescon Cleaning om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis aan [eiseres] een VW Polo Blue Motion (diesel) of een daarmee vergelijkbare leaseauto ter beschikking te stellen,
5. veroordeelt Alescon Cleaning tot betaling van een dwangsom ten bedrage van
€ 500,00, voor elke dag dat Alescon Cleaning niet voldoet aan het gevorderde onder 1 en 4, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 25.000,00,
6. veroordeelt Alescon Cleaning in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] begroot op € 986,74, waarvan € 74,80 aan explootkosten moet worden voldaan aan de griffier door overmaking op Royal Bank of Scotland, rekeningnummer 56.99.90.610 ten name van M.v.J. arrondissement Groningen-Assen (539) onder vermelding van "proceskostenveroordeling" en het zaak- en rolnummer, en het restant aan [eiseres],
7. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
8. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.J.J. Smits, bijgestaan door
mr. A.J. Wassenburg-Hazelhoff, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2011.