RECHTBANK ASSEN
Sector kanton
zaak-/rolnummer: 304815 \ CV EXPL 10-8841
Vonnis van de kantonrechter van 4 oktober 2011
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BER B.V.,
hierna te noemen: BER,
gevestigd te Emmen,
eisende partij,
gemachtigde: W.E. van Bentem,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Bewindvoering Zuidlaren B.V.,
hierna te noemen: Bewindvoering Zuidlaren,
gevestigd te 9471 KV Zuidlaren, Annerweg 32,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. E.P. Groot.
De procedure
In deze zaak is een tussenvonnis gewezen dat op 5 juli 2011 in het openbaar is uitgesproken. Ter uitvoering van dit tussenvonnis heeft Bewindvoering Zuidlaren ter rolle van 19 juli 2011 een akte ingediend. Ter rolle van 2 augustus 2011 heeft BER een antwoordakte ingediend, tevens houdende vermindering van eis. Vervolgens is de datum voor het vonnis nader vastgesteld op vandaag.
1. De kantonrechter handhaaft al hetgeen hij heeft overwogen en beslist in zijn tussenvonnis van 5 juli 2011.
2.1 De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.2 Krachtens een verstekvonnis van 9 januari 2008 van de kantonrechter te Leeuwarden, locatie Sneek, heeft BER op [X] een vordering gekregen groot € 1.239,64, te vermeerderen met rente en kosten. Over het vermogen van [X] is een bewind ingesteld met Bewindvoering Zuidlaren als bewindvoerder.
2.3 Bij deurwaardersexploot van 11 maart 2009 is uit hoofde van voornoemd verstekvonnis onder Bewindvoering Zuidlaren derdenbeslag gelegd op "alle vorderingen en/of roerende zaken die geen registergoederen zijn en die de derde-gearresteerde onder zich heeft en of uit een reeds nu bestaande rechtsverhouding zal of mocht verkrijgen, onder zijn/haar berusting heeft en/of mocht krijgen ten behoeve van gerequireerde, zulks ter voldoening aan van- en om betaling te verkrijgen van de door [X] voornoemd aan requirante verschuldigde bedragen (…).."
Bij dit exploot was gevoegd een formulier tot derdenverklaring als bedoeld in art. 475 lid 2 Rv.
2.4 Bij brief van 11 maart 2009 heeft Bewindvoering Zuidlaren aan de beslagleggende deurwaarder bericht, voor zover hier van belang: "(…) Hoewel ik de overwegingen kan volgen kan ik u meedelen dat deze wijze van beslag niet uitgevoerd kan worden. (…) Gezien het feit dat hier sprake is van een onjuist exploot ga ik er vanuit dat de kosten dezes zullen worden gecrediteerd."
2.5 Bij brief van 25 maart 2009 is Bewindvoering Zuidlaren met kracht van ingebrekestelling en sommatie verzocht om alsnog de derdenverklaring binnen drie weken na 25 maart 2009 toe te sturen.
2.6 Bewindvoering Zuidlaren heeft met de Fortis-bank (thans: de ABN AMRO-bank) een zogenaamde Overeenkomst Bewonersgelden Arrangement (hierna: OBA) gesloten. Deze overeenkomst trekt ertoe, blijkens de considerans, op naam en voor rekening van de Rekeninghouder één of meerdere rekeningen bij deze bank aan te houden teneinde de gelden van de Rekeninghouder te beheren. De overeenkomst vermeldt, voor zover hier van belang:
"Definities
(…)
Rekeninghouder: de begunstigde van de door de B/B-Organisatie beheerde rekening aangehouden bij de Bank;
Bewonersgelden rekening de door de B/B-Organisatie op naam van de Rekeninghouder binnen het arrangement aangehouden / aan te houden Bankrekening;
(…)"
2.7 De bankrekening [****] bij de Rabobank Sneek-ZuidwestFriesland heeft als tenaamstelling: [X]
Postbus 17
P.A. Bewindvoering Zuidlaren
9470 AA Zuidlaren.
De bankrekening [****] bij de ABN AMRO-bank heeft als tenaamstelling:
De heer [X]
Inzake Beheer / II
Postbus 17
9470 AA Zuidlaren.
De vordering en het verweer, samengevat en zakelijk weergegeven
3. BER vordert - na vermindering van eis - de veroordeling van Bewindvoering Zuidlaren in de kosten van het geding, met de wettelijke rente over deze kosten vanaf veertien dagen na betekening van het vonnis. BER beroept zich voor haar vordering op de vaststaande feiten en stelt daartoe nog het volgende. De vordering van BER is door middel van een derdenbeslag onder ABN AMRO-bank lopende deze procedure voldaan. Dat neemt niet weg dat BER terecht onder Bewindvoering Zuidlaren derdenbeslag heeft doen leggen. Nu Bewindvoering Zuidlaren geen deugdelijke derdenverklaring heeft gedaan, dient zij te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. ABN AMRO-bank heeft laten weten dat de bewuste bankrekening is geopend door en op naam staat van Bewindvoering Zuidlaren B.V. Bewindvoering Zuidlaren is dus juridisch de rechthebbende (jegens de bank) op het positieve saldo op deze rekening. Tevens heeft Bewindvoering Zuidlaren het creditsaldo op de bankrekening van [X] onder zich ten titel van beheer. Bewindvoering Zuidlaren dient aan [X] gelden ter beschikking te stellen om aan zijn financiële verplichtingen te voldoen en in die zin heeft [X] een vordering op Bewindvoering Zuidlaren die onder het derdenbeslag valt.
4. Bewindvoering Zuidlaren heeft verweer gevoerd met als conclusie de vordering af te wijzen, met veroordeling van BER in de kosten van het geding. Zij heeft daartoe het navolgende aangevoerd. Primair heeft BER de verkeerde persoon gedagvaard omdat Bewindvoering Zuidlaren de bewindvoerder is van [X]. Zij is ten onrechte niet in die hoedanigheid (q.q.) gedagvaard. Subsidiair heeft Bewindvoering Zuidlaren wel degelijk de derdenverklaring aan de deurwaarder toegestuurd. Daaruit blijkt dat de genoemde bankrekeningen op naam van [X] zelf staan. De bank heeft dus een rechtsverhouding met [X]. BER, althans de deurwaarder had dus beslag moeten leggen onder de bank en niet onder de bewindvoerder. Bewindvoering Zuidlaren is als bewindvoerder slechts beheerder van de bankrekening.
5. Het primaire verweer slaagt niet. De grondslag van de vordering van BER is dat Bewindvoering Zuidlaren op de voet van artikel 477a Rv. het bedrag waarvoor beslag is gelegd, als ware zij zelf schuldenaar, dient te voldoen. De hoedanigheid van bewindvoerder speelt daarbij geen rol.
6. Met betrekking tot de derdenverklaring overweegt de kantonrechter het volgende. Er zijn twee verschillende verklaringen in het geding gebracht. Onduidelijk is gebleven of Bewindvoering Zuidlaren tijdig en volledig een derdenverklaring heeft gedaan, iets wat BER gemotiveerd heeft weersproken. De bewijslast dat de derdenverklaring BER ook heeft bereikt, rust bij Bewindvoering Zuidlaren en zij heeft daarvan ook bewijs aangeboden. Op grond van het navolgende echter is de kantonrechter van oordeel dat de vraag of een correcte derdenverklaring is gedaan in het midden kan blijven en wordt aan bewijs dus niet toegekomen.
7. De rekening bij Rabobank staat op naam van [X] en betreft de zogenaamde 'zakgeldrekening'. BER erkent dat [X] over de gelden op die rekening zelf kan beschikken. De stelling van BER dat Bewindvoering Zuidlaren op zijn minst mede rekeninghouder van deze rekening is en het saldo dus mede in het vermogen van Bewindvoering Zuidlaren valt, dient bij gebreke aan enige onderbouwing te worden verworpen.
8. Voor wat betreft de ABN AMRO-bankrekening blijkt dat deze ook op naam van [X] staat, zij het met de toevoeging "Inzake Beheer / II". Uit de overgelegde Overeenkomst Bewonersgelden Arrangement blijkt dat Bewindvoering Zuidlaren de bankrekening 'aanhoudt' bij de bank maar dat de rekening op naam van [X] is gesteld en dat [X] de begunstigde is. Hieruit concludeert de kantonrechter dat het positief saldo op de bankrekening in het vermogen van [X] valt, zij het dat hij niet vrij is om daarover te beschikken. Immers, het beheer over de rekening ligt bij Bewindvoering Zuidlaren, dit overeenkomstig haar taak. Anders dan BER heeft gesteld, staat de ABN AMRO-bankrekening dus niet mede op naam van Bewindvoering Zuidlaren. Het enkele feit dat Bewindvoering Zuidlaren het beheer voert over deze rekening impliceert niet dat zij rechthebbende is tot het saldo op die rekening. Dat Bewindvoering Zuidlaren aan [X] gelden ter beschikking moet stellen, betekent niet dat zij gelden van [X] onder zich heeft; het betekent dat Bewindvoering Zuidlaren een deel van de beheerde gelden, die tot het vermogen van [X] behoren, vrij moet geven.
9. Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat Bewindvoering Zuidlaren geen gelden van [X] onder zich heeft of - anders gezegd - dat [X] als geëxecuteerde geen vordering heeft op Bewindvoering Zuidlaren. Het derdenbeslag is dan ook ten onrechte gelegd.
10. BER zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van dit geding, zoals hierna in de beslissing is vermeld.
veroordeelt BER is de kosten van deze procedure aan de zijde van Bewindvoering Zuidlaren gevallen, welke kosten tot op heden worden begroot op € 375,00 (2½ punt) wegens het salaris van de gemachtigde van Bewindvoering Zuidlaren;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G.J.J. Smits en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2011.
typ/conc: 220 / GJJS
coll: