ECLI:NL:RBASS:2011:BU9039

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
20 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
323149 \ CV EXPL 11-5355
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Sanctie op niet voldoen aan de waarheidsplicht en substantiëringsplicht door energieleverancier Electrabel

In deze zaak, die voor de Rechtbank Assen is behandeld, vorderde Electrabel Nederland Retail B.V. betaling van een factuur van € 9.424,71 van gedaagde, die een melkveehouderij- en pluimveebedrijf had overgenomen van zijn ouders. De vordering was gebaseerd op de energielevering aan het adres van gedaagde in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2008. Electrabel stelde dat gedaagde op basis van een overeenkomst gehouden was om de geleverde energie te betalen, maar gedaagde betwistte het bestaan van een overeenkomst met Electrabel.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat Electrabel niet aan haar substantiëringsplicht heeft voldaan, wat betekent dat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering. De kantonrechter oordeelde dat Electrabel, als een zogenaamde 'repeatplayer', bekend moest zijn met de verplichtingen die op haar rusten, waaronder de waarheidsplicht. De rechter merkte op dat Electrabel in haar dagvaarding ten onrechte had gesteld dat gedaagde geen verweer had gevoerd, terwijl dit wel het geval was.

De kantonrechter concludeerde dat Electrabel niet voldoende feitelijk had onderbouwd dat er een overeenkomst met gedaagde bestond. De overgelegde offerte was niet ondertekend en bevatte geen essentiële gegevens die nodig zijn voor de totstandkoming van een overeenkomst. Hierdoor werd de vordering van Electrabel afgewezen en werd zij veroordeeld tot betaling van de proceskosten van gedaagde.

Dit vonnis benadrukt het belang van de substantiëringsplicht en de waarheidsplicht in civiele procedures, vooral voor partijen die regelmatig in juridische geschillen betrokken zijn.

Uitspraak

RECHTBANK Assen
Sector kanton
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 323149 \ CV EXPL 11-5355
vonnis van de kantonrechter van 20 december 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Electrabel Nederland Retail B.V., door fusie rechtsopvolgster van Cogas Energie B.V. en van Rendo Energielevering B.V.,
hierna te noemen: Electrabel,
gevestigd te Zwolle,
eisende partij,
gemachtigde: Tijhuis & Partners,
tegen
[Gedaagde],
hierna te noemen: [gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde partij,
gemachtigde: ARAG Rechtsbijstand.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding van 5 augustus 2011;
de conclusie van antwoord;
de nadere toelichtingen van partijen.
De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
1. [gedaagde] heeft per 1 januari 2007 het melkveehouderij- en pluimveebedrijf van zijn ouders overgenomen, gevestigd te [adres X]. [gedaagde] is daar ook woonachtig. Zijn ouders zijn per die datum verhuisd naar de [adres Y] en zijn voor dat adres met Electrabel de levering van energie op basis van het particuliere tarief overeengekomen.
2. Electrabel is door fusie rechtsopvolger geworden van Rendo en Cogas, beide energieleveranciers.
3. De energielevering aan het adres [adres X] heeft in de periode 1 januari 2004 tot 1 september 2008 plaatsgevonden door (de rechtsvoorganger van) Electrabel.
4. Per 1 september 2008 heeft [gedaagde] een overeenkomst gesloten voor de energielevering aan het adres [adres X] met Electrabel Nederland Sales BV, een dochtermaatschappij van Electrabel, tegen het zakelijke tarief.
5. Electrabel heeft op 15 oktober 2009 aan [gedaagde] een eindafrekening verstuurd voor energielevering aan de [adres X] over de periode 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2008, sluitend op een bij te betalen bedrag groot € 9.424,71, gebaseerd op het particuliere tarief.
6. Nadien hebben partijen elkaar in de periode van 5 november 2009 tot en met 26 januari 2010 over en weer aangeschreven over die eindafrekening.
7. In de reactie van 29 december 2009 schrijft Electrabel -voor zover van belang:
"In juli 2008 heeft u contact met ons opgenomen om de facturen voor [adres X] en de facturen voor [adres Y] (op naam van [de vader van gedaagde]) te scheiden. Wij hebben een ander klantnummer aangemaakt voor de facturen op naam van [de vader van gedaagde]. Daardoor is een technisch probleem ontstaan, waardoor wij in september 2008 geen eindafrekening konden opmaken."
De vordering en het verweer
8. Electrabel vordert betaling van [gedaagde] van de factuur ad € 9.424,71, vermeerderd met rente en kosten. Daaraan legt zij ten grondslag dat [gedaagde] op grond van zijn overeenkomst met Electrabel gehouden is om de in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2008 geleverde energie te betalen. Partijen zijn bij aanvang van de levering het particuliere tarief overeengekomen en niet het lagere zakelijke tarief. [gedaagde] is in verzuim en dientengevolge tot en met 14 juli 2011 een rente € 523,41 en aan buitengerechtelijke incassokosten € 700,00 verschuldigd.
9. [gedaagde] verweert zich. Daarop wordt bij de beoordeling ingegaan.
De beoordeling
Formeel
10. [gedaagde] heeft opgeworpen dat Electrabel bij dagvaarding niet aan haar substantiëringplicht heeft voldaan. De vordering is niet voldoende onderbouwd. Daarnaast zijn de bewijsmiddelen en het verweer van [gedaagde] niet vermeld.
Bij repliek heeft Electrabel in reactie daarop gesteld dat zij de mededelings- en bewijsaandraagplicht op een later moment kan herstellen, hetgeen zij bij repliek heeft gedaan.
11. De kantonrechter overweegt dat de substantiëringsplicht ertoe dient het geschil bij dagvaarding zo volledig mogelijk in beeld te brengen. Electrabel heeft niet aan deze verplichting voldaan. Daarnaast heeft zij echter ook in strijd met de op haar rustende 'waarheidsplicht' van artikel 21 Rv gehandeld. Immers, zij heeft bij dagvaarding expliciet gesteld dat [gedaagde] geen verweer heeft gevoerd, terwijl dat wel degelijk het geval was. Tussen partijen is uitgebreid gecorrespondeerd over het geschil. De kantonrechter acht dat zeer ernstig nu zij juist van een instelling als Electrabel, een zogenoemde "repeatplayer", mag verwachten dat deze bekend is met deze op haar rustende verplichting, alsmede dat Electrabel die ook zal nakomen. De kantonrechter verbindt daaraan de consequentie dat ook al zal de vordering van Electrabel toewijsbaar zijn, zij haar eigen proceskosten zal dienen te dragen.
Inhoudelijk
12. Het meest vergaande verweer van [gedaagde] is dat hij geen overeenkomst met (de rechtsvoorganger van) Electrabel heeft gesloten voor de energielevering aan de [adres X].
13. De kantonrechter is van oordeel dat Electrabel niet voldoende feitelijk heeft onderbouwd dat dit wel het geval zou zijn. Door Electrabel is ter onderbouwing van haar stelling dat [gedaagde] haar contractspartij is enkel gewezen op een overgelegde offerte. Uit dat stuk kan echter geen overeenkomst met [gedaagde] worden afgeleid. Die offerte is gericht aan [de vader van gedaagde], de vader van [gedaagde], en is niet van enige ondertekening voorzien. Overigens zijn ook andere, voor de totstandkoming van een overeenkomst relevante gegevens, niet ingevuld, zoals de ingangsdatum, de zogenoemde EAN-code, de contractduur en het daarbij behorende tarief, de meterstanden van het moment van sluiten van de overeenkomst en het gemiddelde jaarverbruik. Al deze gegevens zouden door [gedaagde] moeten zijn ingevuld maar ontbreken op de overgelegde productie. Het is niet meer dan een -standaard- blanco offerte en uit niets blijkt dat deze door [gedaagde] is aanvaard.
14. Nu Electrabel niet voldoende feitelijk heeft onderbouwd dat zij (c.q. haar rechtsvoorganger) met [gedaagde] een overeenkomst tot levering van energie over de periode 1 januari 2007 tot 1 september 2008 voor de [adres X] heeft gesloten, dient haar vordering reeds op die grond te worden afgewezen. Overige stellingen en verweren behoeven geen bespreking meer.
15. Geheel ten overvloede merkt de kantonrechter nog op dat hetgeen de in de overgelegde offerte en algemene voorwaarden is vermeld veeleer wijst op het willen aangaan van een zakelijke aansluiting, dan op een particuliere aansluiting voor de [adres X].
16. Omdat Electrabel in het ongelijk wordt gesteld, zal zij de proceskosten van [gedaagde] moeten vergoeden.
De beslissing
De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Electrabel tot betaling van de proceskosten tot deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 600,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.M.A.M. Kager en in het openbaar uitgesproken op 20 december 2011.
typ/conc: 217/EJ
coll: