ECLI:NL:RBASS:2011:BU7637

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
13 december 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830113-11
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van tandarts in ontuchtzaak met meerdere slachtoffers

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 13 december 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een tandarts, die werd beschuldigd van ontucht met meerdere patiënten. De verdachte, geboren in 1954 en werkzaam als tandarts, werd verweten dat hij op verschillende data in 2010, in Gasselternijveen, door middel van geweld en bedreiging, ontuchtige handelingen had verricht met drie verschillende slachtoffers. De tenlastelegging omvatte onder andere het maken van ongewenste foto's van de slachtoffers en het betasten van hun lichaam. De officier van justitie vorderde een werkstraf en hechtenis, maar de rechtbank oordeelde dat de bewijsvoering niet voldoende was om de verdachte te veroordelen.

Tijdens de zitting op 29 november 2011 werd de verdachte bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.J. Buitenhuis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. Na het horen van de argumenten van de officier van justitie, die de feiten wettig en overtuigend bewezen achtte, en de verdediging, kwam de rechtbank tot de conclusie dat de tenlastelegging niet bewezen kon worden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten, omdat de feitelijke handelingen niet wettig en overtuigend bewezen konden worden.

De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen en dat de verdachte niet in zijn verdediging was geschaad door eventuele fouten in de tenlastelegging. Dit vonnis werd uitgesproken door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en werd openbaar gemaakt op de datum van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830113-11
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 13 december 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren [geboortedatum]1954,
wonende [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 29 november 2011.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. M.J. Buitenhuis, advocaat te Drachten.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 22 maart 2010 te Gasselternijveen, gemeente Aa en Hunze,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster 1] heeft gedwongen tot het plegen
en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), hierin bestaande dat
verdachte van die [aangeefster 1], van wie hij als tandarts (ongevraagd) letselfoto's
van (onder andere) haar billen maakte, de onderbroek (verder) naar beneden
heeft getrokken en daarmee haar billen grotendeels heeft ontbloot,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat hij die handeling(en)
onverwachts bij die [aangeefster 1] heeft verricht;
art 246 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 22 maart 2010 te Gasselternijveen, gemeente Aa en Hunze,,
terwijl hij toen als tandarts werkzaam was in de gezondheidszorg en/of
maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [aangeefster 1], die zich als
patiënt en/of cliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd, immers
heeft hij van die [aangeefster 1], van wie hij als tandarts (ongevraagd) letselfoto's
van (onder andere) haar billen maakte, de onderbroek (verder) naar beneden
getrokken en daarmee haar billen grotendeels ontbloot;
art 249 lid 2 ahf sub 3 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 07 juni 2010 te Gasselternijveen, gemeente Aa en Hunze,,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster 2] heeft gedwongen tot het plegen
en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het
betasten van, althans wrijven over, het middel en/of de heup en/of het
bovenbeen van die [aangeefster 2],
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die
handeling(en) onverwachts bij die [aangeefster 2] heeft verricht;
art 246 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 07 juni 2010 te Gasselternijveen, gemeente Aa en Hunze,,
terwijl hij toen als tandarts werkzaam was in de gezondheidszorg en/of
maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [aangeefster 2], die zich als
patiënt en/of cliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd, immers
heeft hij, toen hij aan die [aangeefster 2] uitleg gaf over een tandheelkundige
behandeling, het middel en/of de heup en/of het bovenbeen van die [aangeefster 2]
betast, althans daarover gewreven;
art 249 lid 2 ahf sub 3 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 07 juni 2010 te Gasselternijveen, gemeente Aa en Hunze,,
door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) [aangeefster 3] heeft gedwongen tot het plegen
en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het
betasten van, althans wrijven over, het bovenbeen van die [aangeefster 3], en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte die
handeling(en) onverwachts bij die [aangeefster 3] heeft verricht;
art 246 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 07 juni 2010 te Gasselternijveen, gemeente Aa en Hunze,,
terwijl hij toen als tandarts werkzaam was in de gezondheidszorg en/of
maatschappelijke zorg, ontucht heeft gepleegd met [aangeefster 3], die zich als
patiënt en/of cliënt aan verdachtes hulp en/of zorg had toevertrouwd, immers
heeft hij, toen die [aangeefster 3] in de tandartsbehandelstoel zat, het bovenbeen van
die [aangeefster 3] betast, althans daarover gewreven;
art 249 lid 2 ahf sub 3 Wetboek van Strafrecht
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie mr. A.M. de Vries acht hetgeen het onder 2 primair en 3 primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat verdachte terzake van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde zal worden vrijgesproken.
De eis luidt ten aanzien van het onder 2 primair en 3 primair tenlastegelegde:
* een werkstraf van 60 uren subsidiair 30 dagen hechtenis, waarvan 20 uren werkstraf subsidiair 10 dagen hechtenis voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren.
De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak
De verdachte dient van het onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit -evenals verdachte en zijn raadsvrouw- niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht ten aanzien van feit 1 primair en subsidiair met name de tenlastegelegde feitelijke handeling, dat verdachte de onderbroek van het slachtoffer (verder) naar beneden heeft getrokken en daarmee haar billen heeft ontbloot, niet bewezen.
De rechtbank acht ten aanzien van de feiten 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair onvoldoende wettig bewijs aanwezig.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair en subsidiair, 2 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter, en mr. H.T. van Voorst en mr. C. Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 13 december 2011.