ECLI:NL:RBASS:2011:BU4466

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
15 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19/830204-11
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar opzet in voorwaardelijke zin bij ontploffing in woning te Emmen

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 15 november 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van het opzettelijk teweegbrengen van een ontploffing op 31 juli 2011 in een woning aan de Torenvalk te Emmen. De rechtbank heeft tijdens de zitting op 1 november 2011 vastgesteld dat het onderzoek niet volledig was en dat er behoefte was aan nadere informatie over de kans op een ontploffing binnen het geschetste scenario van de verdachte. De verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. W.A. Velema.

De tenlastelegging omvatte primair de beschuldiging van opzet in voorwaardelijke zin, waarbij de rechtbank zich afvroeg of de verdachte zich bewust was van de aanmerkelijke kans dat zijn handelingen tot een ontploffing zouden leiden. De rechtbank heeft ook gekeken naar de mogelijkheid van grove of aanmerkelijke schuld, waarbij de deskundige ing. E.M. Kok van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) werd ingeschakeld om de explosie te onderzoeken. Kok concludeerde dat het onduidelijk was of de omstandigheden van de explosie zoals geschetst door de verdachte realistisch waren.

De rechtbank heeft besloten het onderzoek ter terechtzitting te heropenen en de deskundige Kok op te roepen om verdere verduidelijking te geven. De beslissing om het onderzoek te heropenen werd genomen om een afgewogen oordeel te kunnen vellen over de vraag of er sprake was van opzet of schuld in deze zaak. De rechtbank heeft de stukken in handen gesteld van de officier van justitie en zal de oproeping van de deskundige en de verdachte regelen voor een nader te bepalen zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19/830204-11
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 november 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1990,
wonende te [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 1 november 2011.
Verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. W.A. Velema, advocaat te Assen.
MOTIVERING
De rechtbank is tijdens de beraadslaging naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting gebleken, dat het onderzoek niet volledig is geweest.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Aan verdachte is onder 1. primair tenlastegelegd dat hij op 31 juli 2011 in een woning aan de Torenvalk te Emmen opzettelijk een ontploffing heeft teweeggebracht.
Naar aanleiding van de stukken en het onderzoek ter terechtzitting zou gesproken kunnen worden van opzet in voorwaardelijke zin. Volgens vaste jurisprudentie is voorwaardelijk opzet aanwezig indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat een bepaald gevolg zal intreden. Dit vereiste brengt mee dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat dit gevolg zal intreden.
Subsidiair wordt verdachte schuld aan de ontploffing op 31 juli 2011 in de woning aan de Torenvalk te Emmen verweten als gevolg van grove, althans aanmerkelijke onvoorzichtig-heid, onoplettendheid en/of onachtzaamheid.
Het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie te Den Haag (NFI) heeft naar aanleiding van de explosie in de woning een explosievenonderzoek verricht. De bevindingen van ing. E.M. Kok, NFI-deskundige explosies en explosieven onderzoek, zijn vastgelegd in het rapport van het NFI van 26 september 2011.
Kok heeft op grond van de onderzoeksresultaten geen aanwijzingen gevonden dat het geschetste scenario, namelijk dat door het aansteken van een los stukje van de lading een vrijwel directe overslag heeft plaatsgevonden naar de lading in het biervat, dat hierop vrijwel direct ontploft, niet klopt. Gezien de samenstelling van de lading in het biervat had het echter ook kunnen gebeuren dat de lading eerst was gaan branden en pas later of in het geheel geen explosie zou veroorzaken.
In hoeverre voorzien had kunnen worden dat deze constructie zo zou ontploffen, is moeilijk aan te geven, aldus Kok. Mengsels van kaliumnitraat en suiker worden vooral als rooklading toegepast, maar onder bepaalde omstandigheden kan na ontsteking de verbranding zo snel gaan, dat hierdoor een ontploffing optreedt.
Kok concludeert dat onduidelijk is of het rondzwevende aluminiumpoeder een realistische verklaring is voor de overslag van een klein stukje brandende lading naar de lading van het biervat.
Om tot een afgewogen oordeel te kunnen komen met betrekking tot de vraag of verdachte opzet in voorwaardelijke zin heeft gehad op de ontploffing op 31 juli 2011 in de woning aan de Torenvalk te Emmen of dat sprake is geweest van grove of aanmerkelijke schuld aan die ontploffing wenst de rechtbank ter terechtzitting nader te worden geïnformeerd omtrent de vraag of binnen het door verdachte geschetste scenario een aanmerkelijke kans bestond dat verdachte en/of zijn medeverdachte een ontploffing in de woning zouden teweegbrengen.
De rechtbank zal daartoe de oproeping van de deskundige gelasten.
BESLISSING
De rechtbank:
- beveelt dat het onderzoek ter terechtzitting zal worden heropend op een nader te bepalen terechtzitting;
- stelt de stukken in handen van de officier van justitie;
- beveelt de oproeping van ing. E.M. Kok, NFI-deskundige explosies en explosieven onderzoek, en van verdachte tegen een nog nader te bepalen terechtzitting en tijdstip met kennisgeving van dat tijdstip aan de raadsman van verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, en mr. F. Sieders en mr. M. van der Veen, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 15 november 2011.
Mr. Van der Veen is buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.