ECLI:NL:RBASS:2011:BU3322
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in brandstichtingszaak door inconsistenties in bewijsvoering
In de zaak van de verdachte, geboren op [geboortedatum] 1976, die wordt beschuldigd van brandstichting in de woning van [aangever] op 24 januari 2010, heeft de rechtbank op 1 november 2011 uitspraak gedaan. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat zij de brandstichting heeft gepleegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het dossier veel onduidelijke, inconsistente en tegenstrijdige verklaringen bevat. De belastende verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] werd niet ondersteund door voldoende bewijs. Hoewel er telefonisch contact was tussen de verdachte en [medeverdachte 1] op de nacht van de brand, was de inhoud van dat gesprek niet vast te stellen. De verdachte heeft verklaard dat het gesprek ging over de organisatie van haar bruiloft, wat door de rechtbank als een plausibele verklaring werd gezien. De rechtbank concludeert dat de enige belastende verklaring van [medeverdachte 1] niet voldoende is om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verklaringen van andere medeverdachten niet voldoende bewijs opleverden om de verdachte te veroordelen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 20 maanden geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van alle beschuldigingen. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken.