ECLI:NL:RBASS:2011:BS8890
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.J. Lennaerts
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van GGZ voor onrechtmatige opname zonder toepassing van de Wet BOPZ
In deze zaak vorderde eiseres schadevergoeding van de Stichting GGZ Noord Drenthe en de sociale werkvoorziening Alescon, naar aanleiding van haar opname op een gesloten afdeling van een psychiatrisch ziekenhuis zonder de juiste wettelijke procedures te volgen. Eiseres stelde dat zij niet had ingestemd met de opname en dat de GGZ in strijd had gehandeld met de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet BOPZ). De rechtbank Assen behandelde de zaak en stelde vast dat eiseres tijdens haar opname geen bewegingsvrijheid had en dat de GGZ niet had aangetoond dat er sprake was van instemming met de opname. De rechtbank oordeelde dat de GGZ de bewijslast droeg om aan te tonen dat eiseres weloverwogen had ingestemd met de behandeling, wat zij niet had gedaan. De rechtbank wees op de noodzaak van een inbewaringstelling (IBS) of een voorlopige machtiging, die niet waren aangevraagd. De GGZ had de beslissing over de vrijheidsbeperking bij zichzelf gehouden, wat leidde tot een bewijsrisico. De rechtbank droeg de GGZ op om bewijs te leveren van de geestestoestand van eiseres en haar instemming met de behandeling. De zaak werd aangehouden voor verdere behandeling.