ECLI:NL:RBASS:2011:BS7511

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
13 september 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830152-11
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van deelname aan een criminele organisatie wegens onvoldoende bewijs

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, geboren te Fetesti (Roemenië) in 1991, heeft de Rechtbank Assen op 13 september 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met het plegen van misdrijven, waaronder oplichting, diefstal en witwassen, gedurende de periode van 23 augustus 2010 tot en met 24 mei 2011 in Nederland. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om te concluderen dat er sprake was van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen de verdachte en zijn medeverdachten. De rechtbank benadrukte dat voor de kwalificatie van een criminele organisatie niet alleen de samenwerking, maar ook de organisatiegraad en de sturende rol van betrokkenen van belang zijn.

De rechtbank concludeerde dat de gepleegde diefstallen eerder als gelegenheidsdiefstallen moeten worden beschouwd en dat er geen bewijs was voor oplichting of witwassen door de verdachte. De levensstijl van de verdachte en zijn medeverdachten kon niet worden gelijkgesteld aan deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde en gelastte de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van 42 euro aan de verdachte. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de geldigheid van de dagvaarding en de ontvankelijkheid van de officier van justitie bevestigde.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830152-11
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 13 september 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte 6],
geboren te Fetesti (Roemenië) op [datum] 1991,
wonende [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 06 september 2011.
De verdachte is niet verschenen.
Als raadsman van de verdachte is ter terechtzitting aanwezig mr. B. de Haan, advocaat te Lemmer. Deze is door de verdachte uitdrukkelijk gemachtigd om namens hem de verdediging te voeren.
Tenlastelegging
De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op of omstreeks de periode van 23 augustus 2010 tot en met 24 mei 2011 te Emmen en/of Groningen en/of Drachten, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie, te weten een samenwerkingsverband tussen [verdachte 3] en/of [verdachte 4] en/of [verdachte 2] en/of [verdachte 1] en/of [verdachte 5] en/of [verdachte 6] en/of een of meer anderen, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het (tezamen en in vereniging) oplichten van een of meer personen en/of
- het (tezamen en in vereniging) plegen van diefstallen en/of
- het (tezamen en in vereniging) plegen van witwassen;
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie mr. S. Kromdijk acht hetgeen is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
* het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van voorarrest.
De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Vrijspraak
De verdachte dient van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Met betrekking tot dit feit wordt verdachte verweten dat hij heeft deelgenomen aan een criminele organisatie door met zijn medeverdachten strafbare feiten te plegen zoals in de tenlastelegging staat omschreven.
Om te kunnen spreken van een criminele organisatie moet er sprake zijn van het plegen van misdrijven in een georganiseerd verband. De organisatie moet het oogmerk hebben om misdrijven te plegen waarbij er sprake moet zijn van een bepaalde organisatiegraad en een samenwerkingsverband waar de betrokkenen aan deelnemen of dat ondersteunen. Ook moet er sprake zijn van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen twee of meer personen.
Naar het oordeel van de rechtbank biedt het dossier onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen spreken van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband tussen personen. De rechtbank ziet in het dossier geen aanknopingspunten voor een organisatie-graad waarbij een persoon of personen een sturende rol zou/zouden hebben.
De genoemde diefstallen zijn naar het oordeel van de rechtbank eerder aan te merken als gelegenheidsdiefstallen gepleegde door medeverdachten [verdachte 1] en [verdachte 2]. Van oplichting is in onderhavig dossier geen sprake. Uit het dossier valt niet af te leiden dat het handelen van verdachte gericht was op het witwassen.
De verdachte en zijn medeverdachten hebben, zo blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit het dossier en kan uit het verhandelde ter terechtzitting worden vastgesteld, een bepaalde manier van leven. Die kan echter in het onderhavige geval niet synoniem staan voor deelname aan een criminele organisatie.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedrag ad 42 euro.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter, A.L.J.M.A. Janssens en mr. M. van der Veen, rechters in tegenwoordigheid van D.C. witvoet, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 13 september 2011, zijnde mr. Van der Veen buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.
Parketnummer: 19.830152-11
Uitspraak d.d.: 13 september 2011 2
vonnis