ECLI:NL:RBASS:2011:BR0730
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid verzoekster in deelgeschilprocedure inzake schadevergoeding na aanrijding
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 6 juli 2011 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure waarin verzoekster, die op 25 augustus 2007 schuldloos betrokken was bij een aanrijding, een deelgeschil aan de rechtbank voorlegde. Verzoekster had Unigarant Verzekeringen N.V. aansprakelijk gesteld voor haar schade en verzocht om een voorschot van € 25.000, alsook om vergoeding van kosten die zij buiten rechte had gemaakt. Unigarant had eerder aansprakelijkheid erkend en voorschotten betaald, maar betwistte dat er nog verdere schadevergoeding verschuldigd was, en stelde dat er geen causaal verband was tussen de aanrijding en de geuite klachten van verzoekster.
De rechtbank oordeelde dat verzoekster niet-ontvankelijk was in haar verzoek, omdat zij niet voldoende feiten en omstandigheden had aangevoerd die een geschilpunt vormden dat aan het tot stand komen van een vaststellingsovereenkomst in de weg stond. De rechtbank benadrukte dat de Wet deelgeschillen voor letsel- en overlijdensschade bedoeld is om partijen de mogelijkheid te bieden een rechterlijke beslissing te krijgen op een geschilpunt dat onderhandelingen bevorderd. Aangezien Unigarant niet bereid was om te onderhandelen en de aansprakelijkheid gemotiveerd betwistte, ontbrak het verzoekster aan een wezenlijk element om haar verzoek als deelgeschil te kunnen indienen.
De rechtbank verklaarde verzoekster in haar verzoek niet-ontvankelijk en veroordeelde haar in de proceskosten, die aan de zijde van Unigarant tot op heden waren begroot op € 5.000,00. De beslissing werd openbaar uitgesproken door de rechters B.R. Tromp, H.H. Kielman en S. Dijkstra.