RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830282-10
vonnis van de meervoudige strafkamer d.d. 7 juni 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte 1],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum]1992,
wonende te [woonplaats],
verblijvende te P.I. Noord - De Grittenborgh, Kinholtsweg 7 te Hoogeveen.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 24 mei 2011.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. Y. Kikkert, advocaat te Assen.
De verdachte is ingevolge de terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op of omstreeks 17 december 2010, te Assen, althans in de gemeente Assen,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid
geld (te weten 1051.30 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [supermarkt X], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen medewerker(s) [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn
mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin
bestond(en) dat verdachte en/of (een van) zijn mededader(s)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben
getoond en/of tegen de arm en/of de nek van die [slachtoffer 2] heeft/hebben
gedrukt en/of daarbij heeft/hebben gezegd/ geroepen "geld, geld" en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de richting van
(het lichaam van) genoemde [slachtoffer 3] heeft/hebben gestoken, althans die [slachtoffer 3]
dreigend een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben
getoond/voorgehouden en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd/geroepen: "ik wil
geld, doe die la open", althans woorden van soortgelijke strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 17 december 2010, te Assen, althans in de gemeente Assen
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3],
medewerker(s) van [supermarkt Y] aan de [adres], heeft gedwongen tot
de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 1051.30 euro), in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt X], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk
geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
en/of (een van) zijn mededader(s)
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, heeft/hebben
getoond en/of tegen de arm en/of de nek van die [slachtoffer 2] heeft/hebben
gedrukt en/of daarbij heeft/hebben gezegd/ geroepen "geld, geld" en/of
- met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de richting van
(het lichaam van) genoemde [slachtoffer 3] heeft/hebben gestoken, althans die [slachtoffer 3]
dreigend een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft/hebben
getoond/voorgehouden en/of (daarbij) heeft/hebben gezegd/geroepen: "ik wil
geld, doe die la open", althans woorden van soortgelijke strekking;
hij op of omstreeks 24 december 2010, te Assen, althans in de gemeente Assen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van
wederrechtelijke toe-eigening uit een winkelpand aan de [adres] weg te
nemen een hoeveelheid geld, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt X], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 4], medewerker van genoemde supermarkt, te plegen met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen,
- de situatie rond de winkel heeft verkend en/of afspraken heeft gemaakt over
de aanpak en de uitvoering van de te plegen diefstal (met geweld) en/of
- kleding en/of een masker en/of (vuur-)wapen heeft verstrekt, althans
beschikbaar gesteld voor het gebruik bij de te plegen diefstal met geweld en/of
- (een) fiets(en) heeft klaargezet, die gebruikt konden worden om van de
plaats van het misdrijf te vluchten en/of
(waarna (een van) zijn mededader(s))
- voorzien van een (gezichtsbedekkend) masker en/of een vuurwapen, althans een
op een vuurwapen gelijkend voorwerp, dat winkelpand is binnengegaan en/of
- het vuurwapen, althans het op een vuurwapen gelijkend voorwerp, op die
[slachtoffer 4] heeft gericht en/of gericht gehouden en/of
- (daarbij) heeft gezegd/geroepen: "doe je la open en geef me geld", althans
woorden van soortgelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 24 december 2010, te Assen, althans in de gemeente Assen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4], althans een medewerker van de [supermarkt Z] aan de [adres], te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt X], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
tezamen met zijn medeverdader(s), althans alleen,
- de situatie rond de winkel heeft verkend en/of afspraken heeft gemaakt over de aanpak en de uitvoering van dit te plegen feit en/of
- kleding en/of een masker en/of een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en/of op die [slachtoffer 4] heeft gericht en/of gericht gehouden en/of
- (daarbij) heeft gezegd/geroepen: "doe je la open" en/of "geef me geld", althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking,
Terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
[verdachte 2] en/of [verdachte 3] en/of [verdachte 4], op of omstreeks 24 december 2010, te Assen, althans in de gemeente Assen, ter uitvoering van het door die [verdachte 2]
en/of die [verdachte 3] en/of die [verdachte 4] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit een winkelpand aan de [adres],
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een hoeveelheid
geld, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt X], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen
vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen
[slachtoffer 4], medewerker van genoemde supermarkt, te plegen met het oogmerk
om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij
betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de
vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
tezamen en in vereniging, althans alleen,
- voorzien van een (scream-)masker die supermarkt zijn/is binnengegaan en/of
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp
ter hand heeft genomen en/of op die [slachtoffer 4] heeft gericht en/of gericht
gehouden en/of
- (daarbij) heeft geroepen/gezegd: "doe je la open en geef me geld", althans
woorden van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 24 december 2010,
althans in de maand december 2010, te Assen, althans in de gemeente Assen
en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen
heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- het (uit)zoeken van een geschikte locatie en/of
- het (voor)bespreken van de aanpak van de te plegen overval met die [verdachte 2]
en/of die [verdachte 3] en/of die [verdachte 4] en/of
- het aan die [verdachte 2] en/of die [verdachte 3] beschikbaar stellen van een masker en/of
een wapen en/of een fiets en/of (andere) kleding en/of
- het maken van afspraken over een ontmoeting na de overval en het verdelen
van de buit;
[verdachte 2] en/of [verdachte 3] en/of [verdachte 4], op of omstreeks 24 december 2010, te Assen, althans in de gemeente Assen, ter uitvoering van het door die [verdachte 2] en/of die [verdachte 3] en/of die [verdachte 4] voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4], althans een werknemer van de [slachtoffer 5] aan de [adres] te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [supermarkt X], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
tezamen en in vereniging , althans alleen,
- voorzien van een (scream-)masker die supermarkt zijn/is binnengegaan en/of
- (vervolgens) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft/hebben getoond en/of op die [slachtoffer 4] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
- (daarbij) heeft/hebben geroepen/gezegd: "doe je la open" en/of "geef me geld", althans woorden, van soortgelijke (dreigende) aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 24 december 2010, althans in de maand december 2010, te Assen, althans in de gemeente Assen en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door
- het (uit)zoeken van een geschikte locatie en/of
- het (voor)bespreken van de aanpak van het te plegen misdrijf met die [verdachte 2] en/of die [verdachte 3] en/of die [verdachte 4]
- het aan die [verdachte 4] en/of [verdachte 2] en/of die [verdachte 3] beschikbaar stellen van een masker en/of een vuurwapen althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en/of een fiets en/of (andere) kleding en/of
- het maken van afspraken over een ontmoeting na de uitvoering van het misdrijf en het verdelen van de buit;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie mr. A.M. de Vries acht hetgeen onder 1 primair en onder 2 subsidiair aan de verdachte is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen.
De officier van justitie vordert:
- een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan een gedeelte groot 12 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht,
met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarde van reclasseringstoezicht, hetgeen mede zal inhouden dat verdachte zich ambulant zal doen behandelen door de A.F.P.N., alsmede voor zover nodig ambulante behandeling bij een verslavingsinstelling en dat hij zich zal onderwerpen aan urinecontroles met betrekking tot drugsgebruik.
De officier van justitie heeft verder gevorderd, dat last zal worden gegeven tot tenuitvoerlegging van de aan veroordeelde bij onherroepelijk geworden vonnis van 30 maart 2010 van deze rechtbank opgelegde gevangenisstraf van 12 maanden, ten aanzien waarvan bevel was gegeven dat deze voorwaardelijk niet zou worden tenuitvoergelegd.
De officier van justitie vordert verder hoofdelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] en hoofdelijke oplegging van een schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
De verdachte dient van het onder 2 primair tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De raadsvrouw van verdachte heeft ter zake feit 1 betoogd, dat geen sprake is van medeplegen maar hooguit van medeplichtigheid. Het is niet duidelijk wat de rol van verdachte is geweest bij deze overval. Hij heeft weliswaar goederen geleverd, maar was niet betrokken bij het maken van de plannen voor de overval. De raadsvrouw heeft betoogd, dat de verklaringen van [verdachte 5] en [verdachte 6] over de rol van verdachte niet betrouwbaar zijn. Zij hebben in Het Poortje met elkaar kunnen overleggen. Ten aanzien van de verklaring van [verdachte 6] stelt de raadsvrouw, dat deze later heeft verklaard dat verdachte niets met de overval te maken heeft. De verklaringen van [verdachte 5] en [verdachte 6] komen op meerdere punten niet met elkaar overeen.
De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw.
De rechtbank overweegt dat de verklaringen van [verdachte 5] en [verdachte 6] weliswaar op onderdelen van elkaar afwijken, maar dat zij in grote lijnen wel in overeenstemming met elkaar zijn. Tevens worden deze verklaringen ondersteund door de verklaringen van medeverdachten [verdachte 7] en [verdachte 3].
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij alleen een masker heeft geleverd. Dit masker zou hij buiten van [verdachte 3] gehad hebben, binnen zou hij het op tafel gelegd hebben, waarna iemand het heeft gepakt. Verdachte heeft verklaard dat hem gevraagd was mee te gaan, maar dat hij dat niet wilde. Door het masker aan te pakken en door te geven dacht hij er vanaf te zijn. De rechtbank acht de door verdachte geschetste gang van zaken niet waarschijnlijk en evenmin geloofwaardig. De verklaring is volledig in tegenspraak met eerdere verklaringen van medeverdachten en de rol als initiator die verdachte volgens anderen heeft.
Voorts overweegt de rechtbank dat verdachte eerder bij de politie een leugenachtige verklaring heeft afgelegd ten aanzien van zijn alibi op de desbetreffende vrijdagavond.
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
Op grond van de verklaringen van medeverdachten is de rechtbank van oordeel dat verdachte één van de initiatoren van beide overvallen is geweest, dat hij attributen voor de overvallen heeft meegenomen en dat hij aanwijzingen heeft gegeven aan de feitelijke overvallers. Er is derhalve sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de onderscheiden medeverdachten.
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het hem onder 1 primair en onder 2 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 17 december 2010, te Assen, tezamen en in vereniging met anderen, met het
oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid
geld (te weten 1051.30 euro), toebehorende aan [supermarkt X], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen medewerkers [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en zijn mededaders
- een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben getoond en tegen de arm van die [slachtoffer 2] hebben gedrukt en daarbij hebben geroepen "geld, geld" en
- die [slachtoffer 3] dreigend een mes, hebben voorgehouden en daarbij hebben geroepen: "ik wil
geld, doe die la open".
hij op 24 december 2010, te Assen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 4], te dwingen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, toebehorende aan [supermarkt X],
tezamen met zijn medeverdachten,
- de situatie rond de winkel heeft verkend en afspraken heeft gemaakt over de aanpak en de uitvoering van dit te plegen feit en
- kleding en een masker en een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft getoond en op die [slachtoffer 4] heeft gericht en gericht gehouden en
- daarbij heeft geroepen: "doe je la open" en "geef me geld",
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1 primair en onder 2 subsidiair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het onder 1 primair en onder 2 subsidiair bewezenverklaarde levert respectievelijk op:
1. Diefstal vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen,
strafbaar gesteld bij artikel 310 juncto 312 aanhef sub 2 van het Wetboek van Strafrecht.
2. Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer personen,
strafbaar gesteld bij artikel 317 junctis artikelen 312 lid 2 en 45 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsvrouw van de verdachte;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 19 april 2011, waaruit blijkt dat verdachte eerder ter zake van soortgelijke misdrijven is veroordeeld.
De raadsvrouw heeft een lagere straf bepleit dan door de officier is geëist, gelet op het geringe aandeel dat verdachte heeft gehad in de feiten. Verdachte heeft lange tijd in beperking gezeten, wat voor een jongen van zijn leeftijd erg zwaar is.
De raadsvrouw heeft bepleit de proeftijd ten aanzien van de vordering tenuitvoerlegging te verlengen omdat de voorwaarden al erg strak zijn.
Tenslotte heeft de raadsvrouw bepleit de vorderingen van de benadeelde partijen niet toe te wijzen gezien de kleine rol van verdachte. Subsidiair vindt zij dat de vorderingen niet hoofdelijk en zonder wettelijke rente toegewezen moeten worden.
Bij het bepalen van de straf zal de rechtbank rekening houden met het voorlichtingsrapport van het Reclassering Nederland te Assen van 28 april 2011.
Vooropgesteld moet worden dat het gaat om zeer ernstige feiten die zowel voor de direct betrokkenen als voor de samenleving gevoelens van angst en onveiligheid met zich meebrengen. Het optreden met meerdere personen, voorzien van vermomming en wapens levert een zeer bedreigende situatie op. Verdachte heeft zijn eigen belang vooropgesteld zonder rekening te houden met de gevolgen van zijn gedrag voor anderen. Dit blijkt overduidelijk uit de ter terechtzitting voorgelezen verklaring van één van de medewerkers van de supermarkt.
De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat hij betrokken is geweest bij twee overvallen, dat hij daarbij een van de initiatiefnemers is geweest, dat hij spullen heeft meegenomen en dat hij aanwijzingen heeft gegeven aan de feitelijke plegers. Bovendien is verdachte eerder ter zake gelijksoortige misdrijven veroordeeld tot een forse straf.
De rechtbank is op grond van de ernst van de onderhavige zaak, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan een gedeelte groot 12 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, een passende bestraffing is van deze verdachte.
Verder dient verdachte zich in overleg met de reclassering, in het kader van het algemene reclasseringstoezicht, ambulant te laten behandelen door de A.F.P.N. en voor zover nodig te starten met een ambulante behandeling bij een verslavingsinstelling. Tevens dient verdachte zich te onderwerpen aan urinecontroles met betrekking tot drugsgebruik.
Vordering tenuitvoerlegging na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19.810348-09
De rechtbank acht de vordering van de officier van justitie toewijsbaar, nu de verdachte, eerder bij vonnis van 30 maart 2010 van deze rechtbank is veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 20 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, en hij zich tijdens de gestelde proeftijd, heeft schuldig gemaakt aan de strafbare feiten zoals hiervoor bewezen is verklaard.
T.a.v. benadeelde partij [slachtoffer 3]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de hoofdelijke aansprakelijkheid van de verdachte bewezen. Het gevorderde bedrag acht de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 december 2010 tot de dag der algehele voldoening, is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
T.a.v. benadeelde partij [slachtoffer 4]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte bewezen. Het gevorderde bedrag acht de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal de vordering van [slachtoffer 4] toewijzen voor het deel waarvoor de rechtbank de verdachte aansprakelijk acht. De rechtbank merkt hierbij op dat zij het in dit specifieke geval niet wenselijk acht dat verdachte en zijn medeverdachten op enige wijze contact moeten hebben over de verdeling van de schade. Om die reden zal de vordering niet hoofdelijk worden toegewezen.
Schadevergoedingsmaatregel
Met betrekking tot het bewezen verklaarde feit onder 1 primair acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht, [slachtoffer 3], tot na te noemen bedrag hoofdelijk aansprakelijk voor de schade, die door het strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd een bedrag van € 750,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 december 2010 tot de dag der de algehele voldoening, aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.
Met betrekking tot het bewezen verklaarde feit onder 2 subsidiair acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht, [slachtoffer 4], tot na te noemen bedrag aansprakelijk voor de schade, die door het strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd aan de Staat te betalen een bedrag van € 125,- ten behoeve van [slachtoffer 4].
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 26, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 2 primair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1 primair en onder 2 subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en onder 2 subsidiair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden waarvan een gedeelte groot 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, arrondissement Assen (dan wel van een van de onderscheidende reclasseringsinstellingen c.q. partners), welke voorschriften en aanwijzingen mede zullen inhouden dat verdachte:
- zich ambulant doet behandelen door de A.F.P.N., of een soortgelijke instelling;
- zich voor zover nodig ambulant doet behandelen door een verslavingsinstelling; en
- zich onderwerpt aan te houden urinecontroles met betrekking tot drugsgebruik,
met opdracht aan de reclasseringsinstelling ingevolge artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Beslissing op de vordering na voorwaardelijke veroordeling onder parketnummer 19.810348-09
De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van een gedeelte, te weten 12 maanden van de bij vonnis d.d. 30 maart 2010 door de meervoudige kamer te Assen opgelegde voorwaardelijke jeugddetentie.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van de som van € 750,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 december 2010 tot de dag der algehele voldoening en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van de som van € 125,- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3], een bedrag van € 750,- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 15 dagen hechtenis en
legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], een bedrag van € 125,- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 2 dagen hechtenis
met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichtingen niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormelde bedragen ten behoeve van de slachtoffers de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partijen doet vervallen, alsmede dat betaling van voormelde bedragen aan de benadeelde partijen de verplichting tot betaling aan de Staat van deze bedragen doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter, mr. J.G. de Bock en
mr. E.C.M. Wolfert, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.M. Ariese, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 7 juni 2011.
Parketnummer: 19.830282-10
Uitspraak d.d.: 7 juni 2011 11