ECLI:NL:RBASS:2011:BQ4764
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vertegenwoordiging en bevoegdheid in opdrachtverlening door financieel adviseur
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Assen, staat de vraag centraal of een financieel adviseur, die een notaris opdracht geeft om een akte van verdeling op te stellen, daadwerkelijk de bevoegdheid heeft om dit te doen namens de opdrachtgever. De eiser, een notaris, heeft werkzaamheden verricht in het kader van een relatiebreuk tussen de gedaagde en diens partner, waarvoor hij een factuur heeft gestuurd. De gedaagde weigert echter te betalen, omdat hij stelt dat hij geen opdracht heeft gegeven aan de notaris, maar dat deze opdracht door zijn ex-partner is verstrekt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet zelf de opdracht heeft gegeven, maar dat de opdracht is gegeven door een derde, een financieel adviseur genaamd [X].
De kern van de zaak draait om de vraag of de gedaagde door zijn gedragingen een schijn van bevoegdheid heeft gecreëerd, waardoor de notaris redelijkerwijs mocht aannemen dat de financieel adviseur de bevoegdheid had om namens de gedaagde op te treden. De kantonrechter concludeert dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat de gedaagde de schijn van vertegenwoordiging heeft gewekt. De enkele reactie van de financieel adviseur op een brief van de notaris is niet voldoende om een dergelijke schijn te creëren.
Uiteindelijk wijst de kantonrechter de vordering van de notaris af en veroordeelt de notaris in de proceskosten, die op € 25,-- worden begroot. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 3 mei 2011.