RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.810290-10
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 29 maart 2011 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [gebooerteplaats] op [geboortedatum] 1957,
wonende [adres],
thans gedetineerd in [plaats van detentie].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 15 maart 2011.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. M.G. Doornbos, advocaat te Assen.
De officier van justitie mr. S. Kromdijk acht hetgeen onder 1. primair, 2., 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: 36 maanden gevangenisstraf onder aftrek van voorarrest, niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] in hun vorderingen omdat verdachte failliet is verklaard, het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel ten aanzien van het slachtoffer [benadeelde partij 1] tot een bedrag van € 91.600,-- en het opleggen van een schadevergoedingsmaatregel ten aanzien van de slachtoffers [benadeelde partij 2] tot een bedrag van € 53.250,--.
De verdachte is ingevolge ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in de periode van 14 juni 2008 tot en met 26 juni 2008 in de gemeente Emmen en/of gemeente Drachten en/of gemeente Leusden, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander, althans anderen meerdere werkgeversverklaringen en/of brieven, althans een of meer geschriften, dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst,
door (telkens) opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid
- brieven, gedateerd 14 juni 2008 en/of 20 juni 2008 te ondertekenen als zijnde [werkgever] (werkgever van [werknemer] en/of
- werkgeversverklaringen, gedateerd 20 juni 2008 en/of gedateerd 23 juni 2008, op te stellen (voor werknemer [werknemer]) en/of te ondertekenen als zijnde [werkgever] en/of
- een arbeidsovereenkomst gedateerd 20 juni 2008 op te stellen als zijnde werkgever van [werknemer] en/of te ondertekenen als zijnde [werkgever],
(telkens) met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 14 juni 2008 tot en met 27 januari 2010 in de gemeente Emmen en/of gemeente Drachten, in elk geval in Nederland (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) werkgevers-verklaring(en) en/of een arbeidsovereenkomst en/of brieven (gedateerd 14 juni 2008 en 20 juni 2008) - (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware die/dat geschrift(en) (telkens) echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat deze werden voorgelegd aan (o.a.) Hpgn BV (ter verkrijging van een hypotheek) en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat die geschriften waren ondertekend door [werkgever] (als zijnde werkgever van [werknemer]) terwijl deze niet de ondertekenaar (en opsteller) was;
2.
[naam BV] B.V. op tijdstippen in de periode van 8 september 2009 tot en met 27 januari 2010, meermalen, in Nederland, als de rechtspersoon die bij vonnis van de rechtbank Assen, (8 september 2009) in staat van faillissement is verklaard,
ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers van de rechtspersoon lasten heeft verdicht, baten niet heeft verantwoord en/of enig goed aan de boedel onttrokken heeft, immers heeft genoemde B.V. een hoeveelheid scooters (32) en/of fietsen (240) weggenomen uit de boedel, hebbende hij, verdachte, feitelijk leiding gegeven aan die verboden gedraging
niet voldaan heeft aan de op haar rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, artikel 15i, eerste lid van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 5, eerste lid van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevens in die artikelen bedoeld, immers heeft genoemde B.V. niet voldaan aan de vordering van de curator tot verstrekking van de administratie van die B.V., hebbende hij, verdachte, feitelijk leiding gegeven aan die verboden gedraging;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 09 december 2008 tot en met 23 december 2008 in de gemeente Emmen en/of in de gemeente Apeldoorn, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
(een) medewerker(s) van) [naam BV] B.V. heeft/hebben bewogen tot de afgifte van jacuzzi's en/of whirlpools en/of badkamerapparatuur met een totale waarde van ongeveer 180.000 euro, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich bij medewerkers van [naam BV] B.V. voor gedaan/uitgegeven als potentiele koper van [naam BV] en/of als curator van [naam BV] B.V. en/of als transportregelaar/chauffeur,
waardoor (die medewerker(s)) van [naam BV] B.V. werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 december 2008 tot en met 23 december 2008 in de gemeente Emmen en/of de gemeente Apeldoorn, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen jacuzzi's en/of whirlpools en/of badkamerapparatuur met een totale waarde van ongeveer 180.000 euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam BV] B.v., in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
4.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 januari 2005 tot en met 11 januari 2011 te Nieuwlande, gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[benadeelde partij 1] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als financieel adviseur en/of financieel deskundig en/of als werknemer voor die [benadeelde partij 1],
immers heeft hij voorgesteld dat zij
- geldbedragen (persoonsgebonden budget van haar broer) aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) zou afdragen in ruil voor door verdachte en/of zijn mededader te verrichten werkzaamheden/zorg (terwijl die afspraken niet werden nagekomen, althans die werkzaamheden/zorg niet in verhouding stonden ten opzichte van de verstrekte bedragen) en/of
- geldbedragen aan hem verdachte en/of zijn mededader(s) zou afgeven, welke hij op een rekening (in het buitenland) zou zetten en/of welk geld een hoger rendement (nl. 13%) zou opleveren dan het huidige rendement dat zij ontving en/of
althans dat verdachte en/of zijn mededader(s) die [benadeelde partij 1] financiële voorstellen heeft gedaan, waarbij zij financieel voordeel zou behalen,
waardoor die [benadeelde partij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 11 januari 2005 tot en met 11 januari 2011 te Nieuwlande, gemeente Hoogeveen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) anders dan door misdrijf, te weten als financieel adviseur/vertrouwensman, onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
5.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 juni 2005 tot en met 17 januari 2011 te Zwartemeer, gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid zich voorgedaan als financieel adviseur / financieel deskundig en/of die [benadeelde partij 2] voorgesteld (via hem) een hypotheek op haar/hun woning af te sluiten, waarbij de overwaarde, (die beschikbaar zou komen) in een depot zou worden gestort en/of waarbij [benadeelde partij 2] (elke maand) een bedrag zou(den) ontvangen, althans die [benadeelde partij 2] financiele voorstellen heeft gedaan, waarbij die [benadeelde partij 2] financieel voordeel zou kunnen behalen, waardoor die [benadeelde partij 2] werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 juni 2005 tot en met 17 januari 2011 te Zwartemeer, gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen (telkens) opzettelijk een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als financieel adviseur/vertrouwenspersoon, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
6.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 mei 2008 tot en met 29 november 2010 in de gemeente Emmen
terwijl verdachte bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Assen van 20 mei 2008, in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeiser(s),
(telkens)
(een) bate(n) niet heeft verantwoord,
immers heeft verdachte niet opgegeven dat hij (in die periode) inkomsten heeft gehad afkomstig van de [firmanaam] (gebruik van de Toyota Auris) en/of van het bedrijf [firmanaam] en/of (uit het persoonsgebonden budget) van [benadeelde partij 1] en/of andere inkomstenbronnen
en/of (telkens)
ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeiser(s) een of meer van de navolgende goederen, te weten motorvoertuigen (o.a. een Ford Transit, een VW Golf, een Audi A6 en/of een Peugeot 307) en/of een caravan aan de boedel heeft onttrokken
en/of (telkens)
niet heeft voldoen aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15i van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, en/of het bewaren en/of te voorschijn brengen van de boeken, bescheiden en/of andere gegevens-dragers in dat artikel bedoeld.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat "verdachte en/of zijn mededader(s)" lezen alsof daar staat "verdachte en/of zijn medeverdachte(n)". De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
Feit 2
De rechtbank acht onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig voor het onttrekken aan de boedel van de in de tenlastelegging genoemde scooters en fietsen. De aangifte van de curator is gebaseerd op de nota van de levering van deze goederen; de aanwezigheid van deze scooters en/of fietsen in de boedel is op geen enkele andere wijze aannemelijk geworden.
Wel acht de rechtbank bewezen dat de administratie van de vennootschap niet (volledig) is ingeleverd bij de curator, terwijl wel om inlevering is verzocht en verdachte had moeten en kunnen weten dat de vennootschap tot inlevering gehouden was.
Feit 3
Door de raadsman van verdachte is bepleit dat verdachtes rol niet zodanig is geweest dat er sprake is geweest van medeplegen. De rechtbank komt tot een ander oordeel. Verdachte heeft zich voorgedaan als iemand die namens een koper de voorraad badkamerartikelen van [naam BV] BV kwam inspecteren en heeft gebeld met een medewerker van [naam BV]. Vervolgens heeft verdachte één van de chauffeurs, die waren ingeschakeld om de goederen weg te halen, geld gegeven om de achterstallige huur voor de opslag te betalen. Op grond hiervan is de voorraad vervolgens meegegeven aan een ander dan de rechthebbende. Nadien heeft verdachte pogingen gedaan deze goederen te verkopen. Verdachte is tevoren betrokken geweest bij de plannen, was op de hoogte van het transport van deze voorraad en zou meedelen in de winst.
Feit 4
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte de geldbedragen afkomstig van het persoonsgebonden budget van de broer van aangeefster door middel van oplichting betaald heeft gekregen. Tussen aangeefster en verdachte zijn afspraken gemaakt omtrent betaling en gedeeltelijke terugbetaling van deze gelden. Hoewel deze afspraken niet in overeen-stemming lijken te zijn met het doel van het persoonsgebonden budget, is de rechtbank niet gebleken dat verdachte niet in overeenstemming met de gemaakte afspraken heeft gehandeld.
De rechtbank acht wel bewezen dat verdachte aangeefster heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag ter grootte van € 91.000,-, afkomstig uit de kluis van aangeefster. Daarbij heeft hij aangeefster voorgespiegeld dat zij dat geld beter zou kunnen vastzetten op een buitenlandse spaarrekening tegen een rente van 13% en dat hij daarvoor zorg zou dragen. Verdachte heeft vervolgens het contant ontvangen geld voor eigen doeleinden gebruikt en niet op een spaarrekening gezet.
Feit 5
De rechtbank acht dit feit bewezen. Verdachte heeft aangevers voorgehouden dat hij hypotheekadviseur was en in verzekeringen deed. Op zijn advies hebben aangevers de hypotheek op hun woning verhoogd. Verdachte zou het bedrag dat op grond daarvan aan aangevers werd uitbetaald in een fonds storten, aangevers zouden daaruit vervolgens een bedrag per maand betaald krijgen. Door aangevers werd in verband hiermee een bedrag van € 60.000 betaald op een bankrekening ten name van verdachte. Niet gebleken is vervolgens dat deze gelden, zoals was afgesproken in een fonds werden gestort. Wel is gebleken dat in die periode veel privé-betalingen werden verricht via de bankrekening waarop voornoemd geldbedrag was gestort, waaronder een bedrag van € 20.000 naar de rekening van de echtgenote van verdachte. Ook werden de maandelijkse bedragen die aangevers ontvingen tot oktober 2010 niet uit een door verdachte genoemd fonds betaald maar door verdachte privé. Verdachte hield aangevers voor dat dit te maken zou hebben met het feit dat hij de hypotheek had afgesloten. Al deze omstandigheden bijeen genomen brengen mee, dat de rechtbank dit feit niet alleen wettig maar ook overtuigend bewezen acht.
Feit 6
De rechtbank acht bewezen dat verdachte verschillende baten niet bij de curator heeft verantwoord. Verdachte heeft werkzaamheden verricht voor het bedrijf Aangenamer en ontving hiervoor het gebruik van een Toyota lease-auto voor zakelijk en privégebruik. Verdachte had dit voordeel op moeten geven. Aan verdachte is blijkens de verklaring van de heer Niehof van [firmanaam] voorts tweemaal € 1.000,- betaald voor de werkzaamheden die hij verrichtte voor [firmanaam] van augustus 2009 tot december 2009. De uitbetaling liep via [firmanaam], het bedrijf van verdachtes zoon, dat het zou verrekenen. Verdachte heeft evenmin de baten die hij ontving op grond van de afspraken met de familie [benadeelde partij 1] uit het Persoonsgebonden Budget opgegeven als inkomsten. Slechts een deel van deze inkomsten werd rechtstreeks betaald aan zijn echtgenote (en daarmee buiten de boedel van verdachte om) voor door haar verrichte huishoudelijke werkzaamheden.
Voorts acht de rechtbank bewezen dat verdachte een aantal goederen aan het faillissement heeft onttrokken. Het gaat hierbij om een VW Golf. Verdachte heeft het bezit van deze auto niet gemeld bij de curator. Hoewel de auto op naam stond van [betrokkene], was het verdachte die feitelijk beschikte over de auto. [betrokkene] verklaarde dat de auto alleen op zijn naam stond bij wijze van vriendendienst aan verdachte, terwijl verdachte daarvoor ook al over de auto beschikte. De rechtbank is van oordeel dat verdachte, ondanks de tenaamstelling, eigenaar was.
Ook de verkrijging van de Audi A6 heeft verdachte ten onrechte niet aan de curator gemeld. Deze auto is blijkens de koopovereenkomst op 8 oktober 2010, dus tijdens het faillissement, gekocht door verdachte. De verkoper verklaarde voorts dat verdachte over de auto heeft onderhandeld en de auto contant heeft betaald. De eigendom van de Audi A6 is door de verkoper kennelijk overgedragen aan verdachte. Dat de auto aanvankelijk op naam van de zoon van verdachte werd gezet en weer kort daarna op naam van [betrokkene 2] maakt dit niet anders. De tenaamstelling van een auto is immers niet maatgevend bij de beantwoording van de vraag wie hiervan de eigenaar is.
Ook is de verkrijging van een caravan niet bij de curator gemeld. Hoewel ook deze caravan niet op naam stond van verdachte, maar van verdachtes echtgenote is de rechtbank van oordeel dat deze caravan aan het faillissement is onttrokken. Verdachtes echtgenote heeft verklaard dat haar echtgenoot de caravan had gekregen omdat hij voor [betrokkene 3] had gewerkt. Omdat zijn bedrijf failliet was kon hij hem niet op zijn naam krijgen.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte de Peugeot 307, die op naam staat van de zoon, heeft onttrokken aan de boedel. De factuur staat op naam van het bedrijf van deze zoon. Ook heeft deze de auto opgehaald en contant afgerekend. Deze auto heeft naar het oordeel van de rechtbank niet tot de boedel behoord. Dat het geld waarmee deze auto is betaald wellicht wel tot de boedel heeft behoord - verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze auto is betaald met het onder feit 4 bedoelde geld afkomstig uit de kluis van de familie [benadeelde partij 1] - maakt dit niet anders.
De rechtbank is van oordeel dat op verdachte als privé persoon niet de verplichting rustte een administratie bij te houden als in de tenlastelegging bedoeld. Dit onderdeel acht de rechtbank daarom niet bewezen.
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
Hetgeen de rechtbank bewezen acht
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1. primair, 2., 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 14 juni 2008 tot en met 26 juni 2008 in de gemeente Emmen, althans in Nederland, telkens meerdere werkgeversverklaringen en/of brieven, die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt
door telkens opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid
- brieven, gedateerd 14 juni 2008 en 20 juni 2008 te ondertekenen als zijnde [werkgever] (werkgever van [werknemer]) en
- werkgeversverklaringen, gedateerd 20 juni 2008 en gedateerd 23 juni 2008, op te stellen (voor werknemer [werknemer]) en te ondertekenen als zijnde [werkgever] en
- een arbeidsovereenkomst gedateerd 20 juni 2008 op te stellen als zijnde werkgever van [werknemer] en te ondertekenen als zijnde [werkgever], telkens met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken;
[naam BV] B.V. in de periode van 8 september 2009 tot en met 27 januari 2010 in Nederland, als de rechtspersoon die bij vonnis van de rechtbank Assen, (8 september 2009) in staat van faillissement is verklaard,
niet voldaan heeft aan de op haar rustende verplichtingen van het te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevens, immers heeft genoemde B.V. niet voldaan aan de vordering van de curator tot verstrekking van de administratie van die B.V., hebbende hij, verdachte, feitelijk leiding gegeven aan die verboden gedraging;
3.
hij in de periode van 09 december 2008 tot en met 23 december 2008 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en van een valse hoedanigheid,
een medewerker van [naam BV] B.V. heeft bewogen tot de afgifte van jacuzzi's en whirlpools en badkamerapparatuur met een totale waarde van ongeveer 180.000 euro,
hebbende verdachte toen aldaar met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en in strijd met de waarheid zich bij een medewerker van [naam BV] B.V. voor gedaan als potentiële koper van [naam BV] en als transportregelaar,
waardoor die medewerker van [naam BV] B.V. werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
4.
hij in oktober 2010 te Nieuwlande, gemeente Hoogeveen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
[benadeelde partij 1] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag,
hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en in strijd met de waarheid zich voorgedaan als financieel adviseur en financieel deskundig,
immers heeft hij voorgesteld dat zij
- een geldbedrag aan hem verdachte zou afgeven, welk geldbedrag hij op een rekening in het buitenland zou zetten en welk geld een hoger rendement (nl. 13%) zou opleveren dan het huidige rendement dat zij ontving,
waardoor die [benadeelde partij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5.
hij in de periode van juni 2007 tot en met november 2007 te Zwartemeer, gemeente Emmen, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een samenweefsel van verdichtsels,
[benadeelde partij 2] heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich voorgedaan als financieel adviseur / financieel deskundig en die [benadeelde partij 2] voorgesteld via hem een hypotheek op hun woning af te sluiten, waarbij de overwaarde, die beschikbaar zou komen in een depot zou worden gestort en waarbij [benadeelde partij 2] elke maand een bedrag zouden ontvangen, waardoor die [benadeelde partij 2] werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
6.
hij in de periode van 20 mei 2008 tot en met 29 november 2010 in de gemeente Emmen
terwijl verdachte bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Assen van 20 mei 2008, in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers,
baten niet heeft verantwoord,
immers heeft verdachte niet opgegeven dat hij in die periode inkomsten heeft gehad afkomstig van de coöperatie [firmanaam] (gebruik van de Toyota Auris) en van het bedrijf [firmanaam] en uit het persoonsgebonden budget van [benadeelde partij 1]
en
ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeisers de navolgende goederen, te weten motorvoertuigen (een VW Golf, een Audi A6) en een caravan aan de boedel heeft onttrokken.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. De in de bewijsmiddelen opgenomen andere geschriften zijn uitsluitend gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1. primair, 2., 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezen geachte levert respectievelijk op:
strafbaar gesteld bij artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
als bestuurder van een rechtspersoon welke in staat van faillissement is verklaard, niet voldoen aan de op hem rustende verplichting van het te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, terwijl hij feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging,
strafbaar gesteld bij artikel 343 in verbinding met artikel 51 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
medeplegen van oplichting,
strafbaar gesteld bij artikel 326 in verbinding met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht;
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht;
strafbaar gesteld bij artikel 341 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, het pleidooi van de raadsman van de verdachte.
De rechtbank overweegt voorts dat verdachte eerder is vervolgd voor soortgelijke strafbare feiten. De feiten waarvoor verdachte thans wordt veroordeeld zijn deels voor en deels na deze vervolging gepleegd. Verdachte werd bij nog niet onherroepelijk vonnis van 3 februari 2009 veroordeeld voor soortgelijke feiten als de onderhavige tot achttien maanden gevangenisstraf waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, welke straf de rechtbank op de voet van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht bij het bepalen van de strafmaat voor de onderhavige feiten in rekening heeft gebracht.
Verdachte is werkzaam geweest op financieel terrein, doch neemt het daarbij niet nauw met de waarheid. Als het hem beter uitkomt verdraait of vervalst hij de feiten, schuift met geld en eigendomsbewijzen en stelt hij zaken anders voor dan in werkelijkheid het geval is.
De rechtbank rekent het daarbij de verdachte met name zwaar aan dat hij meermalen ernstig misbruik heeft gemaakt van het vertrouwen van mensen die het financieel moeilijk hadden en/of bij wie weinig kennis van financiële zaken aanwezig was en wier vertrouwen hij had gewonnen. Hij heeft de van hen afkomstige zeer grote geldbedragen voor eigen financieel gewin aangewend.
De gevorderde openbaarmaking van de uitspraak
De rechtbank ziet geen aanleiding de gevorderde openbaarmaking te gelasten.
Benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2]
[benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] hebben als benadeelde partijen een vordering tot vergoeding van de door hen gestelde schade ingediend tegen verdachte. Nu verdachte failliet is, kunnen deze rechtsvorderingen echter enkel worden ingesteld tegen de curator van verdachte (art. 25 Faillissementswet) en niet tegen verdachte persoonlijk. De rechtbank zal benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vorderingen.
Schadevergoedingsmaatregelen
Doordat de rechtbank benadeelde partijen niet-ontvankelijk zal verklaren, komt zij niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de vorderingen. De civielrechtelijke aansprakelijkheid en de eventuele omvang daarvan staat daardoor niet vast. Civielrechtelijke aansprakelijkheid is voorwaarde voor het opleggen van de schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffers. De rechtbank zal deze maatregelen derhalve niet opleggen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 27, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1. primair, 2., 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1. primair, 2., 3. primair, 4. primair, 5. primair en 6. meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 2] niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen en dat zij hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter en tegen de curator kunnen aanbrengen. De benadeelde partijen en de verdachte dragen de eigen kosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.I. Klaassens, voorzitter, en mr. H.R. Bracht en mr. E.C.M. Wolfert, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 29 maart 2011.