ECLI:NL:RBASS:2011:BP8540

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
23 februari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
84798
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van ongeboren kind

In de zaak met betrekking tot het nog ongeboren kind van de ouders, [de man] en [de vrouw], heeft de kinderrechter van de Rechtbank Assen op 23 februari 2011 een beschikking gegeven inzake de machtiging tot uithuisplaatsing. De ouders, die bijgestaan werden door hun raadsman mr. W.M. Bierens, zijn sinds 1 januari 2011 gestopt met het gebruik van drugs. De Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe (WSJ) had op 7 februari 2011 verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing van het ongeboren kind, dat tot 5 januari 2012 onder toezicht staat. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en op basis van de verkregen inlichtingen geconcludeerd dat de opname van het ongeboren kind in een pleegzorgvoorziening noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding. De ouders hebben zich gemotiveerd voor een hulpverleningstraject opgesteld door de WSJ, en de kinderrechter heeft de veiligheid van het kwetsbare ongeboren kind vooropgesteld. De beschikking verleent de machtiging tot uithuisplaatsing met ingang van de geboorte van het kind tot de expiratiedatum van de ondertoezichtstelling. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en hoger beroep kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector Civiel
Beschikking d.d. 23 februari 2011
Zaaknummer 84798 / FA RK 11-312
Machtiging tot uithuisplaatsing
van de kinderrechter in bovenvermelde rechtbank, gegeven in de zaak met betrekking tot het nog ongeboren kind van [de man] en [de vrouw], beiden verblijvende te [adres].
Verloop van de procedure
Blijkens beschikking van de kinderrechter te Assen van 5 januari 2011, staat het nog ongeboren kind van [de man] en [de vrouw] tot 5 januari 2012 onder toezicht van de Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe, met de opdracht aan deze Stichting de ondertoezichtstelling te laten uitvoeren door de William Schrikker Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, Postbus 12685, 1100 AR Amsterdam (WSJ).
De WSJ heeft op 7 februari 2011 verzocht een machtiging tot uithuisplaatsing gedurende dag en nacht in een voorziening voor pleegzorg met betrekking tot het nog ongeboren kind van [de man] en [de vrouw] te verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling. Daarbij zijn diverse stukken overgelegd.
Op 23 februari 2011 heeft de kinderrechter de zaak ter terechtzitting met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn: mevr. J.G. Brinks, namens de WSJ, [de man] en
[de vrouw] (ouders) bijgestaan door hun raadsman mr. W.M. Bierens. Voorts zijn verschenen mevr. [X] (begeleidster van moeder) en mevr. [Y] (begeleidster van vader).
Ter zitting is door de WSJ een indicatiebesluit overgelegd.
Gronden van de beslissing
Op grond van de verkregen inlichtingen is de kinderrechter van oordeel dat de opname van het nog ongeboren kind van [de man] en [de vrouw] in een voorziening voor pleegzorg, in het belang van de verzorging en de opvoeding van het nog ongeboren kind van [de man] en [de vrouw], noodzakelijk is.
De kinderrechter overweegt daartoe is volgt. De kinderrechter merkt allereerst op dat ouders een groot compliment verdienen dat zij vanaf 1 januari 2011 zijn gestopt met het drugsgebruik. In dit verband heeft de WSJ ter zitting opgemerkt dat uit controles op drugsgebruik ook gebleken is dat de ouders vrij van drugs zijn. De kinderrechter acht de periode dat ouders gestopt zijn met het drugsgebruik nog wel erg pril. In de komende periode zal duidelijk worden of het ouders ook echt lukt om van de drugs te kunnen afblijven. De ouders zijn in ieder geval op de goede weg. Er dienen echter nog wel veel stappen gezet te worden. De WSJ heeft hiervoor een hulpverleningstraject uiteengezet, waarin de ouders zich ook kunnen vinden en gemotiveerd voor zijn. Om die reden zullen de ouders zich niet tegen het verzoek verzetten. De kinderrechter is van oordeel dat de veiligheid van het nog zeer kwetsbare ongeboren kind voorop staat. De kinderrechter acht het dan ook van belang dat de risicofactoren zoveel mogelijk dienen te worden ingeperkt. Gelet daarop is de kinderrechter van oordeel dat een machtiging tot uithuisplaatsing gedurende dag en nacht wordt verleend voor de duur van de ondertoezichtstelling. Hierdoor kan er in voorzien worden dat het kind een veilige plaats wordt geboden vanaf het moment dat het kind geboren wordt.
Beslissing
De kinderrechter:
verleent, conform en ter effectuering van het indicatiebesluit, machtiging tot uithuisplaatsing gedurende dag en nacht van het nog ongeboren kind van [de man] en [de vrouw], voornoemd, met ingang van de geboorte van dit kind tot de expiratiedatum van de ondertoezichtstelling;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mr. A.L.J.M.A. Janssens, kinderrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 februari 2011, in tegenwoordigheid van D.A. Slender, griffier, en door de rechter en de griffier ondertekend.-
Van deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van deze uitspraak door indiening van een beroepschrift ter griffie van het Gerechtshof te Leeuwarden. Het hoger beroep moet door tussenkomst van een advocaat worden ingesteld.