RECHTBANK ASSEN
Sector kanton
zaak-/rolnummer: 297319 \ CV EXPL 10-6490
vonnis van de kantonrechter van 1 maart 2011
de stichting Actium,
die woonplaats kiest te Meppel, Blankenstein 148,
eiseres,
gemachtigde: Tijhuis & Partners,
1. [huurder], die woont te [adres]
gedaagde,
gemachtigde: mr. R. Skála,
2. [bewindvoerder van huurder],
die woont te [adres],
gedaagde,
en die procedeert in persoon,
3. [bewindvoerder van huurder],
die woont te [adres],
gedaagde,
en die procedeert in persoon.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 september 2010 met een productie;
- de conclusie van antwoord 21 september 2010;
- de nadere toelichting van partijen.
De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
Actium verhuurt aan [huurder] de door hem bewoonde woning aan [adres]. [huurder] betaalt de overeengekomen huur niet of niet op tijd. Daardoor is een huurachterstand ontstaan.
De vordering en het verweer
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten vordert Actium, na wijziging van eis en verkort weergegeven, dat de kantonrechter de huurovereenkomst ontbindt en [huurder] veroordeelt de woning te ontruimen. Ook vordert Actium veroordeling van [huurder] tot betaling van de huurschuld ter grootte van € 2.725,45 vermeerderd met rente en kosten. Daartoe stelt Actium, samengevat weergegeven, dat tussen partijen een huurovereenkomst tot stand is gekomen, maar dat [huurder] een huurachterstand heeft. Actium stelt dat van haar niet kan worden gevergd dat zij de huurovereenkomst laat voortduren. Actium wil daarom dat de huurovereenkomst wordt ontbonden, [huurder] de woning ontruimt en dat hij wordt veroordeeld de huurschuld, vermeerderd met rente en kosten aan Actium te betalen. Actium vordert bovendien veroordeling van de bewindvoerders van [huurder] de ontbinding en ontruiming van de woning van [huurder] te gehengen en te gedogen.
Het verweer van [huurder] strekt tot afwijzing van de vordering. Daartoe voert [huurder] aan dat de gestelde huurschuld en de berekende rente niet klopt en dat hij geen incassokosten is verschuldigd. Er is volgens [huurder] bovendien geen geld om de achterstand te betalen. De bewindvoerders van [huurder] stellen dat zij het moreel verwerpelijk en sociaal onwenselijk vinden dat de huurovereenkomst wordt ontbonden. Het zou volgens de bewindvoerders illustreren hoe iemand die psychisch ongezond is door een ongelukkige samenloop van omstandigheden en het falen van diverse instanties (zoals het budgetteringsbureau en de WSNP bewindvoerder) de dupe wordt van zijn eigen onvermogen om met geld om te gaan.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
De beoordeling
Het gaat in deze zaak, samengevat weergegeven met het oog op een doelmatige bespreking, om het volgende. [huurder] betaalt de overeengekomen huur stelselmatig niet op tijd en er is bovendien een huurachterstand ontstaan. Actium verkreeg daardoor in de loop van de tijd een vordering op [huurder] tot betaling van verschenen maar niet betaalde huurtermijnen, rente en incassokosten. Thans is sprake van een vordering van Actium die is samengesteld uit een viertal verschenen maar niet betaalde huurtermijnen, rente en kosten.
Voor zover de omvang van de huurschuld, rente en kosten wordt betwist, geldt dat gegeven de overzichten die Actium heeft verstrekt en de toelichting die zij daarop heeft gegeven, op [huurder] een nadere stelplicht rustte. Van [huurder] had tenminste mogen worden gevergd dat hij concreet had gemaakt welke betalingen volgens hem wel zijn gedaan, maar ten onrechte niet door Actium bij begroting van haar vordering zijn meegenomen of in hoeverre door tijdige betaling volgens hem ten onrechte rente en kosten aan hem in rekening zijn gebracht. Dat heeft [huurder] nagelaten. Daardoor is zijn verweer gericht op de omvang van de huurschuld onvoldoende onderbouwd en wordt dat verweer door de kantonrechter gepasseerd. Daarmee staat de omvang van de huurschuld vast. De kantonrechter zal [huurder] veroordelen de huurschuld aan Actium te betalen.
Deze huurschuld, zeker in het licht van de mededeling van [huurder] dat er geen middelen zijn om die huurschuld te voldoen, rechtvaardigt dat de huurovereenkomst wordt ontbonden en de woning door [huurder] wordt ontruimd. De kantonrechter zal de daarop gerichte vordering eveneens toewijzen. Gelet op het op de ontbinding gerichte verweer van de beide bewindvoerders overweegt de kantonrechter dat in de door de bewindvoerders aangevoerde omstandigheden toch moeilijk een argument kan worden gevonden waarom in plaats van [huurder] die het betreft, de verhuurder wel de dupe mag worden van het door de bewindvoerders gestelde onvermogen van [huurder] om met geld om te gaan.
De kantonrechter zal [huurder] ook veroordelen om de huur die thans € 437,51 per maand bedraagt, te betalen voor iedere maand dat [huurder] de woning nog gebruikt na 1 oktober 2010.
De gevorderde vergoeding van wettelijke rente, waartegen geen op zichzelf staand verweer is gevoerd, zal de kantonrechter eveneens toewijzen.
Gelet op het voorgaande zal de kantonrechter bovendien de beide bewindvoerders veroordelen de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning te gehengen en te gedogen.
De kantonrechter zal tot slot [huurder] veroordelen in de op de gebruikelijke wijze te begroten kosten van deze procedure.
De beslissing
De kantonrechter
1. ontbindt de huurovereenkomst met betrekking tot de woning c.a. aan [adres],
2. veroordeelt [huurder] de woning aan [adres] binnen twee weken na betekening van dit vonnis te ontruimen en te verlaten met alle daarin aanwezige personen en zaken, tenzij deze zaken van Actium zijn, en de sleutels van de woning af te geven aan Actium,
3. veroordeelt [huurder] om aan Actium te betalen € 2.725,45 wegens de huurschuld, de rente en kosten berekend tot en met september 2010, vermeerderd met de wettelijke rente over de hoofdsom met ingang van de dag waarop [huurder] is gedagvaard (13 september 2010),
4. veroordeelt [huurder] om voor iedere maand dat hij de woning aan [adres] gebruikt na 1 oktober 2010, waarbij een gedeelte van een maand voor een volle maand geldt, aan Actium als huur € 437,51 te betalen, welke huur wordt vermeerderd met eventueel wettelijk toegestane huurverhogingen,
5. veroordeelt [huurder] tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van Actium begroot op € 101,55 aan dagvaardingskosten, € 208,00 aan vast recht en € 350,00 aan salaris gemachtigde;
6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
7. veroordeelt [de bewindvoerders] de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van de woning aan [adres] te gehengen en te gedogen,
8. wijst af wat meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.R. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2011.
typ/conc: 216/BRT
coll:+