ECLI:NL:RBASS:2010:BO8080

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
29 november 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
83459
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlof voor conservatoir derdenbeslag in civiele procedure

In deze zaak heeft de vrouw verzocht om verlof tot het leggen van conservatoir derdenbeslag onder verschillende financiële instellingen. De voorzieningenrechter heeft de procedure beoordeeld aan de hand van een verzoekschrift dat op 24 november 2010 is ingediend. De vrouw heeft in haar verzoekschrift geen bedrag vermeld en ook geen vordering begroot. Dit is in strijd met de vereisten zoals gesteld in artikel 700 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De voorzieningenrechter heeft de advocate van de vrouw de gelegenheid geboden om het verzoekschrift aan te vullen, maar deze heeft ervoor gekozen om dit niet te doen. In plaats daarvan heeft zij een brief gestuurd waarin zij vraagt om op de hoogte te worden gesteld als de voorzieningenrechter van mening is dat een bedrag moet worden vermeld.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een huwelijksgoederengemeenschap, wat betekent dat het maritale beslag niet van toepassing is. De vrouw heeft verzocht om conservatoir derdenbeslag, wat een andere juridische basis heeft. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat de advocate van de vrouw een onjuiste rechtsopvatting heeft en dat de gestelde omstandigheid dat een ander rechtsprekend college mogelijk anders zou oordelen, geen reden is om de wet niet te volgen.

Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek tot verlof voor conservatoir derdenbeslag af te wijzen, omdat de vrouw niet heeft voldaan aan de vereisten die in de wet zijn gesteld. De beschikking is gegeven door mr. B.R. Tromp en is op 29 november 2010 in het openbaar uitgesproken.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ASSEN
Sector civiel recht
Zaaknummer: 83459
Beschikking van 29 november 2010
in de zaak van
[VERZOEKSTER],
wonende te [woonplaats],
verzoekster,
advocaat: mr. J.M. van Duursen,
tegen
[GEREKESTREERDE],
wonende te [woonplaats],
gerekestreerde.
Partijen worden hierna de vrouw en de man genoemd.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit de brief van 24 november 2010, met daaraan gehecht een verzoekschrift strekkende tot verlof tot het leggen van conservatoir derdenbeslag.
2. De beoordeling
2.1. De vrouw verzoekt de voorzieningenrechter om haar verlof te verlenen om ten laste van de man conservatoir beslag te leggen onder verschillende financiële instellingen.
2.2. In het verzoekschrift begroot de vrouw geen vordering en zij maximeert deze evenmin. Er worden geen bijzondere feiten of omstandigheden gesteld die met zich brengen dat het een noch het ander van haar mag worden gevergd.
2.3. Ingevolge het bepaalde in art. 700 lid 2 Rv in samenhang beschouwd met de in de beslagsyllabus te dien aanzien gegeven regeling, heeft de voorzieningenrechter via de griffier de advocate van de vrouw de gelegenheid geboden het verzoekschrift op dit punt aan te vullen. Dat heeft de advocate van de vrouw niet gedaan. Zij heeft in plaats daarvan de griffier van de voorzieningenrechter een brief gestuurd waarin zij stelt, voor zover van belang:
In casu gaat het om een zgn. maritaal beslag. Vermelding van een bedrag is niet vereist.
Zoals ik u meedeelde zijn bij de rechtbank Groningen soortgelijke verzoekschriften ingediend en is het verlof verleend zonder dat een bedrag in het verzoekschrift werd vermeld.
Mocht de Voorzieningenrechter evenwel van mening zijn dat met betrekking tot het ingediende verzoekschrift wel een bedrag dient te worden vermeld dan verzoek ik u mij daarvan op de hoogte te stellen. Dan zal ik met cliënte proberen haar vordering te begroten en zal een gewijzigd / aangevuld verzoekschrift worden ingediend.
2.4. Het in art. 768 Rv geregelde maritale beslag kan alleen worden gelegd op goederen die behoren tot de huwelijksgoederengemeenschap waarin echtgenoten zijn gehuwd. In deze zaak is, uitgaande van de juistheid van wat de vrouw in haar eigen verzoekschrift daarover stelt, geen sprake van een huwelijksgemeenschap. Bovendien, de vrouw verzoekt geen verlof om maritaal beslag te leggen, de vrouw verzoekt verlof om conservatoir derdenbeslag te leggen. Wat de advocate van de vrouw stelt, geeft derhalve blijk van een onjuiste rechtsopvatting en gaat bovendien voorbij aan de kop en de inhoud van haar eigen verzoekschrift.
2.5. De gestelde omstandigheid dat enig ander rechtsprekend college volgens de advocate van de vrouw mogelijk anders oordeelt dan de voorzieningenrechter in deze rechtbank, betreft voor de voorzieningenrechter in deze rechtbank geen argument om de wet niet (langer) bij beoordeling van haar verzoek ter hand te nemen.
2.6. De voorzieningenrechter komt dan ook niet tot andere inzichten dan die hij reeds bij de eerste beoordeling van het verzoek had en waarvan de griffier mededeling aan de advocate van de vrouw heeft gedaan en te dien aanzien de mogelijkheid heeft geboden het verzoekschrift aan te vullen. Een tweede kans om het verzoekschrift aan te vullen, wordt niet geboden.
2.7. Het een en ander brengt met zich dat het verzoek wordt afgewezen.
3. De beslissing
De voorzieningenrechter:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.R. Tromp, bijgestaan door mr. W. Huizing, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 29 november 2010.