ECLI:NL:RBASS:2010:BO6536
Rechtbank Assen
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake handhaving van een last onder dwangsom voor zandopslag zonder omgevingsvergunning
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Assen op 2 november 2010 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, een bedrijf dat zich bezighoudt met zandwinning en -opslag, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Grootegast, waarbij haar een last onder dwangsom was opgelegd wegens het uitvoeren van een project zonder de vereiste omgevingsvergunning. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er bij de besluitvorming van verweerder onzorgvuldigheden waren, aangezien verweerder enkel was afgegaan op een mededeling van de provincie Groningen zonder een eigen afweging te maken. Dit leidde tot de conclusie dat het besluit mogelijk niet in stand zou kunnen blijven in de bodemprocedure.
Tijdens de zitting op 29 oktober 2010 zijn er diverse vragen gerezen die niet beantwoord zijn, wat de situatie voor de voorzieningenrechter nog onduidelijker maakte. De voorzieningenrechter heeft de belangen van verzoekster, die een groot financieel belang heeft bij de opslag van zand, afgewogen tegen de belangen van verweerder. Verzoekster had in het verleden een vergunning gekregen voor de opslag van zand, en er waren aanwijzingen dat de huidige opslag niet zou leiden tot onaanvaardbare gevolgen. De voorzieningenrechter heeft uiteindelijk besloten om het verzoek van verzoekster toe te wijzen, het handhavingsbesluit te schorsen en verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoekster.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldige besluitvorming door bestuursorganen en de noodzaak om een eigen afweging te maken bij het nemen van besluiten die ingrijpen in de rechten van burgers. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten van verzoekster vastgesteld op € 874,- en het griffierecht van € 298,- vergoedt door verweerder. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.