RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummers: 19/830109-09
19/830176-10
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 14 september 2010 in de zaken van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte,
geboren te [gebooerteplaats] op [geboortedatum] 1982,
wonende te [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 14 juli en 27 oktober 2009 en op 31 augustus 2010.
De verdachte is telkens verschenen en werd telkens bijgestaan door mr. H.J. Pellinkhof, advocaat te Assen.
De officier van justitie mr. S.M. von Bartheld acht hetgeen onder parketnummer 19/830109-09 onder 1. en 2. primair en onder parketnummer 19/830176-10 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
36 maanden gevangenisstraf onder aftrek van voorarrest. Voorts vordert de officier van justitie dat de rechtbank op 14 september 2010 de gevangenneming van verdachte zal bevelen.
De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gevoegde zaken bij dagvaardingen tenlastegelegd, dat
parketnummer 19/830109-09
hij op of omstreeks 8 maart 2009 te Odoorn, gemeente Borger Odoorn, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- een toegangsdeur van de woning van die [slachtoffer] heeft afgesloten en/of afgesloten gehouden, door welke handeling die [slachtoffer] werd belet die woning te verlaten en/of
- die [slachtoffer] eenmaal, althans meermalen heeft uitgescholden en/of
- die [slachtoffer] eenmaal, althans meermalen heeft geslagen en/of geschopt en/of
- die [slachtoffer] aan de haren heeft getrokken en/of in de (boven) armen heeft geknepen en/of
- die [slachtoffer] van de door haar gedragen nachtkleding heeft ontdaan en/of
- de benen van die [slachtoffer] uit elkaar heeft geduwd en/of
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of
- zijn sperma over de buik en/of het lichaam van die [slachtoffer] heeft doen komen en/of
- is doorgegaan met zijn handelingen ondanks het door die [slachtoffer] geboden lichamelijk en/of verbaal verzet en het feit dat ze meermalen heeft gezegd dat verdachte moest ophouden;
- gebruik heeft gemaakt van zijn psychische en/of fysieke overwicht op die [slachtoffer] en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
hij op of omstreeks 8 maart 2009 te Odoorn, gemeente Borger-Odoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan zijn levensgezel [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen haar gezicht en/of elders tegen haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of
- die [slachtoffer] met een hard voorwerp tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer] in haar kaak heeft gebeten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 8 maart 2009 te Odoorn, gemeente Borger-Odoorn, opzettelijk zijn levensgezel [slachtoffer] pijn en/of letsel heeft toegebracht, bestaande dat toebrengen van die pijn en/of dat letsel hierin, dat verdachte
- die [slachtoffer] meermalen, althans eenmaal tegen haar gezicht en/of elders tegen haar hoofd heeft gestompt en/of geslagen en/of
- die [slachtoffer] met een hard voorwerp tegen het hoofd heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer] in haar kaak en/of haar gezicht heeft gebeten en/of
- die [slachtoffer] aan de haren heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer] heeft geschopt en/of geknepen.
parketnummer 19/830176-10
hij op of omstreeks 24 augustus 2010, te Hoogeveen, althans in de Hoogeveen opzettelijk mishandelend zijn levensgezel [slachtoffer 2], heeft geslagen en/of gestompt en/of (hard) heeft geduwd, tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen, waardoor die [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlasteleggingen worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Tengevolge van een kennelijke vergissing staat in de tenlastelegging onder parketnummer 19/830176-10 in de eerste regel ", althans in de Hoogeveen", in plaats van ", althans in de gemeente Hoogeveen". De rechtbank herstelt deze vergissing door het laatste te lezen in plaats van het eerste. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
ten aanzien van het eerste en tweede feit
Aangeefster verklaart dat zij aan de [adres] te Odoorn woont. Sinds oktober 2008 heeft zij een relatie met verdachte. Hij heeft haar uit de prostitutie gehaald. Verdachte wordt jaloers als hij merkt dat aangeefster toch nog klanten heeft.
Tot 8 maart 2009 hadden aangeefster en verdachte een goede seksuele relatie.
De seks was op die dag tussen 09:00 uur en 10:00 uur. De mishandeling was de hele nacht al aan de gang.
Verdachte heeft de kleren die aangeefster droeg kapot gescheurd.
Verdachte kwam rond 01.00 uur bij aangeefster en zij liet hem binnen. Verdachte was op dat moment rustig. Verdachte deed de deur op slot en stak de sleutel in zijn broekzak. Daarna werd verdachte wild en begon hij aangeefster te slaan. Hij schopte haar, sloeg haar in het gezicht en trok aan haar haren. Hij kneep haar in de armen en schold haar voor van alles uit. Als de politie op een gegeven moment komt is dat voor aangeefster geen aanleiding om te vertellen wat er precies gebeurd is. Aangeefster wil dat verdachte zijn roes uitsliep en vervolgens naar huis zou gaan. Verdachte heeft op dat moment aangeefster nog niet in het gezicht geslagen.
Wel het vastpakken bij haar armen en het slaan met vlakke hand tegen haar oren.
Aangeefster verklaart dat verdachte 1,90 meter lang is en 110 kg weegt terwijl zij 1,66 meter is en 50 kg weegt.
Nadat de politie de eerste keer wegging fokte verdachte zich helemaal op. Na een opmerking van aangeefster pakt verdachte aangeefster bij haar haren beet en bij haar linker onderkaak. Hij slaat haar vervolgens tegen haar linker oog. Dat deed hij met de afstandsbediening. Vervolgens slaat hij aangeefster op haar linker wang met vlakke hand. Zij gaat vervolgens naar bed omdat zij allemaal flitsen zag.
Verdachte komt de slaapkamer binnen, doet het dekbed opzij en scheurt het hemdje van aangeefster kapot. Hij trekt vervolgens de benen van aangeefster uit elkaar. Verdachte trekt hardhandig bij aangeefster de slip uit. Verdachte trekt zijn broek en onderbroek uit, doet de benen van aangeefster uit elkaar en heeft gemeenschap met haar. Verdachte ligt boven op haar en zij probeert hem van zich af te krijgen. Aangeefster heeft steeds gezegd dat verdachte moest ophouden. Ook probeert zij nog met haar knieën verdachte weg te duwen maar hij is sterker en zwaarder.
Getuige [getuige 1] verhaalt over de overlast in de nacht van 7 op 8 maart 2009. 's Morgens om 07:00 uur begint de herrie opnieuw. Als [getuige 1] met hen spreekt heeft [slachtoffer] geen verwondingen maar is wel heel zenuwachtig. 's Middags om 04:00 uur ziet getuige allemaal verwondingen in gezicht van [slachtoffer].
Getuige [getuige 2] verklaart dat [slachtoffer] zou hebben gezegd dat verdachte haar kleren kapot had getrokken en dat ze door hem verkracht was. Deze getuige heeft ook het letsel bij [slachtoffer] gezien.
Verdachte verklaart ter terechtzitting van 31 augustus 2010 dat hij op 8 maart 2009 naar [slachtoffer] in Odoorn is gegaan. Hij was boos omdat hij vermoedde dat [slachtoffer] zich, tegen de afspraak in, toch weer prostitueerde. Hij heeft een stevig gesprek met [slachtoffer] gehad en daarbij zijn ook wel harde woorden gevallen. Daarna is hij naar huis gegaan. Toen [slachtoffer] hem opbelde is hij weer naar haar toegegaan. Er ontstond een hoog oplopende discussie waarbij flink werd geschreeuwd en met deuren gegooid. Er werd over en weer geschreeuwd. [slachtoffer] heeft heel snel blauwe plekken. Voorts verklaart verdachte dat hij twee keer geslachtsgemeenschap met [slachtoffer] heeft gehad.
Letselrapportage van GGd Drenthe van 9 april 2009 beschrijft het letsel dat bij onderzoek op 10 maart 2009 bij het slachtoffer, dat heeft aangegeven op 8 maart 2009 te zijn mishandeld, is aangetroffen. Er is een groot aantal letsels geconstateerd aan hoofd, armen en benen dat het gevolg is van buitenaf inwerkend geweld. Er is met name sprake van bloeduitstortingen.
Bloeduitstortingen zijn een uiting van kneuzingen en ontstaan door stomp van buiten werkend mechanisch geweld zoals slaan, stompen, stoten, knijpen of drukuitoefening en bijten. Verder zijn er enkele ontvellingen geconstateerd.
De aangetroffen letsels passen wel in het tijdsinterval tussen de aangegeven gebeurtenissen en het onderzoek.
ten aanzien van het feit onder parketnummer 19/830176-10
Op dinsdag 24 augustus 2010 omstreeks 03:05 uur is een onderzoek ingesteld op locatie [adres] te Hoogeveen. Na een melding van de politiemeldkamer begaven verbalisanten [verbalisanten] zich naar genoemd perceel. Op dit adres had huiselijk geweld plaatsgehad.
De voordeur werd opengedaan door [verdachte]. De man zei: loop maar door, ze zit achter. In de badkamer zag verbalisant [verbalisant] een vrouw die een doek voor haar neus hield. Het gezicht van de vrouw was rood. De verbalisant zag dat de neus van de vrouw erg dik en rood was. Aan de rechterzijde van haar gezicht zat bloed.
[verdachte] vertelde tot twee maal toe dat de vrouw hem had geslagen. Ook hoorde de verbalisant dat de man hieraan toevoegde dat hij haar toen had geslagen.
Verbalisant hoorde dat de vrouw tegen de man zei: "het is echt niet normaal wat jij gedaan hebt".
Verdachte heeft ter terechtzitting van 31 augustus 2010 verklaard dat hij zijn vrouw op 24 augustus 2010 een behoorlijk harde duw heeft gegeven.
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder parketnummer 19/830109-09 onder 1. en 2. primair en onder parketnummer 19/830176-10 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
parketnummer 19/830109-09
hij op 8 maart 2009 te Odoorn, gemeente Borger Odoorn, door geweld of andere feitelijkheden [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft gebracht, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- een toegangsdeur van de woning van die [slachtoffer] heeft afgesloten en afgesloten gehouden, door welke handeling die [slachtoffer] werd belet die woning te verlaten en
- die [slachtoffer] meermalen heeft uitgescholden en
- die [slachtoffer] meermalen heeft geslagen en geschopt en
- die [slachtoffer] aan de haren heeft getrokken en in de bovenarmen heeft geknepen en
- die [slachtoffer] van de door haar gedragen kleding heeft ontdaan en
- de benen van die [slachtoffer] uit elkaar heeft geduwd en
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en
- is doorgegaan met zijn handelingen ondanks het door die [slachtoffer] geboden lichamelijk verzet en het feit dat ze meermalen heeft gezegd dat verdachte moest ophouden en
- gebruik heeft gemaakt van zijn psychische en fysieke overwicht op die [slachtoffer] en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
hij op 8 maart 2009 te Odoorn, gemeente Borger-Odoorn, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
- die [slachtoffer] meermalen met kracht tegen haar gezicht en elders tegen haar hoofd heeft gestompt en geslagen en
- die [slachtoffer] met een hard voorwerp tegen het hoofd heeft geslagen en
- die [slachtoffer] in haar kaak heeft gebeten,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
parketnummer 19/830176-10
hij op 24 augustus 2010 te Hoogeveen opzettelijk mishandelend zijn levensgezel [slachtoffer 2], heeft geslagen en hard heeft geduwd, tengevolge waarvan die [slachtoffer 2] ten val is gekomen, waardoor die [slachtoffer 2] letsel heeft bekomen.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder parketnummer 19/830109-09 onder 1. en 2. primair en onder parketnummer 19/830176-10 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
parketnummer 19/830109-09
strafbaar gesteld bij artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht;
poging tot zware mishandeling,
strafbaar gesteld bij artikel 302 in verbinding met artikel 45 van het Wetboek van Strafrecht;
parketnummer 19/830176-10
mishandeling, begaan tegen zijn levensgezel,
strafbaar gesteld bij artikel 300 in verbinding met artikel 304 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft kennis genomen van een psychiatrisch rapport d.d. 23 september 2009, opgemaakt door R. Vriesema, psychiater.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie - zakelijk weergegeven - : bij verdachte bestaan aanwijzingen voor een antisociale ontwikkelingstendens in de persoonlijkheid, waarbij verdachte spijt noch lijdensdruk ervaart onder invloed van innerlijke conflicten. Eigen agressie wordt gebagatelliseerd en ontkend en de verantwoordelijkheid voor eigen deviant gedrag wordt sterk geëxternaliseerd. Ten tijde van het tenlastegelegde was hiervan zeer waarschijnlijk ook sprake. Strikt genomen is bij verdachte echter geen sprake van een volledige antisociale persoonlijkheidsstoornis en daarom acht onderzoeker verdachte volledig toerekeningsvatbaar inzake het tenlastegelegde.
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie en maakt die tot de hare.
De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde volledig aan de verdachte kan worden toegerekend.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, het pleidooi van de raadsman van de verdachte, de oriëntatiepunten voor de straftoemeting en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 12 augustus 2010, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van mishandeling is veroordeeld.
Verdachte heeft excessief geweld toegepast ten aanzien van twee vrouwen, met wie hij beide een langdurige relatie onderhield. In één geval ging dat gepaard met verkrachting.
Daarbij maakte verdachte misbruik van het fysieke en psychische overwicht dat hij op beide vrouwen heeft. Ondanks verdachtes agressieve gedrag kunnen/durven de vrouwen de relatie met hem kennelijk niet beëindigen en hebben ze er beiden op aangedrongen dat verdachte niet zal worden vervolgd.
Terecht heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat de bewezenverklaarde feiten een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigen.
Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank mede in aanmerking genomen dat het slachtoffer van de twee zwaarste feiten erop heeft aangedrongen dat verdachte niet zal worden vervolgd. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat dat kennelijk niet alleen is ingegeven doordat verdachte haar daartoe onder druk heeft gezet, getuige het feit dat het slachtoffer na het onder 1. en 2. bewezenverklaarde is verhuisd naar een woning tegenover die van verdachte, terwijl ze daarvoor in verschillende plaatsen woonden.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te noemen duur geboden is.
De gevorderde gevangenneming van verdachte
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 31 augustus 2010 gevorderd dat de rechtbank op 14 september 2010 de gevangenneming van verdachte zal bevelen.
De rechtbank wijst deze vordering af en overweegt daartoe het volgende.
De rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank heeft op 17 april 2009 terzake poging tot zware mishandeling dan wel mishandeling van zijn levensgezel een bevel tot bewaring tegen de verdachte verleend. De rechter-commissaris heeft daarbij de op de vordering tot inbewaringstelling vermelde verkrachting geschrapt.
Op 22 april 2009 heeft de officier van justitie de gevangenhouding van verdachte gevorderd.
Ter zitting in raadkamer van 29 april 2009 heeft de officier van justitie uitdrukkelijk verklaard dat het eerste feit op de vordering tot gevangenhouding (de verkrachting) niet ten grondslag lag aan de vordering tot gevangenhouding.
De rechtbank heeft daarop de vordering tot gevangenhouding afgewezen en de voorlopige hechtenis van verdachte met onmiddellijke ingang opgeheven.
In hoger beroep heeft het Gerechtshof te Leeuwarden op 27 mei 2009 de beslissing van de rechtbank vernietigd, de gevangenhouding van verdachte voor de termijn van dertig dagen gelast en de voorlopige hechtenis van verdachte geschorst.
Onder deze omstandigheden is gevangenneming van verdachte in de zaak onder parketnummer 19/830109-09 niet mogelijk. Het gerechtshof te Leeuwarden heeft immers de gevangenhouding van verdachte bevolen. Dat het gerechtshof de voorlopige hechtenis van verdachte heeft geschorst doet daaraan niet af.
De rechtbank overweegt ten overvloede dat de officier van justitie de opheffing van de geschorste voorlopige hechtenis van verdachte had kunnen vorderen omdat verdachte zich tijdens de schorsing van zijn voorlopige hechtenis aan een nieuw strafbaar, te weten de mishandeling van zijn levensgezel onder parketnummer 19/830176-10, had schuldig gemaakt.
Gevangenneming in de zaak onder laatstgenoemd parketnummer is technisch wel mogelijk doch de rechtbank heeft op grond van het onderzoek ter terechtzitting geen aanleiding gevonden hiertoe over te gaan.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder parketnummer 19/830109-09 onder 1. en 2. primair en onder parketnummer 19/830176-10 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder parketnummer 19/830109-09 onder 1. en 2. primair en onder parketnummer 19/830176-10 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van twee jaren.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter, en mr. P.J. Duinkerken en mr. E.C.M. Wolfert, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op dinsdag 14 september 2010.
Mr. E.C.M. Wolfert is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.