Aan het faillissementsdossier ontleent de rechtbank de volgende gegevens, die strekken tot aanvulling van hetgeen hiervoor is vermeld:
- op 3 mei 2005 is de grond door Ermerzand BV verkocht aan [Beheersmaatschappij];
- op 18 augustus 2006 heeft [directeur] namens Henex Holding BV besloten dat het faillissement wordt aangevraagd van RM Project BV. Daarmee heeft hij een advocaat belast;
- na de indiening van het faillissementsverzoek heeft de rechtbank op 29 augustus 2006 zitting gehouden. RM Project BV is toen vertegenwoordigd door een advocaat. Deze heeft meegedeeld dat er een aanzienlijke vordering van de fiscus is, dat de fiscus beslag heeft aangekondigd, en dat er nog meer problemen spelen terwijl er geen middelen zijn om alle claims te voldoen. Hij heeft niets verteld over de ‘Overeenkomst alsmede pandakte’ van 20 maart 2006;
- op 29 augustus 2006 is RM Project BV failliet verklaard;
- in het eerste faillissementsverslag meldt de curator dat er met de nodige aandacht zal worden gekeken naar transacties die zijn geschied, ‘een en ander is mede noodzakelijk vanwege geruchten in het circuit’;
- bij gebrek aan voldoende boedelactief is het niet tot onderzoek van die transacties gekomen;
- op 5 juni 2008 heeft de curator rekening en verantwoording van het beheer van de boedel afgelegd. Hij heeft een uitdelingslijst ingediend;
- op 30 oktober 2008 is de uitdelingslijst verbindend geworden en daardoor is toen het faillissement geëindigd;
- op 16 december 2008 heeft de rechter-commissaris zijn goedkeuring verleend aan de rekening en verantwoording van de curator;
- op 30 januari 2009 heeft mr. Snel zich tot de curator gewend, onder meer als volgt: ‘Ik behartig de belangen van [Beheersmaatschappij].. …[Beheersmaatschappij]. is sinds december 2005 bezig het planschadeverzoek gehonoreerd te krijgen. ... In de bezwaarfase is er van de zijde van de gemeente op gewezen dat RM Project Bv inmiddels is gefailleerd. Bij het instellen van bezwaar heb ik mij dat niet gerealiseerd. Ik heb de bezwaarschriftencommissie er echter van kunnen overtuigen dat het faillissement niet leidt tot niet-ontvankelijkheid.
Teneinde die discussie in elk geval in de beroepsfase overbodig te maken zou ik u willen verzoeken ermee in te stemmen dat ik namens de curator van RM Project BV beroep instel.;
- de curator heeft dit verzoek voorgelegd aan de rechter-commissaris, onder meer als volgt overwegend: ‘De boedel verkeerde per 30 oktober 2008 van rechtswege in staat van insolventie, hetgeen op dat moment leidde tot ontbinding van de vennootschap. .. Afgelopen vrijdag ontving ik een e-mail van confrère R. Snel. .. Om [Beheersmaatschappij] te faciliteren zou het faillissement moeten worden heropend…Graag overleg ik met u. Gezien het feit dat confrère Snel uiterlijk op 4 februari a.s. een pro forma beroep moet indienen, is het van belang dat vóór die tijd een standpunt wordt bepaald’.;
- de rechter-commissaris heeft om inlichtingen gevraagd over de achtergrond van het belang van [Beheersmaatschappij];
- de curator heeft daarop bij brief van 3 februari 2009 meegedeeld dat hij niets wist van de Overeenkomst en pandakte en dat daarvan geen stukken zijn aangetroffen in het dossier. Ook heeft hij meegedeeld dat hij, naar aanleiding van een ander geschil, een schikking heeft getroffen met [Beheersmaatschappij] en dat daarbij met betrekking tot het hele project over en weer finale kwijting is verleend;
- nog diezelfde dag heeft de rechter-commissaris beslist dat het faillissement niet wordt heropend;
- de curator heeft dit bij brief meegedeeld aan mr. Snel;
- tegen de beschikking van de rechter-commissaris is geen rechtsmiddel aangewend.