ECLI:NL:RBASS:2010:BM2269

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
23 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.810002-10
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in oplichtingszaak met medeverdachte, onvoldoende bewijs voor oplichting en medeplichtigheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 23 april 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van oplichting en medeplichtigheid aan oplichting. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat het bewijs niet wettig en overtuigend was. De verdachte had verklaard niet op de hoogte te zijn van de oplichtingspraktijken van zijn medeverdachte, die via internet advertenties had geplaatst. De rechtbank oordeelde dat de verklaring van één getuige niet voldoende was om de verdachte te veroordelen. De rechtbank heeft ook de rol van de medeverdachte in de zaak besproken, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de oplichting of medeplichtigheid daaraan. De rechtbank heeft de vorderingen van de benadeelde partijen beoordeeld en enkele vorderingen toegewezen, terwijl andere partijen niet ontvankelijk werden verklaard in hun vorderingen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de verplichting opgelegd om schadevergoeding te betalen aan de benadeelde partijen. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van getuigenverklaringen in de bewijsvoering.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.810002-10
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 april 2010 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
wonende [adres],
thans gedetineerd in [plaats van detentie].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 09 april 2010.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. M. Baijens, advocaat te Oude Willem.
De officier van justitie mr. C.C. Westerling-Diderich acht hetgeen onder 1., 2., 3. primair en 4. primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: vier jaren onvoorwaardelijke gevangenisstraf onder aftrek van voorarrest, hoofdelijke toewijzing van de civiele vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partijen], tevens in de vorm van hoofdelijke schadevergoedingsmaatregelen, en toewijzing van de civiele vorderingen van [benadeelde partijen], tevens in de vorm van schadevergoedingsmaatregelen.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 22 december 2009 te Assen op de openbare weg de Herepad, althans op een openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een (fiets)tas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - die [benadeelde 1], die daar fietste, opzij/weg hebben/heeft geduwd en/of haar (daarbij) (bijna) ten val hebben/heeft gebracht en/of - dreigend tegen die [benadeelde 1] hebben/heeft gezegd dat zij/hij een mes had(den), althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - dreigend die [benadeelde 1] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, hebben/heeft laten zien en/of - dreigend aan die [benadeelde 1] hebben/heeft gevraagd of er ook een portemonnee in die tas zat, althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 22 december 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [benadeelde 2] of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - de winkel waarin die [benadeelde 2] zich bevond, zijn/is binnengegaan terwijl hun/zijn gezicht/hoofd (gedeeltelijk) was bedekt met een capuchon en/of een muts, althans textiel, en/of - dreigend tegen die [benadeelde 2] hebben/heeft gezegd: "Geld" en/of "Geld, schiet op; geld, schiet op", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - een of meer mes(sen), althans scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), zichtbaar voor die [benadeelde 2] hebben/heeft vastgehouden en/of - dreigend met dat/die mes(sen)/voorwerp(en) een of meer stekende beweging(en) naar die [benadeelde 2] hebben/heeft gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 24 december 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Super de Boer, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een of meer medewerksters van die Super de Boer, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - de winkel van die Super de Boer (aan/nabij de Noordersingel) waarin die medewerkster(s) aanwezig waren/was, zijn/is binnengegaan waarbij zij/hij hun/zijn gezicht/hoofd (gedeeltelijk) had(den) bedekt met een capuchon en/of een muts en/of een sjaal, in ieder geval textiel, en/of - dreigend die medewerkster(s) een of meer mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), hebben/heeft getoond en/of - dreigend dat/die mes(en)/voorwerp(en) in de richting van die medewerkster(s) hebben/heeft gehouden en/of - dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Kassa open", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Loop niet te fucken, dit is een overval" en/of "Open die la, open die la", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Ik snij je strot door, ik maak jullie allemaal af, serieus", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Geen geintjes, ik kom wel terug als jullie bellen", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 24 december 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer medewerkster(s) van Super de Boer heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Super de Boer of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - de winkel van die Super de Boer (aan/nabij de Noordersingel) waarin die medewerkster(s) aanwezig waren/was, zijn/is binnengegaan waarbij zij/hij hun/zijn gezicht/hoofd (gedeeltelijk) had(den) bedekt met een capuchon en/of een muts en/of een sjaal, in ieder geval textiel, en/of - dreigend die medewerkster(s) een of meer mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en), hebben/heeft getoond en/of - dreigend dat/die mes(en)/voorwerp(en) in de richting van die medewerkster(s) hebben/heeft gehouden en/of - dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Kassa open", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Loop niet te fucken, dit is een overval" en/of "Open die la, open die la", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - dreigend tegen die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "Ik snij je strot door, ik maak jullie allemaal af, serieus", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
4.
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 31 juli 2009 tot en met 28 augustus 2009 in de gemeente(n) Assen, en/of Wymbritseradiel en/of Arnhem en/of Groningen en/of Emmen en/of Almelo, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
a) [benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 156,75 euro) en/of
b) [benadeelde 4] heeft bewogen tot afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 156,75 euro) en/of
c) [benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 281,75 euro) en/of
d) [benadeelde 6] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 157,-- euro) en/of
e) [benadeelde 7] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 281,75 euro) en/of
f) een of meer andere personen die ook geld gestort hebben op het rekeningnummer [rekeningnummer] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid:
a)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Nintendo Wii Familie voordeelbundel, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 3] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 3] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] en/of - (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 3] opgestuurd zou worden, en/of
- zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 3] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren),
en/of
b)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Apple I-pod, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 4] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 4] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 4] opgestuurd zou worden, en/of zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 4] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
c)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Apple I-phone, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 5] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 5] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 5] opgestuurd zou worden, en/of zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 5] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
d)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Apple I-pod, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 6] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 6] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 6] opgestuurd zou worden, en/of zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 6] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
e)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Apple I-phone, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 7] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 7] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 7] opgestuurd zou worden, en/of zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 7] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
f)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) een of meer goederen te koop heeft/hebben aangeboden, en/of toen die andere perso(o)n(en) aanga(f) (ven) dat/die goed(eren) wilde(n) kopen, aan die personen gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het/de te koop aangeboden goed(eren) (per post) naar die andere perso(o)(nen) opgestuurd zouden worden, en/of zich in ieder geval tegenover die andere perso(o)(nen) voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren),
waardoor [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of (telkens) die andere perso(o)(nen) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte, zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader (telkens) niet beschikte en/of niet kon beschikken over dat/die door die persoon gewenste goed(eren);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
[medeverdachte] op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 31 juli 2009 tot en met 28 augustus 2009 in de gemeente(n) Assen, en/of Wymbritseradiel en/of Arnhem en/of Groningen en/of Emmen en/of Almelo, in elk geval in Nederland , tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
a)[benadeelde 3] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 156,75 euro) en/of
b)[benadeelde 4] heeft bewogen tot afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 156,75 euro) en/of
c)[benadeelde 5] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 281,75 euro) en/of
d)[benadeelde 6] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 157,-- euro) en/of
e)[benadeelde 7] heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (te weten 281,75 euro) en/of
f)een of meer andere personen die ook geld hebben gestort op rekeningnummer [bankrekeningnummer] heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, hebbende die [medeverdachte] en/of zijn mededader(s) (telkens) met vorenomschreven oogmerk valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven -
a)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Nintendo Wii Familie voordeelbundel, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 3] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 3] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of - (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 3] opgestuurd zou worden, en/of - zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 3] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
b)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Apple I-pod, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 4] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 4] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 4] opgestuurd zou worden, en/of zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 4] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
c)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Apple I-phone, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 5] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 5] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 5] opgestuurd zou worden, en/of zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 5] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
d)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Apple I-pod, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 6] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 6] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 6] opgestuurd zou worden, en/of zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 6] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
e)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) (een) goed(eren), te weten een Apple I-phone, te koop aangeboden, en/of toen die [benadeelde 7] aangaf dat/die goed(eren) wilde kopen, aan die [benadeelde 7] gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het te koop aangeboden goed (per post) naar die [benadeelde 7] opgestuurd zou worden, en/of zich in ieder geval tegenover die [benadeelde 7] voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren), en/of
f)via het internet (op de internetsite Marktplaats.nl) een of meer goederen te koop heeft/hebben aangeboden, en/of toen die andere perso(o)n(en) aanga(f) (ven) dat/die goed(eren) wilde(n) kopen, aan die personen gevraagd om een (aan)betaling over te maken op bankrekeningnummer [bankrekeningnummer], en/of (daarbij) gezegd dat het/de te koop aangeboden goed(eren) (per post) naar die andere perso(o)(nen) opgestuurd zouden worden, en/of zich in ieder geval tegenover die andere perso(o)(nen) voorgedaan als bonafide verkoper van dat/die goed(eren),
waardoor [benadeelde 3] en/of [benadeelde 4] en/of [benadeelde 5] en/of [benadeelde 6] en/of [benadeelde 7] en/of (telkens) die andere perso(o)(nen) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte, zulks terwijl verdachte en/of zijn mededader (telkens) niet beschikte en/of niet kon beschikken over dat/die door die persoon gewenste goed(eren),
tot het plegen van welk misdrijf verdachte (telkens) in of omstreeks de periode van 31 juli 2009 tot en met 28 augustus 2009 te Assen en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door aan die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) het bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] beschikbaar te stellen als middel met behulp waarvan vorenomschreven misdrijf gemakkelijker zou kunnen worden gepleegd; aan die [medeverdachte] en/of diens mededader(s) het bankpasje met pasnummer eindigend op [nummer] heeft verschaft en/of (telkens) een of meer geldbedragen van voornoemd bankrekening met bankrekening [bankrekeningnummer] gehaald en/of vervolgens overhandigd aan die [medeverdachte];
althans, indien ook terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks de periode van 31 juli 2009 tot en met 28 augustus 2009 in de gemeente Assen, in elk geval in Nederland, een of meer geldbedragen van de rekening met het bankrekeningnummer [bankrekeningnummer] heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die/dat geldbedrag(en), wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen geld betrof.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat "verdachte en/of zijn mededader(s)" lezen alsof daar staat "verdachte en/of zijn medeverdachte(n)". De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.
De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Verweren ten aanzien van de formele vragen
De raadsman van verdachte heeft onder meer aangevoerd dat de officier van justitie bewust relevante informatie heeft achtergehouden. Het zou gaan om een gesprek tussen [medeverdachte 2] en [getuige 1] op 12 januari 2010 in het bureau van politie te Assen. Dit gesprek zou audiovisueel zijn geregistreerd. In dit gesprek zou, aldus de raadsman, de kiem c.q. basis zijn gelegd voor het verraad jegens zijn cliënt, die van meet af aan elke betrokkenheid bij de tenlastegelegde overvallen heeft ontkend.
De raadsman acht de handelwijze van de officier van justitie dermate verwijtbaar en in strijd met de beginselen van een goede procesorde dat zij niet kan worden ontvangen in de vervolging van de verdachte.
De rechtbank overweegt het volgende.
Op dossierpagina 31 en 32 van het ambtelijk verslag van [verbalisant 1] van Regiopolitie Drenthe van 5 maart 2010 wordt uitvoerig verslag gedaan van de gang van zaken die de raadsman heeft geschetst.
[medeverdachte 2] wordt op 12 januari 2010 gehoord met betrekking tot de verdenkingen tot straatroven en winkelovervallen. Op dat moment was al ter sprake gekomen dat [getuige 1], met wie [medeverdachte 2] een relatie zou hebben, als verdachte was aangehouden op verdenking van heling. [medeverdachte 2] wist dat [getuige 1] aan het bureau verbleef. Tijdens het verhoor verzoekt [medeverdachte 2] om een gesprek met [getuige 1]. [medeverdachte 2] gaat ermee akkoord dat dit gesprek plaatsheeft met toestemming van de officier van justitie en in het bijzijn van een rechercheur.
Van het gesprek tussen [medeverdachte 2] en [getuige 1] is geen proces-verbaal opgemaakt. Er was immers geen sprake van een verhoorsituatie. De rechercheur die bij het gesprek aanwezig was, heeft zijn bevindingen niet in een proces-verbaal neergelegd.
Het gesprek tussen [medeverdachte 2] en [getuige 1] is blijkens de inhoud van het ambtelijk verslag niet audiovisueel of anderszins geregistreerd.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het vorenstaande geenszins dat de officier van justitie relevante informatie heeft achtergehouden of heeft willen achtergehouden.
Het vorenoverwogene leidt ertoe dat het verweer tot niet-ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de vervolging van de verdachte dient te worden verworpen.
Vrijspraak
De verdachte dient van het onder 4. primair en subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht met name niet wettig bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting noch aan medeplichtigheid daaraan, nu verdachte zowel tegenover de politie als ter terechtzitting heeft verklaard dat hij niet wist dat [medeverdachte] oplichting pleegde via internet, terwijl [medeverdachte] elke betrokkenheid bij de oplichting heeft ontkend.
Weliswaar heeft [getuige 1] tegenover de politie verklaard dat verdachte haar heeft verteld dat [medeverdachte] de advertenties plaatste en dat verdachte haar bankrekening ter beschikking van [medeverdachte] heeft gesteld en het geld heeft opgenomen, maar het bewijs dat de verdachte de tenlastelegde oplichting heeft gepleegd of daaraan medeplichtig is geweest, kan de rechter niet uitsluitend aannemen op de verklaring van één getuige1.
Bewijsmotivering
Bijzondere bewijsoverweging
De rechtbank acht niet aannemelijk geworden dat [medeverdachte 2] door zijn zucht naar drugs niet in vrijheid heeft kunnen verklaren. Op enkele cruciale punten immers komen de verklaringen van [medeverdachte 2] overeen met verklaringen van getuigen. Zo verklaart getuige [getuige 2]2 met betrekking tot de diefstal met geweld inzake [benadeelde 1] (feit 1.) dat hij drie personen in de sneeuw ziet. Ook uit andere omstandigheden heeft de rechtbank de betrokkenheid van verdachte bij de overval op [benadeelde 1] afgeleid. [medeverdachte 2] heeft ter terechtzitting namelijk verklaard dat hij de overval op [benadeelde 1] heeft gepleegd en dat hij voorafgaande aan en tijdens de overval samen met verdachte was. Voorts heeft [medeverdachte 2] verklaard dat hij en [verdachte] voorafgaande aan de overval "voorstellen" deden naar elkaar toe en dat verdachte wist wat [medeverdachte 2] van plan was. De rechtbank acht daarom, anders dan de raadsman van verdachte, bewezen dat verdachte als medepleger van de overval op [benadeelde 1] moet worden aangemerkt.
Met betrekking tot de afpersing van [benadeelde 2] (feit 2) beschrijft de getuige [getuige 3]3 dat hij twee jongens uit de winkel van [benadeelde 2] ziet rennen. Getuige [getuige 4]4 gaat de winkel binnen en ziet twee jongens. Eén met een muts en één met een capuchon. Een jongen staat achter de kassa. De ander voor de kassa.
[getuige 5]5 (feit 3. primair) verklaart dat zij een jongen achter haar langs ziet lopen. De
jongen zegt dat zij de kassa moet openen. Hij heeft een rode sjaal voor zijn mond en heeft een mes. Er is nog een jongen bij.
Dan zijn er nog de verklaringen van [getuige 6]6 en [getuige 7]7 die beiden uit eigen wetenschap verklaren dat verdachte en [medeverdachte 2] de overvallen op de [winkelnaam] en Super de Boer hebben gepleegd en ook een vrouw hebben overvallen.
De rechtbank acht, in tegenstelling tot de raadsman van verdachte, de afgelegde verklaringen dan ook geloofwaardig en consistent.
Met betrekking tot het onder 4. meest subsidiair bewezen geachte overweegt de rechtbank dat verdachte, wetende dat [medeverdachte] geen werk had en de bankrekening van getuige 1] wilde gebruiken voor zijn handel via internet, had moeten vermoeden dat [medeverdachte] zich mogelijk bezig zou (gaan) houden met criminele activiteiten en dat de geldbedragen die op de bankrekening werden overgemaakt van misdrijf afkomstig waren. Door deze geldbedragen niettemin van de bankrekening te halen en aan [medeverdachte] ter beschikking te stellen heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het meermalen plegen van schuldheling.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1., 2., 3. primair en 4. meest subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 22 december 2009 te Assen op de openbare weg de Herepad tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fietstas, toebehorende aan [benadeelde 1], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachtes medeverdachte die [benadeelde 1], die daar fietste, opzij heeft geduwd en haar daarbij ten val heeft gebracht en dreigend tegen die [benadeelde 1] heeft gezegd dat hij een mes had en dreigend die [benadeelde 1] een mes heeft laten zien en dreigend aan die [benadeelde 1] heeft gevraagd of er ook een portemonnee in die tas zat;
2.
hij op 22 december 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan die [benadeelde 2], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn medeverdachte de winkel waarin die [benadeelde 2] zich bevond, zijn binnengegaan terwijl hun gezicht gedeeltelijk was bedekt met een capuchon of een muts en dreigend tegen die [benadeelde 2] hebben gezegd: "Geld" en/of "Geld, schiet op; geld, schiet op", en messen zichtbaar voor die [benadeelde 2] hebben vastgehouden en dreigend met die messen stekende bewegingen naar die [benadeelde 2] hebben gemaakt;
3.
hij op 24 december 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, toebehorende aan Super de Boer, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van bedreiging met geweld tegen medewerksters van die Super de Boer, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn medeverdachte de winkel van die Super de Boer aan de Noordersingel waarin die medewerksters aanwezig waren, zijn binnengegaan waarbij zij hun gezicht gedeeltelijk hadden bedekt met een capuchon of een muts of een sjaal, en dreigend die medewerksters messen hebben getoond en dreigend die messen in de richting van die medewerksters hebben gehouden en dreigend tegen die medewerksters hebben gezegd: "Kassa open" en dreigend tegen die medewerksters hebben gezegd: "Loop niet te fucken, dit is een overval" en "Open die la, open die la" en dreigend tegen die medewerksters hebben gezegd: "Ik snij je strot door, ik maak jullie allemaal af, serieus" en dreigend tegen die medewerksters hebben gezegd: "Geen geintjes, ik kom wel terug als jullie bellen";
4.
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 31 juli 2009 tot en met 28 augustus 2009 in de gemeente Assen geldbedragen van de rekening met het bankrekeningnummer 52.04.43.799 voorhanden heeft gehad en heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die geldbedragen redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het door misdrijf verkregen geld betrof.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. De in de bewijsmiddelen opgenomen andere geschriften zijn uitsluitend gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1., 2., 3. primair en 4. meest subsidiair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificaties
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
onder 1.: diefstal, voorafgegaan of vergezeld van geweld of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 312 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 2.: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 317 in verbinding met artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 3. primair:
diefstal, voorafgegaan of vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 312 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht.
onder 4. meest subsidiair:
schuldheling,
strafbaar gesteld bij artikel 417bis van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, het pleidooi van de raadsman van de verdachte, de oriëntatiepunten voor de straftoemeting (waarbij de rechtbank overigens in haar overwegingen betrekt dat verdachte, in tegenstelling tot hetgeen de officier van justitie heeft aangevoerd, niet als veelpleger moet worden aangemerkt) en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 24 maart 2010, waaruit blijkt dat de verdachte eerder terzake van vermogensdelicten is veroordeeld, ook tot onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij in een tijdbestek van enkele dagen twee diefstallen met geweld en een afpersing, alle in vereniging, heeft gepleegd.
De gebeurtenissen hebben een grote impact gehad op de slachtoffers en dergelijke gewelddadige overvallen brengen in de maatschappij grote gevoelens van onveiligheid met zich mee.
Verdachte is eerder, recentelijk in november 2009, veroordeeld voor gekwalificeerde diefstal en op 18 maart 2008 legde deze rechtbank hem negen maanden gevangenisstraf op terzake van onder meer gekwalificeerde diefstal.
Uit het reclasseringsrapport dat omtrent verdachte is opgemaakt en overigens ook uit het onderzoek ter terechtzitting komt naar voren dat verdachte niet wil meewerken aan hulpverleningsinterventies. Ook een ISD-maatregel wijst hij af. Zowel ambulante als klinische trajecten zijn in het verleden voortijdig beëindigd, evenals reclasseringstoezicht doordat verdachte zich niet aan de opgelegde voorwaarden hield en zijn eigen gang ging. De reclassering meent dat een ISD-maatregel weinig zinvol is. Het zal slechts leiden tot een zogenaamde "kale" ISD-detentie voor de duur van twee jaren. Een ISD-maatregel is daarnaast, aldus de reclassering, ook bedoeld om de samenleving te beschermen tegen recidive. De reclassering meent dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een vergelijkbare lengte hetzelfde effect kan bewerkstellingen.
De rechtbank maakt deze zienswijze tot de hare en zal aan verdachte een geheel onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur opleggen die naar het oordeel van de rechtbank recht doet aan de ernst van de feiten, waarbij de rechtbank er rekening mee houdt dat verdachte voor de tenlastegelegde oplichting dan wel medeplichtigheid daaraan zal worden vrijgesproken.
Benadeelde partij [benadeelde 2]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
Benadeelde partij [benadeelde 8]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen, met dien verstande dat zij het kastekort zal stellen op € 1230,-- nu getuigen hebben verklaard dat slechts papiergeld is weggenomen. De vordering acht zij dan ook tot een bedrag van
€ 1.542,50 voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is gegrond en tot dit bedrag voor toewijzing vatbaar. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering; voor dit deel kan de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Benadeelde partij [benadeelde 9]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
Benadeelde partij [benadeelde 10]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen geachte feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
Schadevergoedingsmaatregelen
Met betrekking tot onder 2. en 3. primair bewezen geachte feiten acht de rechtbank de verdachte jegens de slachtoffers [benadeelde 2], [benadeelde 8], [benadeelde 9] en [benadeelde 10] naar burgerlijk recht tot na te noemen bedragen aansprakelijk voor de schade, die door de strafbare feiten is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd die bedragen aan de Staat te betalen ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Benadeelde partijen [benadeelde 3], [benadeelde 4], [benadeelde 5], [benadeelde 6] en [benadeelde 7]
De rechtbank acht de feiten waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partijen zullen niet ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen en zij kunnen hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart de officier van justitie ontvankelijk in de vervolging van de verdachte.
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1., 2., 3. primair en 4. meest subsidiair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1., 2., 3. primair en 4. meest subsidiair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van twintig maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] van de som van € 210,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 8] van de som van € 1.542,50 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat zij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 9] van de som van € 934,41 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [benadeeelde 10] van de som van € 1.440,15 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 2], een bedrag van € 210,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door vier dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd, en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 8], een bedrag van € 1.542,50 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door dertig dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd, en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 9], een bedrag van € 934,41 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door achttien dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd, en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 10], een bedrag van € 1.440,15 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 28 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door de medeverdachte is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd, en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partijen [benadeelde 3], [benadeelde 4], [benadeelde 5], [benadeelde 6] en [benadeelde 7] niet ontvankelijk zijn in hun vorderingen en dat zij hun vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partijen en de verdachte dragen de eigen kosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter, en mr. H. de Wit en mr. H.R. Bracht, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 23 april 2010. Mr. Schoemaker is buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.