RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19/810348-09
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 30 maart 2010 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
wonende [adres],
thans gedetineerd in [plaats van detentie].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 16 maart 2010.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. G.H. Thasing, advocaat te Emmen.
De officier van justitie Mr. A.M. de Vries acht hetgeen onder 1. primair, 2. primair, 3. en 4. primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: 24 maanden jeugddetentie, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, onder aftrek van voorarrest, en toezicht van de jeugd-reclassering als bijzondere voorwaarde, hetgeen mede een ambulante behandeling bij de AFPN/FJP inhoudt en voorts als bijzondere voorwaarde ITB Harde Kern voor de duur van maximaal zes maanden en voorwaardelijke plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, en hoofdelijke toewijzing van de civiele vorderingen van [benadeelde 1] ten bedrage van
€ 922,--, [benadeelde 2] ten bedrage van € 768,-- en [benadeelde 3] ten bedrage van € 1278,-- en € 1992,80, tevens in de vorm van hoofdelijke schadevergoedingsmaatregelen met de daarbij passende dagen vervangende jeugddetentie.
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 04 oktober 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - het tankstation waarin die [slachtoffer 1] zich bevond, zijn/is binnengegaan, waarbij zij/hij hun/zijn gezicht(en) (gedeeltelijk) had(den) bedekt met een bivakmuts/sjaal, althans textiel en/of - dreigend ten aanhoren van die [slachtoffer 1] (meermalen) hebben/heeft geroepen/gezegd: "Schieten, schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben/heeft gericht op die [slachtoffer 1], althans dat vuurwapen/voorwerp zichtbaar voor die [slachtoffer 1] hebben/heeft vastgehouden en/of - dreigend tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd: "Geef al je geld" en/of "Geef alles" en/of "We willen alles, we willen alles" en/of "Ik wil de 2 euromuntjes", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 04 oktober 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - het tankstation waarin die [slachtoffer 1] zich bevond, zijn/is binnengegaan, waarbij zij/hij hun/zijn gezicht(en) (gedeeltelijk) had(den) bedekt met een bivakmuts/sjaal, althans textiel en/of - dreigend ten aanhoren van die [slachtoffer 1] (meermalen) hebben/heeft geroepen/gezegd: "Schieten, schieten", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben/heeft gericht op die [slachtoffer 1], althans dat vuurwapen/voorwerp zichtbaar voor die [slachtoffer 1] hebben/heeft vastgehouden en/of - dreigend tegen die [slachtoffer 1] hebben/heeft gezegd: "Geef al je geld" en/of "Geef alles" en/of "We willen alles, we willen alles" en/of "Ik wil de 2 euromuntjes", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
2.
hij op of omstreeks 21 oktober 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2] of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - de apotheek (benadeelde 2] waarin die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), zijn/is binnengegaan, waarbij zij/hij hun/zijn gezicht(en) (gedeeltelijk) had(den) bedekt met een bivakmuts, althans textiel en/of - dreigend tegen die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] hebben/heeft gezegd: "Dit is een overval", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben/heeft gericht op die [slachtoffer 2], althans dat vuurwapen/voorwerp zichtbaar voor die [slachtoffer 2] hebben/heeft vastgehouden en/of - dreigend tegen die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd: "Geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - nadat die [slachtoffer 2] geld aan hen/hem had(den) afgegeven, dreigend tegen die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd dat zij/hij meer wilde(n), althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 21 oktober 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - de apotheek ([benadeelde 2]) waarin die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] zich bevond(en), zijn/is binnengegaan, waarbij zij/hij hun/zijn gezicht(en) (gedeeltelijk) had(den) bedekt met een bivakmuts, althans textiel en/of - dreigend tegen die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] hebben/heeft gezegd: "Dit is een overval", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben/heeft gericht op die [slachtoffer 2], althans dat vuurwapen/voorwerp zichtbaar voor die [slachtoffer 2] hebben/heeft vastgehouden en/of - dreigend tegen die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd: "Geld", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - nadat die [slachtoffer 2] geld aan hen/hem had(den) afgegeven, dreigend tegen die [slachtoffer 2] hebben/heeft gezegd dat zij/hij meer wilde(n), althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
3.
hij op of omstreeks 14 november 2009 te Assen op de openbare weg de Kanaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - die [slachtoffer 4], die daar fietste, van achteren zijn/is genaderd terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) op een bromfiets zat(en) en/of - die tas, die aan die fiets was vastgemaakt, met geweld los hebben/heeft getrokken (waarbij die [slachtoffer 4] bijna ten val kwam);
4.
hij op of omstreeks 03 november 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer geldbedrag(en), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3] of aan een derde, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - de apotheek ([benadeelde 3]) waarin die [slachtoffer 5] zich bevond, zijn/is binnengerend/binnengegaan en/of - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben/heeft gericht op die [slachtoffer 5] en/of een of meer medewerkster(s) van die apotheek, althans dat vuurwapen/voorwerp zichtbaar voor die [slachtoffer 5] en/of die medewerkster(s) hebben/heeft vastgehouden en/of - tegen die [slachtoffer 5] en/of die medewerkster(s) hebben/heeft geroepen/gezegd: "Geld, ik wil geld" en/of "Dit is een overval", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - nadat die [slachtoffer 5] de lade uit een kassa had gehaald, dreigend tegen die [slachtoffer 5] en/of die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "De andere kassa", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 03 november 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een of meer geldbedrag(en), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 5] en/of een of meer medewerkster(s) van de apotheek waarin die [slachtoffer 5] en/of die medewerkster(s) aanwezig waren/was, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heter daad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) - die apotheek zijn/is binnengerend/binnengegaan en/of - een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, hebben/heeft gericht op die [slachtoffer 5] en/of medewerkster(s), althans dat vuurwapen/voorwerp zichtbaar voor die [slachtoffer 5] en/of die medewerkster(s) hebben/heeft vastgehouden en/of - tegen die [slachtoffer 5] en/of die medewerkster(s) hebben/heeft geroepen/gezegd: "Geld, ik wil geld" en/of "Dit is een overval", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of - nadat die [slachtoffer 5] de lade uit een kassa had gehaald, dreigend tegen die [slachtoffer 5[ en/of die medewerkster(s) hebben/heeft gezegd: "De andere kassa", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat “verdachte en/of zijn mededader(s)” lezen alsof daar staat “verdachte en/of zijn medeverdachte(n)”. De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld: een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde voor onschuldig te worden gehouden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
Hetgeen de rechtbank bewezen acht
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1. primair, 2. primair, 3. en 4. primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 04 oktober 2009 te Assen tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 1] of aan een derde, welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn medeverdachten
- het tankstation waarin die [slachtoffer 1] zich bevond, zijn binnengegaan, waarbij zij hun gezichten gedeeltelijk hadden bedekt met een bivakmuts/sjaal, en
- dreigend ten aanhoren van die [slachtoffer 1] hebben geroepen: "Schieten, schieten", en
- een vuurwapen hebben gericht op die [slachtoffer 1], en
- dreigend tegen die [slachtoffer 1] hebben gezegd: "Geef al je geld" en "Geef alles" en "We willen alles, we willen alles" en "Ik wil de 2 euromuntjes";
2.
hij op 21 oktober 2009 te Assen tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 2], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn medeverdachte
- de apotheek ([benadeelde 2]) waarin die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] zich bevonden, zijn binnengegaan, waarbij zij hun gezichten gedeeltelijk hadden bedekt met een muts, en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3]hebben gezegd: "Dit is een overval", en
- een vuurwapen hebben gericht op die [slachtoffer 2] en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] hebben gezegd: "Geld", en
- nadat die [slachtoffer 2] geld aan hen had afgegeven, dreigend tegen die [slachtoffer 2] hebben gezegd dat zij meer wilden;
3.
hij op 14 november 2009 te Assen op de openbare weg het Kanaal, tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas met inhoud, toebehorende aan [slachtoffer 4], welke diefstal werd vergezeld van geweld tegen die [slachtoffer 4], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welk geweld hierin bestond dat verdachte en zijn medeverdachte
- die [slachtoffer 4], die daar fietste, van achteren zijn genaderd terwijl verdachte en zijn medeverdachte op een bromfiets zaten en
- die tas, die aan die fiets was vastgemaakt, met geweld los hebben getrokken waarbij die [slachtoffer 4] bijna ten val kwam;
4.
hij op 03 november 2009 te Assen tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag, toebehorende aan [benadeelde 3], welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of zijn medeverdachten
- de apotheek ([benadeelde 3]) waarin die [slachtoffer 5] zich bevond, zijn binnengerend/ binnengegaan en
- een vuurwapen hebben gericht op die [slachtoffer 5] en
- tegen die [slachtoffer 5] hebben geroepen: "Geld, ik wil geld" en "Dit is een overval", en
- nadat die [slachtoffer 5] de lade uit een kassa had gehaald, dreigend tegen die [slachtoffer 5] hebben gezegd: "De andere kassa".
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor het bewezene. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1. primair, 2. primair, 3. en 4. primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezene levert respectievelijk op:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 317 in verbinding met artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht;
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 317 in verbinding met artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht;
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 312 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht;
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
strafbaar gesteld bij artikel 317 in verbinding met artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank heeft kennis genomen van een psychiatrisch rapport d.d. 4 maart 2010, opgemaakt door C.J.F. Kemperman, psychiater te Leek.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie - zakelijk weergegeven -:
bij verdachte is sprake van misbruik van cannabis, nu in remissie, met een gedragsstoornis, beginnend in de adolescentie.
Ten tijde van het tenlastegelegde was er sprake van een gedragsstoornis en een misbruik van cannabis. De gedragsstoornis beïnvloedde de keuzevrijheid wel enigszins in die zin dat verdachte, mede door het hebben van verkeerde vrienden, afwijkende manieren hanteert om met anderen om te gaan. Er is een beperkt empatisch vermogen. Hij kan zijn eigen gedrag enigszins verminderd controleren en ziet de gevolgen van zijn gedrag niet goed. De toerekeningsvatbaarheid kan men dan ook als enigszins verminderd zien.
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie en maakt die tot de hare.
De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in enigszins verminderde mate.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, waaronder de omstandigheid dat verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht, de eis van de officier van justitie, het pleidooi van de raadsman van de verdachte, de oriëntatiepunten voor de straftoemeting met betrekking tot het onder 3. bewezen geachte en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 25 februari 2010, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld.
De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij in een tijdsbestek van enkele weken betrokken is geweest bij drie in vereniging met een of meer anderen gepleegde afpersingen en een diefstal met geweld in vereniging. De afpersingen werden, onder medeneming van (bivak)mutsen en sjaals, en een vuurwapen en, in enkele gevallen, een mes, uitgevoerd om geld van de betrokken slachtoffers af te persen. Voorts werd een nietsvermoedende fietser door verdachte en een handlanger van haar tasje beroofd.
De gebeurtenissen hebben een grote impact gehad op de slachtoffers en dergelijke gewelddadige overvallen brengen ook in de maatschappij grote gevoelens van onveiligheid met zich mee.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een forse vrijheidsstraf in de vorm van een deels onvoorwaardelijke en een deels voorwaardelijke jeugddetentie geboden is. De rechtbank laat daarbij in overwegende mate meewegen dat verdachte telkens een leidende rol heeft gespeeld bij de feitelijke afpersingen en de tas van mevrouw [slachtoffer 4] uit haar fietsmand heeft getrokken, waardoor mevrouw [slachtoffer 4] bijna ten val kwam.
In het kader van de voorwaardelijk op te leggen jeugddetentie zal de rechtbank de bijzondere voorwaarden opleggen dat verdachte zich in het kader van hulp en steun zal houden aan de aanwijzingen van de jeugdreclassering, hetgeen inhoudt dat hij zich ambulant zal laten behandelen door de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord/de Forensische Jeugdpsychiatrie en dat hij intensieve begeleiding zal aanvaarden in de vorm van ITB Harde Kern, dit laatste voor de duur van maximaal zes maanden.
Gelet op de overwogen strafmodaliteit acht de rechtbank daarnaast een voorwaardelijke plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, zoals de officier van justitie heeft gevorderd, niet aangewezen.
Benadeelde partij [benadeelde 1]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
Benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 2)
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag - minus de in rekening gebrachte BTW op de facturen van Arboned - acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en toewijsbaar tot een bedrag van € 1.872,10.
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
Benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 4)
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag - minus de in rekening gebrachte BTW op de facturen van Arboned - acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en toewijsbaar tot een bedrag van € 1.157,56.
Schadevergoedingsmaatregelen
Met betrekking tot het onder 1. primair, 2. primair en 4. primair bewezen geachte feiten acht de rechtbank de verdachte jegens de slachtoffers [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [slachtoffer 3] naar burgerlijk recht tot na te noemen bedragen aansprakelijk voor de schade, die door de strafbare feiten is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd die bedragen aan de Staat te betalen ten behoeve van de slachtoffers.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 27, 36f, 77a, 77g, 77h, 77i, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77bb en 77gg van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1. primair, 2. primair, 3. en 4. primair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1. primair, 2. primair, 3. en 4. primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot jeugddetentie voor de duur van twintig maanden waarvan een gedeelte groot twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt,
of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich gedurende de proeftijd in het kader van hulp en steun zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de jeugdreclassering, hetgeen mede inhoudt dat hij zich onder behandeling zal stellen van de Ambulante Forensische Psychiatrie Noord/Forensische Jeugdpsychiatrie. Voorts dient hij voor de duur van maximaal zes maanden zijn medewerking te verlenen aan intensieve begeleiding in de vorm van ITB-Harde Kern. De rechtbank draagt de jeugdreclassering ingevolge artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht op de verdachte ter zake van de naleving van de bijzondere voorwaarden hulp en steun te verlenen.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 1] van de som van € 1.422,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 2) van de som van € 1.872,10 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] van de som van € 768,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 2] (feit 4) van de som van € 1.157,56 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk telkens de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de slachtoffers [benadeelde 1], [benadeelde 2] en [slachtoffer 3] telkens een bedrag van € 1.422,--, € 1.872,10, € 768,-- en € 1.157,56 te betalen, bij gebreke van betaling telkens te vervangen door respectievelijk 24, 28, 15 en 21 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende jeugddetentie de hiervoor opgelegde verplichtingen niet opheft, en dat indien genoemde bedragen geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten zijn betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormelde bedragen ten behoeve van de slachtoffers de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partijen doet vervallen, alsmede dat betaling van voormelde bedragen aan de benadeelde partijen de verplichting tot betaling aan de Staat van die bedragen doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter/plaatsvervangend kinderrechter, en mr P.L.M.J. Rooijakkers en mr. H.R. Bracht, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op dinsdag 30 maart 2010.