ECLI:NL:RBASS:2010:2394

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
18 oktober 2010
Publicatiedatum
30 april 2013
Zaaknummer
285963 - CV EXPL 10-3405
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Fraude met huurinkomsten en verkoopfraude door medewerker van Stichting Actium

In deze zaak vorderde de Stichting Actium, vertegenwoordigd door mr. M.G.F.A. Janssen, betaling van schadevergoeding van [K], een voormalig medewerker, wegens huurfraude en verkoopfraude. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [K] vanaf mei 2001 in dienst was bij Actium en verantwoordelijk was voor de administratieve verwerking van huurpenningen. Tijdens zijn dienstverband heeft hij gefraudeerd met huurinkomsten, wat resulteerde in een schade van ten minste € 265.025,27. Daarnaast heeft hij betrokkenheid bij de verkoop van woningen aan [F] en zijn zonen [C] en [O] erkend, waarbij hij hen heeft geholpen om hypotheken te verkrijgen met vervalste werkgeversverklaringen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat [K] opzettelijk onrechtmatig heeft gehandeld, wat heeft geleid tot de schade die Actium heeft geleden. De kantonrechter heeft de vordering van Actium toegewezen en [K] veroordeeld tot betaling van de schadevergoeding, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten. Tevens is [F] hoofdelijk veroordeeld voor zijn rol in de verkoopfraude, waarbij hij samen met [K] handelde om Actium te benadelen. De rechtbank heeft geoordeeld dat Actium onvoldoende bewijs heeft geleverd dat [F] en zijn zonen op de hoogte waren van de frauduleuze handelingen van [K].

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van medewerkers in de vastgoedsector en de gevolgen van fraude voor zowel de betrokkenen als de organisatie. De kantonrechter heeft de proceskosten aan [K] en [F] opgelegd, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK Assen

Sector kanton
Locatie Assen
vonnis van de kantonrechter van 18 oktober 2011
in de gevoegde procedures van:
de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting Stichting Actium,
hierna te noemen: Actium,
gevestigd te 9402 NP Assen, Industrieweg 15,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.G.F.A. Janssen,
in zaak-/rolnummer: 285963 \ CV EXPL 10-3405
tegen
[C.F.K.] ,
hierna te noemen: [K] ,
wonende te [adres] ,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. F.H. Kappelhof,
toevoegingnummer: 5CH6448
in zaak-/rolnummer: 293410 \ CV EXPL 10-5485
tegen
1.
[J.J.F.] ,voorheen wonende te [adres] , thans zonder bekende woon of verblijfplaats,
hierna ook te noemen [F] ,
gedaagde, niet in de procedure verschenen

2 [C.C.F.] , wonende te [adres] ,

3 [O.J.F.] , wonende te [adres]

hierna afzonderlijk te noemen [C] en [O] en tezamen: [F] c.s.,
gedaagden,
gemachtigde: ing. mr. M.R.P. Ossentjuk
toevoegingnummers: 5CB0605 en 5CC5580

1.De procedures

Het verloop van de procedure tussen Actium en [K] blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 januari 2010 met producties;
  • de conclusie van antwoord in het incident van 22 juni 2010;
  • het vonnis in het incident van 31 augustus 2010, waarbij de procedure tegen [K] ex artikel 220 lid 5 Rv is gevoegd met de procedure van Actium tegen [F] c.s.;
  • de conclusie van antwoord
  • de nadere toelichtingen van partijen.
Het verloop van de procedure tussen Actium, [F] en [F] c.s. blijkt uit:
  • de dagvaarding van 20 januari 2010, met de incidentele vordering tot voeging;
  • de conclusie van antwoord in het incident;
  • het tussenvonnis van de sector civiel van deze rechtbank van 14 juli 2010;
  • de incidentele conclusie tot voldoening aan exhibitieplicht (843a Rv) zijdens [F] c.s.;
  • de conclusie van antwoord in het incident zijdens Actium;
  • het tussenvonnis van 21 december 2011;
  • de conclusie van antwoord;
  • de nadere toelichtingen van partijen.
Tegen [F] is verstek verleend.

2.De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
2.1.
[K] is vanaf mei 2001 in dienst geweest van Actium als medewerker Incasso en Administratie. [K] was in die functie belast met administratieve verwerking van huurpenningen, huurtoeslagen en betalingen voor verkochte woningen.
2.2.
[F] en zijn zonen [C] en [O] hebben vanaf eind 2006 een aantal nieuw te bouwen woningen (appartementen) van Actium gekocht.
- [C] (geboren in februari 1986) heeft in 2007 voor een totale koop/aanneemsom van € 232.507,30 de woning aan de [adres] verworven. Die woning was aanvankelijk verkocht aan een vennootschap van [F] , Sanke Registergoed B.V. In de leveringsakte tussen Actium en [C] van 16 mei 2007 is bepaald dat [C] alle rechten en plichten uit die oorspronkelijke koopovereenkomst overneemt. [C] is voor de financiering van de koop/aanneemsom een lening aangegaan van € 207.000. Dit bedrag is voor de overdracht van de woning door de hypotheekverstrekker overgemaakt naar de notaris van Sanke Registergoed B.V., die het bij levering aan Actium te betalen bedrag ad
€ 88.483,75 vervolgens onder notaris Krijgsheld van Pelt heeft gestort.
- [O] (geboren in juli 1988) heeft in 2008 voor een bedrag van
€ 212.515 (inclusief meerwerk en vertragingsrente) de woning aan de [adres] gekocht. Ook hij heeft een hypothecaire lening gesloten, te weten van € 156.000. De eerste termijn van € 58.602,12 is onder notaris Van Linge gestort; het restant op rekening van [O] zelf. Die bedragen zijn daarna overgeboekt naar rekeningen van (bedrijven van) [F]
- De overige woningen zijn door [F] verworven. De bij levering verschuldigde betaling heeft hij aan Actium voldaan.
Bij de hypotheekaanvragen door [F] c.s. is gebruik gemaakt van vervalste werkgeversverklaringen van een bedrijf van [F]
2.3.
Het restant van de koop/aanneemsom diende in termijnen aan Actium te worden voldaan. [F] heeft aan een medewerker van Actium een aantal betalingen voor de woningen van hemzelf en zijn zonen verricht, en wel in contanten. Hiervoor zijn betalingsbevestigingen verstrekt. [F] c.s. zelf hebben - afgezien van de eerste termijn - geen bedragen aan Actium overgemaakt.
2.4.
In het voorjaar van 2009 heeft [H] Bedrijfsrecherche B.V. (hierna: [H] ) in opdracht van Actium een onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van signalen van malversaties en verduistering van gelden waarbij [K] betrokken zou zijn.
Uit het onderzoek van [H] kwam naar voren dat [K] gedurende meerdere jaren heeft gefraudeerd met huurinkomsten, die hij contant bij huurders ophaalde. Door onterechte boekingen in de administratie (ten laste van een grootboekrekening 'huurtoeslag') deed [K] het voorkomen alsof die bedragen wel door Actium waren ontvangen. [H] heeft de schade op ten minste € 260.000,00 becijferd.
Tijdens het onderzoek kwam naar voren dat [K] ook fraude zou hebben gepleegd in verband met de verkoop van de woningen aan [F] en [F] c.s.
2.5.
Op dinsdag 17 maart 2011 heeft [K] tegenover [H] zijn fraudeleus handelen met betrekking tot de huur bekend.
2.6
[F] , die ook is gehoord, heeft het volgende tegenover [H] verklaard:
"Ik heb inderdaad in totaal vier panden van Actium gekocht. Ik heb twee woningen voor mijzelf gekocht en twee woningen voor mijn kinderen. … U vraagt hoe de aankoop van deze woningen tot stand is gekomen. … Ik heb de woningen uiteindelijk bij de makelaar gekocht. Ik had een contactpersoon bij Actium. Met hem heb ik de financiën geregeld. Hij had namelijk een gokschuld bij mij. Of ik dit wil uitleggen? Nou, hij kwam met een voorstel. Hij zou zijn schuld aan mij afwikkelen door de verkoop van panden.
De gokschuld die hij bij mij had was op een gegeven moment opgelopen naar ongeveer
€ 250.00,--. Ik heb hem leren kennen in het casino. … In eerste instantie heb ik hem leren kennen als Kwans (foenetisch). Dit was zijn bijnaam. Zij echte naam is [K] .
… Ik heb voor elke woning een hypotheek genomen. De bedragen kunt u op dit document vinden. Het verschil tussen de waarde van de woning en het hypotheekbedrag is de aflossing van de schuld. … De eerste keer dat hij geld van mij had geleend was in 2005 of 2006. … [K] heeft mij toen een voorstel gedaan omdat hij de schuld niet kon betalen. Hij vertelde toen dat als ik een woning bij Actium zou kopen, hij dan zaken met Actium kon verrekenen. Ik heb toen bij Actium een woning in Assen gekocht. Dit was inderdaad de woning aan de
[adres] . Voor deze woning heb ik toen een koopovereenkomst gesloten. Ik heb toen gewoon het normale traject gevolgd.
De hypotheek op deze woning was € 207.000,-- en de vrije verkoopwaarde was € 259.000,--. Ik heb dus € 207.000 voor de woning betaald en het verschil € 52.000, loste [K] dus af op de schuld. Ik heb [K] het geld contant gegeven. Ik heb dit in gedeeltes gedaan. Ik weet niet, zoals u vraagt, hoeveel ik in totaal aan [K] gegeven heb.
U vraagt of dit op dezelfde manier is gegaan voor de overige drie woningen. Ja dat klopt. Het is bij alle vier de woningen op dezelfde manier gegaan. De aankoop van de grond en een of twee termijnen heb ik gewoon bij de notaris betaald. De rest van het geld heb ik aan [K] betaald. Nadat ik betaald had kreeg ik van hem een bewijs van betaling. … Een deel van de hypotheek is dus contant aan [K] betaald. Nee, ik weet niet meer hoeveel er contant betaald is. … Hoeveel er uiteindelijk betaald is, is na te gaan aan de hand van de betalingsbewijzen. … Ik ben er altijd vanuit gegaan dat binnen Actium alles correct geregeld was. Het gegeven dat er op de stukken die ik kreeg andere namen en handtekeningen stonden, was voor mij een bevestiging dat alles in orde was.
[K] was echt een grote pokeraar. … Hij zette soms bedragen in van € 40.000,-- of zelfs wel € 50.000,--. Als je met zulke grote bedragen speelt dan moet je wel goed in de slappe was hebben gezeten. U vraagt of [K] zijn schuld bij mij heeft afgelost. Nee, er staat nog ongeveer € 25.000,-- open. … Ik heb, zoals u vraagt, betreffende de aankoop van de woningen geen contact gehad met andere medewerkers van Actium. U vraagt naar de cashbetalingen aan [K] . …. Het surplus, het verschil tussen de waarde van de woning en het hypotheekbedrag, is het geld wat [K] ingelost heeft bij mij."
2.4.
De VROM-IOD is vervolgens een strafrechtelijk onderzoek gestart. Uit administratief, financieel en digitaal onderzoek kwam onder meer naar voren dat [K] veelvuldig online pokert, dat hij in de loop van 2007-2008 in totaal € 31.900 van [F] op zijn rekening heeft ontvangen, dat de administratie met gebruikmaking van zijn login-ID is gemanipuleerd waardoor niet betaalde huurtermijnen en aflossingstermijnen van [F] en [F] c.s. ten onrechte als ontvangen werden geboekt, en dat de betalingsbevestigingen aan [F] en [O] in zijn computer waren aangemaakt.
2.5
De VROM -IOD heeft [K] , [F] en [F] c.s. gehoord, alsmede huurders van Actium en collega's van [K] .
[F] heeft tijdens het onderzoek verklaard dat het verhaal dat hij eerder aan [H] had verteld niet klopte, dat hij [K] eigenlijk niet kende, dat hij feitelijk zaken deed met een collega van [K] , de heer [vH] , en dat die laatste de zaak in [K] 's schoenen wilde schuiven. [F] heeft aangegeven dat hij de aankoop en financiering van de woningen voor zijn zonen heeft geregeld, en voor de werkgeversverklaringen heeft gezorgd.
[K] heeft tegenover de VROM-IOD de juistheid van de verklaring die [F] aan [H] had afgelegd ontkend. Hij heeft aangegeven dat hij niet zou weten met wie van Actium [F] de betalingen contant zou hebben afgerekend en desgevraagd meegedeeld dat hij [vH] wel kent maar niet echt veel contact met hem had. Nadat de verbalisanten hem confronteerden met het feit dat er door [F] , zijn bedrijven of zijn zoon [O] 6 keer een bedrag op zijn bankrekening was overgemaakt, heeft [K] zich beroepen op zijn zwijgrecht.
[vH] heeft ontkend iets met de verkoopfraude en [F] van doen te hebben gehad. Dat geldt ook voor [F] c.s. Zij verklaren dat zij niet bij de malversaties van [K] en [F] betrokken zijn geweest en daarvan niets te weten.
Drie huurders hebben verklaard dat [K] tegenover hen heeft gesproken over de mogelijkheid om huurwoningen met 'korting' te kopen.
2.5
De VROM-IOD heeft het totale schadebedrag voor Actiunm in verband met de huurfraude becijferd op € 265.025,27 en de totale schade als gevolg van de verkoopfraude op € 643.351,37. Gelet op hun toenmalige functies en de bevindingen in het administratieve en digitale onderzoek kan er volgens de VROM-IOD van uit worden gegaan dat vermoedelijk [K] en niet [vH] zaken heeft gedaan met [F] . Daarnaast concludeert de VROM-IOD dat de formaliteiten rondom de aankoop en betaling van de woningen van [F] c.s. zijn geregeld door [F] en dat [F] c.s. daarvan vermoedelijk slechts ten dele op de hoogte zijn geweest.

3.De vordering van Actium en het verweer van [K]

3.1.
Actium vordert - na vermindering van eis - dat de kantonrechter [K] zal veroordelen tot betaling van:
  • ter zake huurfraude en verkoopfraude, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding;
  • en € 25.745,75 aan buitengerechtelijke kosten ter zake huurfraude respectievelijk verkoopfraude;
  • de kosten van deze procedure;
  • de kosten van de ten laste van [K] gelegde conservatoire beslagen en de nakosten ten belope van € 131,00, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Actium legt aan haar vordering ten grondslag dat [K] haar opzettelijk voor een substantieel bedrag heeft bestolen en dat zij daarom uit hoofde van artikel 7:611 BW en/of 7:661 BW en/of 6:162 BW een schadevordering op hem heeft.
3.3.
[K] voert gemotiveerd verweer. Hierop zal voor zover van belang bij de beoordeling worden ingegaan.

4.De vordering van Actium en het verweer van [F] c.s.

4.1.
Actium vordert, na wijziging van eis, dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
[F] en [F] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot betaling van € 643.351,37 aan hoofdsom, € 73.327,76 aan wettelijke rente tot en met de datum van dagvaarding en € 25.745,75 aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding;
Subsidiair:
  • [F] veroordeelt tot betaling van € 383.263,66;
  • [C] veroordeelt tot betaling van € 176.562,22; en
  • [O] veroordeelt tot betaling van € 151.779,95.
(alles inclusief rente en buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding,
en zowel
primair als subsidiairte vermeerderen met de kosten van het geding, de kosten van het gelegde conservatoir beslag, de nakosten (primair € 393,00 en subsidiair € 131,.000 per gedaagde), te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het vonnis en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
4.2
Actium legt aan haar vordering ten grondslag dat [F] en [F] c.s. in samenspraak met [K] onrechtmatig jegens haar hebben gehandeld door medewerking te verlenen aan verduistering van koopsommen ten voordele van henzelf en [K] , dan wel ten koste van Actium ongerechtvaardigd zijn verrijkt.
4.3
[F] is niet in de procedure verschenen. [F] c.s. voeren gemotiveerd verweer. Hierop zal voor zover van belang bij de beoordeling worden ingegaan.

5.De beoordeling

De vordering jegens [K]
Huurfraude
5.1
[K] erkent dat hij heeft gefraudeerd met huurpenningen. Vaststaat dat hierdoor Actium schade heeft geleden. Nu die schade het gevolg is van zijn opzettelijk onrechtmatig handelen, dient [K] Actium die schade te vergoeden.
[K] betwist wel dat hij volledig de verantwoordelijkheid draagt voor het door Actium berekende schadebedrag van € 265.025,27. Hij voert aan dat de huurders [X] en [S] juist uitdrukkelijk hebben verklaard dat zij geen geld aan hem hebben betaald. Hij meent dat Actium op geen enkele heeft aangetoond dat er schade is geleden en dat de beweerde schade aan zijn handelen te wijten zou zijn.
5.2.
De kantonrechter stelt vast dat de VROM-IOD in het kader van zijn strafrechtelijk onderzoek de huurders die bij de fraude door [K] waren betrokken heeft gehoord en aan de hand van die verhoren en de bevindingen uit het administratieve, financiële en digitale onderzoek een schadeberekening heeft gemaakt. De delen uit het (omvangrijke) proces-verbaal die betrekking hebben op die verhoren en de schadeberekening zijn in het geding gebracht. [K] , die als geen ander moet kunnen aangeven voor welk bedrag hij Actium heeft benadeeld, heeft de juistheid van de afgelegde verklaringen en de schadeberekeningen niet adequaat betwist. Wat hij aanvoert over [S] en [X] snijdt geen hout. [S] heeft tijdens zijn verhoor immers uitdrukkelijk verklaard dat hij door [K] thuis is benaderd, dat hij toen met [K] is overeengekomen dat hij voortaan maar € 330,00 in plaats van bijna € 500,00 aan huur zou betalen, dat na die regeling ook de dochter van [Y] , buren [B] , [X] , [Z] en [W] betrokken zijn, die ook iedere maand € 330,00 contant betaalden, en dat [S] dat bedrag inzamelde en aan [K] overdroeg. [X] bevestigt die gang van zaken (proces-verbaal Vrom-IOD, documentcode 1.1.1) . Het feit dat de huurders niet worden vervolgd maakt - anders dan [K] indiceert - niet dat zij er belang bij hebben om hun aandeel in de fraude omvangrijker voor te stellen dan die in werkelijkheid is geweest. Dat zij daaraan medeplichtig zijn, neemt ook [K] 's hoofdelijke aansprakelijkheid voor de totale schade niet weg.
De kantonrechter acht het door Actium gevorderde schadebedrag voldoende onderbouwd en aannemelijk gemaakt en zal dit als onvoldoende gemotiveerd betwist toewijzen.
Verkoopfraude
5.3.
[K] betwist dat hij de hand heeft gehad in de verkoopfraude. Hij bestrijdt dat hij een gokschuld van ongeveer € 250.000 had bij [F] en dat hij met hem de afspraak heeft gemaakt om een aantal termijnen van de aangekochte woningen als "betaald" in te boeken. [K] betoogt dat de verklaring die [F] in eerste instantie bij [H] heeft afgelegd onbetrouwbaar is. Hij wijst erop dat [F] tegenover de VROM-IOD heeft verklaard dat [vH] , die bij het [H] -onderzoek een coördinerende rol had, degene was waarmee hij zaken deed.
5.4.
De kantonrechter is met [K] van oordeel dat er niet zonder meer van uit kan worden gegaan dat de verklaringen van [F] betrouwbaar zijn. Anders dan [K] bepleit, geldt dit naar haar oordeel echter veeleer voor de verklaring die [F] in tweede instantie tegenover de VROM-IOD heeft afgelegd, dan voor zijn eerdere afgelegde verklaring tegenover [H] . In de eerste plaats omdat die eerdere verklaring zeer gedetailleerde informatie over [K] bevat (zoals zijn bijnaam en zijn voorliefde voor pokeren) terwijl [F] in zijn tweede verklaring beweert [K] in feite niet te kennen. Daarnaast omdat uit het onderzoek naar [K] is gebleken dat hij vanaf november 2007 meerdere betalingen van rekeningen van [F] (althans zijn bedrijf) en [O] heeft ontvangen. Hiervoor is noch door [F] noch door [K] een plausibele verklaring gegeven.
Verder is uit het digitale onderzoek gebleken dat bij het manipuleren van bankafschriften en bij het opmaken van de betalingsbevestigingen voor [F] en [F] c.s., gebruik is gemaakt van de inlog-ID van [K] . De collega's van [K] zijn hierover gehoord, maar er is geen reden om aan te nemen dat zij hier iets mee van doen hebben gehad. Voorts hebben meerdere huurders tegenover de VROM-IOD verklaard dat [K] met hen heeft gesproken over de mogelijkheid om met korting woningen te kopen. De verklaring van [F] dat niet [K] maar zijn collega [vH] de kwade genius zou zijn geweest en voor het onderzoek van [H] aan [F] heeft gevraagd om [K] de verkoopfraude in de schoenen te schuiven, acht de kantonrechter in het licht dit alles ongeloofwaardig. Nu de overige bevindingen en verklaringen in het strafrechtelijk onderzoek wijzen op [K] 's betrokkenheid, houdt zij [K] daarvoor verantwoordelijk.
5.5.
Actium heeft naar het oordeel van de kantonrechter haar schade als gevolg van de verkoopfraude voldoende onderbouwd en aannemelijk gemaakt. Zij zal daarom het ter zake gevorderde bedrag van € 643.351,37, met wettelijke rente, toewijzen. Dat geldt ook voor de daarop betrekking hebbende buitengerechtelijke kosten ad € 25.737,74. [K] heeft de hoogte van die schadebedragen onvoldoende gemotiveerd betwist. Wel zal, omdat Actium in de gevoegde procedure [F] en [F] c.s. voor hetzelfde feit aanspreekt, hiervoor slechts een hoofdelijke veroordeling worden uitgesproken.
5.6.
[K] zal als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen, waaronder die in het bevoegdheidsincident. Voor salaris gemachtigde worden 3 punten toegekend (dagvaarding, bevoegdheidsincident, 'repliek') tegen een liquidatietarief van
€ 1.000,00 per punt. De gevorderde beslagkosten zullen worden afgewezen, aangezien Actium heeft verzuimd beslagstukken in het geding te brengen.
De vordering jegens [F]
5.7.
De vordering van Actium op [F] ziet op de verkoopfraude. Tegen [F] is verstek verleend. De primaire vordering van Actium tegen [F] komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zij het dat:
  • gelet op het bepaalde in artikel 6:119 lid 2 BW geen wettelijke rente zal worden toegewezen over het tot de dagvaarding gevorderde rentebedrag;
  • ten aanzien van het verkoopfraudebedrag ad € 643.351,37 en de buitengerechtelijke kosten ad € 25.745,75 (zoals hiervoor reeds overwogen) slechts een hoofdelijke veroordeling zal worden uitgesproken.
Aangezien zijn medegedaagden wel in de procedure zijn verschenen, zal dit vonnis ten aanzien van [F] gelden als een vonnis gewezen op tegenspraak.
5.8.
[F] zal als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen. Aangezien Actium de beslagstukken niet in het geding heeft gebracht, zullen de gevorderde beslagkosten niet worden toegewezen. Omdat in deze procedure - zoals hierna zal blijken - alleen [F] tot betaling aan Actium wordt veroordeeld, worden de nakosten beperkt tot € 131,00.
De vordering jegens [F] c.s.
5.9.
Actium heeft met de ingebrachte producties voldoende aannemelijk gemaakt dat de koop/aanneemsom voor de door [F] en [F] c.s. gekochte woningen niet volledig is voldaan. De uitsluitend op onrechtmatige handelen dan wel ongerechtvaardigde verrijking gefundeerde vorderingen jegens [F] c.s. zullen evenwel om de volgende redenen worden afgewezen.
5.10.
De kantonrechter is met [F] c.s. van oordeel dat Actium onvoldoende heeft onderbouwd welke gedragingen zij [F] c.s. precies verwijt. Het enkele feit dat zij met behulp van hun vader een woning van haar hebben gekocht en dat Actium de koop/aanneemsommen niet volledig heeft ontvangen is onvoldoende om aan te nemen dat zij met [K] en hun vader hebben samengespannen om Actium te benadelen en van de handelwijze van die beide personen op de hoogte (moeten) zijn geweest. Uit het onderzoek van [H] en de VROM-IOD, waar Actium zich op beroept, komen ook geen feiten naar voren die een dergelijke vergaande conclusie kunnen dragen. [F] verklaart niet in die richting en ook uit de verklaringen van [K] en [F] c.s. blijkt niet dat zij bij de verkoopfraude betrokken zijn geweest. De VROM-IOD concludeert ook dat de formaliteiten rond de aankoop en betaling van de woningen door [F] zijn geregeld en dat [F] c.s. daarvan vermoedelijk slechts ten dele op de hoogte zijn geweest. Gelet op hun jeugdige leeftijd destijds (respectievelijk 21 en 19 jaar) is het voorstelbaar dat [F] c.s. een en ander in goed vertrouwen aan hun vader hebben overgelaten en niet van zijn gewraakte handelwijze op de hoogte zijn geweest. Actium heeft geen aanvullende feiten en omstandigheden gesteld die - indien bewezen - een ander oordeel rechtvaardigen.
5.11.
Van ongerechtvaardigde verrijking is evenmin sprake. [F] c.s. hebben de woningen 'gewoon' van Actium gekocht en gesteld noch gebleken is dat de daarvoor overeengekomen koop/aanneemsom niet marktconform was. Dat de koopsom niet volledig is voldaan maakt dat niet anders. Indien Actium van mening is dat [F] c.s. de koop/aanneemsom nog niet (bevrijdend) hebben betaald, ligt het op haar weg om nakoming van de koopovereenkomst te vorderen.
5.12.
Actium zal als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de proceskosten van [F] c.s. moeten dragen, waaronder die van het incident tot voldoening aan de exhibitieplicht. Voor salaris gemachtigde worden 3 punten toegekend (conclusie van antwoord, incident en dupliek) tegen een liquidatietarief van € 1.000,00 per punt.
De beslissing
De kantonrechter:
in de procedure met zaak-/rolnummer: 285963 \ CV EXPL 10-3405
1. veroordeelt [K] om aan Actium te voldoen ter zake van de huurfraude € 274.713,01 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2010 tot aan de dag van volledige betaling;
2. veroordeelt [K] hoofdelijk, in die zin dat hij ook zal zijn gekweten door betalingen die [F] op grond van het heden gewezen vonnis aan Actium verricht, om aan Actium te voldoen € 669.097,12, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2010 tot de dag der algehele voldoening;
3. veroordeelt [K] tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van Actium begroot op € 87,93 aan dagvaardingskosten, € 208,00 aan vast recht en € 3.000,00 aan salaris gemachtigde en € 131,00 aan nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5. wijst het meer of anders gevorderde af.
in de procedure met zaak-/rolnummer: 293410 \ CV EXPL 10-5485
1. veroordeelt [F] hoofdelijk, in die zin dat hij ook zal zijn gekweten door betalingen die [K] op grond van het heden gewezen vonnis aan Actium verricht, om aan Actium te voldoen € 669.097,12, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 20 januari 2010 tot de dag der algehele voldoening;
2. veroordeelt [F] om aan Actium te voldoen € 73.327,76 aan wettelijke rente tot aan de datum dagvaarding;
3. veroordeelt [F] in de kosten van deze procedure, tot deze uitspraak aan de zijde van Actium begroot op € 87,93 aan dagvaardingskosten, € 4.951,00 aan vast recht, € 1.000,00 aan salaris gemachtigde en € 131,00 aan nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis en - voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening;
4. veroordeelt Actium in de proceskosten, aan de zijde van [F] c.s., tot op heden begroot op € 1.188,00 aan vast recht (waarvan in debet € 1.069,00) en € 3.000,00 aan salaris gemachtigde, waarvan te voldoen aan:
5. a. de griffier van deze rechtbank € 4.069,00 (bestaande uit het in debet gestelde recht
€ 1.069,00 en € 3.000,00 voor salaris gemachtigde van zonen [F] ) middels overschrijving op Royal Bank of Scotland, 56.99.90.610 t.n.v. M.v.J. arrondissement Groningen-Assen (539), en
b. het restant, zijnde € 119,00, aan de gemachtigde van zonen [F] .
5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. M.E. van Rossum en in het openbaar uitgesproken op 18 oktober 2011.
typ/conc: 201/MER
coll: