ECLI:NL:RBASS:2009:BJ8750
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Schoemaker
- J.G. de Bock
- J.H.W.R. Orriëns-Schipper
- Rechtspraak.nl
Bezit van kinderpornografische afbeeldingen en de gevolgen voor de verdachte
In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 29 september 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 16 oktober 2008 tot en met 21 oktober 2008 in de gemeente Assen een aantal afbeeldingen en gegevensdragers heeft verspreid, vervaardigd, ingevoerd, uitgevoerd en in bezit heeft gehad, waarbij seksuele gedragingen zichtbaar waren van personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen. De verdachte heeft erkend dat hij een film met kinderpornografisch materiaal op zijn computer had staan, maar stelde dat hij deze film na korte tijd had verwijderd. De rechtbank oordeelde echter dat de verdachte, door de film naar de prullenbak te verplaatsen, nog steeds in bezit was van het materiaal, aangezien het eenvoudig teruggehaald kon worden. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het voorlichtingsrapport van de reclassering, waaruit bleek dat de verdachte zijn gedrag had aangepast na het incident.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren, met een proeftijd van twee jaar. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer, waarbij de rechtbank de verdachte als strafbaar heeft aangemerkt, omdat er geen strafuitsluitingsgronden aanwezig waren. De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie in overweging genomen, evenals het pleidooi van de raadsman van de verdachte. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte, door in bezit te zijn van kinderpornografie, heeft bijgedragen aan de instandhouding van de kinderpornografiemarkt en de seksuele exploitatie van kinderen. De uitspraak benadrukt de ernst van het bezit van kinderpornografie en de gevolgen daarvan voor de verdachte.