ECLI:NL:RBASS:2008:BG9645

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
9 december 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
¨19.605808/08
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontuchtige handelingen met een vijftienjarige en de beoordeling van instemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 9 december 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een vijftienjarige. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, die op het moment van de feiten 22 jaar oud was, op 6 januari 2008 in Meppel ontuchtige handelingen heeft gepleegd met de betrokkene, die op dat moment 15 jaar oud was. De verdachte heeft ontkend dat er sprake was van ontucht, stellende dat de betrokkene had aangegeven 16 jaar oud te zijn en dat de handelingen vrijwillig waren. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verdachte niet zonder meer op de verklaring van de betrokkene had mogen afgaan en dat er sprake was van een significant leeftijdsverschil van 6 jaar, wat de strafbaarheid van de verdachte bevestigt.

De rechtbank heeft overwogen dat de betrokkene contact heeft gezocht met de verdachte en dat zij meerdere keren met elkaar hebben afgesproken. Tijdens deze afspraken hebben zij seksuele handelingen verricht, waarbij de betrokkene ook actief deelnam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene diverse kansen heeft gehad om zich van de verdachte te verwijderen of hulp in te roepen, maar dit niet heeft gedaan. Dit heeft de rechtbank doen concluderen dat er geen sprake was van dwang van de zijde van de verdachte.

Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat de betrokkene op het moment van de feiten bijna 16 jaar oud was en dat zij zich al uitvoerig met seksuele zaken bezighield. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 80 uur, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De vordering van de benadeelde partij is afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel was dat de betrokkene had ingestemd met de handelingen.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.605808-08
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 09 december 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 25 november 2008.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.J.J. Bosma, advocaat te Hoogeveen.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op of omstreeks 6 januari 2008, te Meppel, met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
- de borst(en) van die [slachtoffer] betast en/of
- een of meer van zijn, verdachte's vinger(s) en/of zijn, verdachte's, penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmotivering
Vaststaande feiten
Op grond van de voorhanden bewijsmiddelen, met name de bekennende verklaring van verdachte en de aangifte van [slachtoffer], alsmede op grond van het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank het navolgende vast.
Op 6 januari 2008 hebben verdachte en [slachtoffer] (hierna verder: "betrokkene") met elkaar afgesproken in Meppel. Aan deze afspraak gingen diverse telefoongesprekken, MSN- en sms-contact en een afspraak in Hoogeveen op 2 januari 2008 vooraf.1
Op het moment van de afspraak was verdachte 22 jaar oud2 en betrokkene 15 jaar oud3.
Toen verdachte en betrokkene elkaar in Meppel getroffen hadden, praatten ze wat en gingen ze op een bankje zitten. Zij (tong)zoenden met elkaar en verdachte betastte de buik en borsten van betrokkene.4 Verdachte vroeg aan betrokkene of zij sex met hem wilde. Zij zijn toen gaan lopen en eerst bij een brandtrap van een flat gaan staan. Daar heeft verdachte zijn hand in de broek en onderbroek van betrokkene gestoken en haar met een vinger gevingerd.5 Verdachte heeft bovendien de borsten van betrokkene betast, op de huid.6 Toen zij gestoord werden, zijn zij doorgelopen richting het station.
In de buurt van het station kwamen verdachte en betrokkene langs een terrein waarop enkele vrachtwagens stonden. Daar zijn zij bij het wiel van een vrachtwagen gaan staan. Toen de broeken van hen beiden naar beneden waren, heeft verdachte betrokkene omgedraaid. Hij duwde zijn penis achterlangs in de vagina van betrokkene en bewoog deze heen en weer.7
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw van verdachte heeft, verkort en zakelijk weergegeven, het volgende aangevoerd:
Cliënt moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Hij heeft weliswaar sex gehad met [slachtoffer] die op dat moment 15 jaar oud was, maar van ontuchtige handelingen is geen sprake, gelet op het arrest van de Hoge Raad d.d. 24 juni 1997 (NJ 1997, 676). De Hoge Raad heeft daarin overwogen dat het ontuchtig karakter van de handelingen bij seksueel contact met een minderjarige kan ontbreken als het gaat om:
1. vrijwillig contact tussen personen, die
2. slechts in geringe mate van leeftijd verschillen.
In het onderhavige geval was sprake van vrijwillig seksueel contact tussen cliënt en betrokkene.
Wat betreft het verschil in leeftijd heeft de raadsvrouw betoogd dat dit niet enkel ziet op een leeftijdsverschil in kalenderjaren, maar ook op een leeftijdsverschil voor wat betreft de ontwikkelingsfase waarin de betrokken personen zich bevinden. Betrokkene heeft steeds volgehouden dat zij zestien was. Zij is voorlijk voor haar leeftijd en al veel met sex bezig. Cliënt was op het moment dat hij en betrokkene sex hadden weliswaar 22 jaar oud en groot van postuur, maar voor wat betreft zijn uitlatingen en gedrag komt hij jonger over.
De beoordeling van de tenlastelegging
Op grond van de hierboven weergegeven vaststaande feiten, zoals afgeleid uit de verklaringen van zowel verdachte als betrokkene, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht met een vijftienjarige, zoals tenlastegelegd. Op grond van de verklaringen van zowel verdachte als betrokkene kan er immers geen twijfel over bestaan dat verdachte seksueel bij betrokkene is binnengedrongen en dat betrokkene op dat moment 15 jaar oud was. Of de sex tussen verdachte en betrokkene al dan niet vrijwillig was en of verdachte al dan niet wist dat betrokkene 15 jaar oud was, maakt voor het wettig bewijs van dit feit geen verschil.
Ten aanzien van het standpunt van de verdediging dat vrijspraak moet volgen omdat geen sprake zou zijn van ontuchtige handelingen, oordeelt de rechtbank als volgt.
Het door de verdediging aangehaalde arrest van de Hoge Raad biedt geen aanknopingspunt voor het standpunt dat het hierin bedoelde geringe verschil in leeftijd ook ziet op de ontwikkelingsfase van de betrokken personen. In het betreffende arrest bespreekt de Hoge Raad een situatie waarin het leeftijdsverschil in kalenderjaren tussen twee personen die vrijwillig sex met elkaar hebben klein is en beiden nog minderjarig zijn.
In het onderhavige geval is daarvan geen sprake. Niet alleen is sprake van een tamelijk groot leeftijdsverschil tussen verdachte en betrokkene, namelijk 6 jaren, maar verdachte was bovendien volwassen. Dat betrokkene voorlijk is voor haar leeftijd en met sex bezig is en dat verdachte qua gedrag niet erg volwassen zou zijn, maakt dit leeftijdsverschil niet kleiner.
Gelet op het bovenstaande, verwerpt de rechtbank het standpunt van de verdediging.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 6 januari 2008, te Meppel, met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die Zevenbergen, hebbende verdachte
- de borsten van die [slachtoffer] betast en
- een vinger en zijn, verdachte's, penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht/geduwd.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het bewezen verklaarde levert op:
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
strafbaar gesteld bij artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
De rechtbank houdt bij de bepaling van de op te leggen straf rekening met de aard en de ernst van het gepleegde feit, met de omstandigheden waaronder dit feit is begaan, met hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte en met de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 23 oktober 2008 waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld.
De rechtbank houdt tevens rekening met de eis van de officier van justitie. De officier van justitie heeft de feiten wettig en overtuigend bewezen geacht en heeft gevorderd:
- oplegging van een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het pleidooi van de raadsvrouw van verdachte. De raadsvrouw van verdachte heeft vrijspraak van het tenlastegelegde bepleit. Ten aanzien van de strafoplegging heeft zij subsidiair aangevoerd dat de eis van de officier van justitie ernstig gematigd dient te worden. De vordering van de benadeelde partij dient bovendien te worden afgewezen.
De rechtbank heeft bewezen verklaard dat verdachte ontucht heeft gepleegd met een vijftienjarige. Op het moment dat de ontucht plaatshad, was verdachte 6 jaren ouder dan betrokkene en meerderjarig. Hoewel verdachte stelt dat betrokkene steeds heeft beweerd dat zij 16 jaar oud was, had hij hiervan niet zonder meer mogen uitgaan.
De rechtbank acht verdachte daarom strafbaar, maar houdt er bij de strafoplegging rekening mee dat betrokkene naar het oordeel van de rechtbank heeft ingestemd met de verrichte seksuele handelingen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Betrokkene heeft contact gezocht en gehouden met verdachte en tweemaal met hem afgesproken. Tijdens hun eerste afspraak (op 2 januari 2008 in Hoogeveen) werden verdachte en betrokkene aangesproken door een agent toen zij op een bankje (onder meer) zaten te zoenen. Wanneer het contact ongewenst was en betrokkene inderdaad bang voor verdachte was, zoals zij aangeeft, had zij dit op dat moment eenvoudigweg tegen de agent kunnen zeggen. Ten aanzien van de tweede afspraak van verdachte en betrokkene op 6 januari 2008 in Meppel acht de rechtbank van belang, dat zowel verdachte als betrokkene verklaren dat betrokkene verdachte terugzoende. Verdachte en betrokkene zijn bovendien gezamenlijk op verschillende plaatsen geweest, waarbij zij steeds, toen zij gestoord werden tijdens hun handelingen, zijn doorgelopen naar een andere plek. Betrokkene heeft diverse kansen gehad om zich van verdachte te verwijderen of hulp van voorbijgangers in te roepen. Van dwang van de zijde van verdachte is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake geweest.
Los van het voorgaande acht de rechtbank van belang voor de hoogte van de op te leggen straf, dat betrokkene op drie maanden na 16 jaar oud was en zich blijkens de zich in het dossier bevindende MSN-overzichten reeds uitvoerig met sex bezighield. Zij had hierover ook MSN-contact met een 21-jarige achterbuurjongen.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een voorwaardelijke taakstraf geboden is. Gelet met name op de hiervoor weergegeven overwegingen komt de rechtbank tot een aanmerkelijk lagere straf dan de officier van justitie heeft gevorderd.
Benadeelde partij [benadeelde partij]
Naar het oordeel van de rechtbank is de vordering niet van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding, nu de rechtbank ervan uitgaat dat betrokkene heeft ingestemd met de ontuchtige handelingen. De benadeelde partij zal dan ook niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 14b, 14c, 14d, 22c, 22d en 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot:
* een taakstraf bestaande uit 80 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 40 dagen zal worden toegepast, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren arbeid per dag voor de in verzekering doorgebrachte dagen.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij] niet ontvankelijk is in haar vordering en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter, en mr. B.I. Klaassens en mr. C.M.M. Oostdam, rechters, in tegenwoordigheid van mr. I. de Greef, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 09 december 2008, zijnde mr. B.I. Klaassens buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.