ECLI:NL:RBASS:2008:BF9116

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
16 september 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830136/08
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dwang tot seksuele gemeenschap en verkrachting tijdens verblijf in Turkije

In deze zaak heeft de rechtbank Assen op 16 september 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het dwingen van de aangeefster tot seksuele gemeenschap tegen haar wil. De feiten vonden plaats in Turkije en in Rolde, waar de verdachte de aangeefster onder druk zette door middel van geweld en bedreiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de aangeefster in een kwetsbare positie heeft gebracht, waarbij geweld een rol speelde in hun seksuele relatie. De aangeefster heeft verklaard dat zij tijdens de incidenten niet instemde met de seksuele handelingen, terwijl de verdachte dit ontkende en stelde dat er sprake was van wederzijdse instemming. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster en getuigen zorgvuldig gewogen, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor de meest ernstige aanklachten van verkrachting. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten, maar achtte de verdachte wel strafbaar voor de onder 2 primair tenlastegelegde feiten. De rechtbank legde een taakstraf op van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf, met bijzondere voorwaarden waaronder reclasseringstoezicht en ambulante behandeling voor alcoholproblematiek. Tevens werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830136-08
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 16 september 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,
wonende te [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 02 september 2008.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door Mr. M. Alta, advocaat te Hoogeveen.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 20 mei 2008 te Rolde, gemeente Aa en Hunze, door geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een)
handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel
binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer]
gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes,
penis in de vagina en/of anus van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] op een matras heeft gegooid/getrokken en/of
- met die [slachtoffer] in worsteling is gegaan/geraakt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "als je mij pijn doet ga ik jou ook pijn
doen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] in de houdgreep heeft genomen en/of
- is doorgegaan met zijn handelingen ondanks het door die [slachtoffer] geboden
lichamelijk en/of verbaal verzet
- gebruik heeft gemaakt van zijn psychische en/of fysieke overwicht op die
[slachtoffer]
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 20 mei 2008 te Rolde, gemeente Aa en Hunze,, door geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van
een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
penis in de vagina en/of anus van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- die [slachtoffer] op een matras heeft gegooid/getrokken en/of
- met die [slachtoffer] in worsteling is gegaan/geraakt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "als je mij pijn doet ga ik jou ook pijn
doen", althans woorden van gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] in de houdgreep heeft genomen en/of
- is doorgegaan met zijn handelingen ondanks het door die [slachtoffer] geboden
lichamelijk en/of verbaal verzet
- gebruik heeft gemaakt van zijn psychische en/of fysieke overwicht op die
[slachtoffer]
art 246 Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 15 april 2008 tot en met 23 april 2008 te Alanya, althans in Turkije door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het
ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit
het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte
die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes,
penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- tegen die [slachtoffer] aan is gaan staan en/of
- met die [slachtoffer] in worsteling is gegaan/geraakt en/of
- het hoofd van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en tegen een muur heeft
gedrukt/geduwd en/of
- die [slachtoffer] aan de hoofdharen heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer] op een bed heeft gegooid en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "doe je kleren uit" , althans woorden van
gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] van de door haar gedragen kleding heeft ontdaan en/of
- is doorgegaan met zijn handelingen ondanks het door die [slachtoffer] geboden
lichamelijk en/of verbaal verzet en/of
- gebruik heeft gemaakt van zijn psychische en/of fysieke overwicht op die
[slachtoffer]
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 15 april 2008 tot en met 23 april 2008 te Alanya, althans in Turkije, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met
geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het
plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit
penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- tegen die [slachtoffer] aan is gaan staan en/of
- met die [slachtoffer] in worsteling is gegaan/geraakt en/of
- het hoofd van die [slachtoffer] heeft vastgepakt en tegen een muur heeft
gedrukt/geduwd en/of
- die [slachtoffer] aan de hoofdharen heeft getrokken en/of
- die [slachtoffer] op een bed heeft gegooid en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "doe je kleren uit" , althans woorden van
gelijke aard en/of strekking en/of
- die [slachtoffer] van de door haar gedragen kleding heeft ontdaan en/of
- is doorgegaan met zijn handelingen ondanks het door die [slachtoffer] geboden
lichamelijk en/of verbaal verzet en/of
- gebruik heeft gemaakt van zijn psychische en/of fysieke overwicht op die
[slachtoffer];
art 246 Wetboek van Strafrecht
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
De verdachte dient van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht met name niet bewezen, dat verdachte aangeefster [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van de seksuele handelingen zoals die staan omschreven in de tenlastelegging. In de seksuele relatie tussen verdachte en aangeefster speelde de component geweld een rol. Aangeefster verklaart dat zij die avond veel alcohol had gedronken en niet meer precies weet wat er allemaal gebeurd is. Uit de stukken blijkt onvoldoende dat aangeefster heeft aangegeven dat zij die dag geen seksueel contact met verdachte wou hebben. Tevens is niet gebleken dat het voor verdachte duidelijk moest zijn dat aangeefster geen seks met hem wou hebben, te minder nu hun seksuele omgang niet gespeend was van enig geweld.
Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal van politie Drenthe, dossiernummer: PL032E/08-502730 houdt onder meer in:
- op pagina 31ev, de verklaring van Aangeefster [slachtoffer]: Aangeefster heeft verdachte [verdachte] medio 2005 leren kennen. Ze kregen een relatie. Voor de vakantie in Turkije van 15 april 2008 tot 23 april 2008 was de relatie uit. In de hotelkamer begon [verdachte] haar te slaan. Er ontstond een worsteling. Hij gooide haar heen en weer. Hij heeft haar aan de haren getrokken. [verdachte] gooide haar op bed en begon haar te wurgen. Aangeefster werd bij de keel gegrepen. Zij zag kans om een stelletje dat zij hadden ontmoet in de vakantie te bellen. Verdachte zei tegen haar: "doe je kleren uit". Aangeefster begon te huilen. [verdachte] heeft haar kleding uitgedaan. Hij heeft haar hardhandig en grof vaginaal gepenetreerd met zijn penis. Aangeefster heeft gezegd dat zij niet wou en dat het zeer deed.
- op pagina 69ev, de verklaring van getuige [getuige 1]: Aangeefster heeft zeer emotioneel aan getuige verteld dat [verdachte] haar in Turkije eind april 2008 heeft gedwongen tot seks.
- op pagina 92ev, de verklaring van getuige [getuige 2]: getuige bevestigt het verhaal van aangeefster dat er 's nacht is gebeld naar hun hotelkamer en dat hij gerommel hoorde.
- op pagina 110ev, de verklaring van verdachte: Verdachte verklaart dat [slachtoffer] mogelijk in de hotelkamer in Turkije geen seks wou hebben. Ze stribbelde tegen. Mogelijk heeft ze gehuild. Verdachte verklaart dat hij niet zichzelf was. Hij is met zijn geslachtsdeel in haar vagina geweest. Verdachte verklaart dat hij haar naderhand zijn excuses heeft aangeboden.
- op pagina 136ev, de verklaring van verdachte: Verdachte verklaart dat hij in Turkije boven op [slachtoffer] is gesprongen op bed en hij haar heeft vastgehouden. Hij heeft zijn hand op haar keel gelegd. Verdachte heeft [slachtoffer] vaginaal gepenetreerd. Zij was er niet al te blij mee. Het was niet zoals een normale seksbeurt.
Nadere bewijsoverwegingen
Anders dan door de raadsvrouw van verdachte is betoogd acht de rechtbank het tenlastegelegde feit onder 2 primair op basis van voormelde bewijsmiddel wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft in zijn verklaring bij de politie uitgebreid en gedetailleerd verklaard dat hij aangeefster heeft verkracht. De verklaring van verdachte komt in hoge mate en op essentiële onderdelen overeen met de verklaring die door aangeefster is afgelegd. Verdachte heeft zelf verklaard dat hij na de verkrachting zijn excuses aan aangeefster heeft aangeboden.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 15 april 2008 tot en met 23 april 2008 te Alanya in Turkije door geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], hebbende verdachte die [slachtoffer] gedwongen te dulden dat verdachte zijn, verdachtes, penis in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd/gebracht, en bestaande dat geweld hierin dat verdachte
- tegen die [slachtoffer] aan is gaan staan en
- met die [slachtoffer] in worsteling is gegaan en
- die [slachtoffer] aan de hoofdharen heeft getrokken en
- die [slachtoffer] op een bed heeft gegooid en
- tegen die [slachtoffer] heeft gezegd: "doe je kleren uit",
- die [slachtoffer] van de door haar gedragen kleding heeft ontdaan en
- is doorgegaan met zijn handelingen ondanks het door die [slachtoffer] geboden lichamelijk en verbaal verzet en
- gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [slachtoffer].
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
De verdachte zal van het onder 2 primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificatie
Het sub 2 primair bewezen verklaarde levert op:
verkrachting,
strafbaar gesteld bij artikel 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straffen in aanmerking:
- de aard en de ernst van het gepleegde feit;
- de omstandigheden waaronder dit feit is begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon
van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie, mr. C.C. Westerling-Diderich. De officier van justitie
heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en feit 2 primair wordt
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden, waarvan 8 maanden
voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarden:
reclasseringstoezicht, hetgeen mede een ambulante behandeling kan inhouden en een
contactverbod met het slachtoffer [slachtoffer]. Tevens heeft de officier van justitie gevorderd
dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] wordt toewezen ten bedrage van
€ 7570,-- en de schadevergoedingsmaatregel wordt opgelegd;
- het pleidooi van de raadsvrouw van de verdachte;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 23 mei 2008, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld.
De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij aangeefster tegen haar zin tijdens hun verblijf in Turkije heeft gedwongen tot het hebben van seksuele gemeenschap met hem. De seksuele relatie tussen beiden wordt door hen omschreven als ruigere seks, waarbij geweld een rol speelt. Tijdens de verkrachting heeft verdachte ten opzichte van aangeefster geweld gepleegd, dat afweek van het normale patroon binnen hun relatie. Aangeefster heeft duidelijk aangegeven dat zij toen geen seks met verdachte wou hebben, terwijl verdachte verklaarde dit ook te hebben geweten. Verdachte is desondanks het lichaam van aangeefster seksueel binnengedrongen. De rechtbank zal, gelet op de eerder omschreven enigszins gecompliceerde seksuele relatie, in afwijking van de oriëntatiepunten voor de straftoemeting, aan verdachte geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een taakstraf, in de vorm van een werkstraf voor het maximaal aantal uren geboden is. Tevens zal de rechtbank een voorwaardelijke gevangenisstraf met reclasseringstoezicht, hetgeen mede een ambulante behandeling kan inhouden, opleggen. De rechtbank is van oordeel dat het wenselijk is dat verdachte aan zijn alcoholproblematiek werkt, te meer nu verdachte het bewezenverklaarde feit onder invloed van alcohol heeft gepleegd.
Benadeelde partij [slachtoffer]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot na te noemen bedrag, zijnde € 144,55 materiële schade en € 1000,-- als voorschot van de immateriële schade, voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en tot na te noemen bedrag voor toewijzing vatbaar. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering, voor dit deel kan de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Schadevergoedingsmaatregel
Met betrekking tot het onder 2 primair bewezen verklaarde feit acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht tot na te noemen bedrag aansprakelijk voor de schade, die door het strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 27 en 36f van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1 primair en subsidiair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 2 primair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 2 primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot
Een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt,
of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de afdeling Verslavingsreclassering van Tactus Verslavingszorg, zolang deze instelling onder goedkeuring van de Stichting Reclassering Nederland, arrondissement Assen, zulks nodig oordeelt, hetgeen mede kan inhouden dat verdachte zich ambulant laat behandelen bij het centrum voor forensische psychiatrie De Waag of een soortgelijk centrum, met opdracht aan de reclasseringsinstelling ingevolge art. 14d van het Wetboek van Strafrecht.
een taakstraf bestaande uit 240 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren arbeid per dag voor de in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebrachte dagen.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van de som van € 1144,55 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat zij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], een bedrag van € 1144,55 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 22 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en
verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.A.A.M. van Veen, voorzitter en mr. B.I. Klaassens en mr. M.A.F. Veenstra, rechters in tegenwoordigheid van J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 16 september 2008, zijnde mr.Veenstra buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.