De aangifte van [naam slachtoffer]d.d. 5 oktober 2007 (pagina 168 e.v. van het proces-verbaal met dossiernummer PL032E/07-182622 van de Politie Drenthe, District Zuidoost, Recherche Zuidoost) inhoudende:
Verbalisant (V): Je rijdt de Oude Dijk op. Wat gebeurt er dan?
Antwoord aangeefster (A): Dan kom ik voorbij een aantal bossen/struiken. Dan kom ik bijna bij de ingang van de Boermastreek. Die zit aan de rechterkant van de weg. Dan zie ik een man zijn behoefte doen. Hij staat te plassen.
V: Wat gebeurt er dan?
A: Hij deed snel zijn gulp dicht en gaat op het fietspad staan. Ik ben dan twee meter bij hem vandaan en ik fiets op het fietspad. Ik rem af. Ik sta nog niet stil en dan pakt hij mij beet. Hij pakt mij beet bij mijn rechter onderarm.
V: Hoe staat hij op het fietspad?
A: Met zijn armen wijd. Hij staat met zijn gezicht naar mij toe.
V: Hoe pakt hij jouw arm vast?
A: Met twee handen.
V: Wat doe jij?
A: Ik schreeuw en verzet mij. Ik schreeuw help. Ik wil dit niet. En laat mij los.
V: Hoe ben je op dat moment?
A: Onrustig en heel erg bang.
V: Wat doet hij dan?
A: Hij probeert mij in de auto te duwen.
V: Hoe kom je van die fiets af?
A: Hij trekt mij van de fiets af en mijn fiets komt daardoor te vallen. Ik struikel maar blijf wel op de been. En dan ontstaat er een worsteling. Ik heb geschopt en geslagen. Ik schreeuw dan help en laat me los en ik wil weg.
V: Hoe probeert hij jou de auto in te krijgen?
A: Hij heeft mij met twee handen vast bij mijn armen en trekt aan mij. Hij trekt mij naar de rechterkant van de auto. Hij opent het achterportier en trekt mij naar de achterbank.
Als ik op de achterbank word geduwd dan zegt hij in het Duits iets van : "Liggen blijven". Als ik op de achterbank lig kom ik steeds weer overeind. Ik word telkens door hem teruggeduwd. Maar dan zie ik een mes. Dit mes duwt hij tegen mijn keel aan. En dan blijf ik wel liggen. Ik weet niet waar hij het mes vandaan heeft gehaald. Ik weet wel hoe het mes er uit ziet. Het mes was inklapbaar en het handvat was zilver. Het was een vies mes. Het was geen nieuw mes. Hij was gebruikt. Ik denk dat het mes uitgeklapt zo'n twintig centimeter was.
V: Wat zegt hij tegen jou als het mes op je keel wordt gezet?
A: Nog iets in de trant van liggen blijven. Als ik dat mes zie blijf ik wel liggen.
V: Hoe gaat het dan verder?
A: Hij sluit het achterportier. Loopt dan voor de auto langs en stapt in.
V: Waar ben je overeind gekomen?
A: Meteen toen hij wegreed. Ik ben vaak overeind gekomen. De man duwde mij dan terug. Op een gegeven moment mocht ik voorin komen zitten.
V: Wat doet hij dan?
A: Hij stopt. Hij zet de motor uit door de sleutels om te draaien.
Hij zegt helemaal niets.
Ik dacht dit is niet goed. Ik kon niet uit de auto, want de deur zat op slot. Ik wist dat omdat de deur niet open wilde. Ik begon aan de handel te trekken.
V: Hoe reageerde hij daarop?
A: Hij moest lachen.
V: Wat deed hij toen?
A: Hij deed de passagiersstoel achteruit.
Hij zei dat ik mijn kleren uit moest doen.
V: Wat heb jij toen gezegd?
A: Ik heb van alles geschreeuwd, maar dat weet ik niet meer. Ik was doodsbang.
V: Waar is hij als hij op jouw broek wijst?
A: Dan zit hij op zijn stoel. En hij trekt zijn schoenen en zijn broek uit.
V: Wat doet hij dan?
A: Dan stapt hij over naar mijn kant.
Dan zet hij mijn voeten op het dashboard.
Dan doet hij zijn onderbroek naar beneden.
Hij buigt zich over mij heen.
Hij wrijft zich tegen mij aan met zijn geslachtsdeel. Hij wrijft tegen mijn geslachtsdeel.
Hij gaat met zijn vinger naar binnen in mijn geslachtsdeel.
V: Wat voel je dan?
A: Pijn.
V: Wat denk je dan?
A: Dat ik het niet overleef.
V: Hij gaat met zijn vinger bij jou naar binnen. Wat doet hij dan?
A: Hij gaat heen en weer. En haalt zijn vinger er weer uit. Dan gaat hij met zijn geslachtsdeel bij mij naar binnen.
V: Wat kan je vertellen over wat je voelde?
A: Pijn.
V: Wat doet hij met zijn geslachtsdeel als hij in jouw geslachtsdeel is?
A: Hij gaat heen en weer. Dit duurt niet lang. Een minuut denk ik.
V: Wat doet hij nog meer?
A: Hij heeft mij ook nog gezoend. Dat doet hij als zijn geslachtsdeel bij mij naar binnen is. Hij heeft mij getongzoend.
Hij schuift mijn t-shirt naar boven. Hij zuigt aan mijn borsten.
V: Waar?
A: Tepels.
De verklaringen van de verdachte op respectievelijk 4, 8, 9, 17 en 27 oktober 2007 (pagina 81 e.v. van het proces-verbaal met dossiernummer PL032E/07-182622 van de Politie Drenthe, District Zuidoost, Recherche Zuidoost) inhoudende:
V: Ben je met je vingers ook in haar geweest?
A: Ja een keer. Toen heb ik hem er ook meteen weer uitgedaan, ze had pijn en toen ben ik meteen gestopt. Ze zei ik ben nog maagd en ik heb gezegd je bent veel te jong. (pag.114)
V: De reden op de vingers terug te trekken was omdat ze pijn had?
A: Ja, ze zei ik ben maar 14. (pag. 115)
(...)
V: Wat gebeurt er als het meisje er aan komt?
A: Ik geloof dat ik haar heb meegenomen. (pag. 136)
Toen zei zij me dat zij bang was. Ik geloof dat zij eerst achterin zat.
V: Hoe is zij van de fiets gekomen?
A: Ik zal haar gestopt hebben. Het meisje kan er niets aan doen. Ik schaam mij. Het kind kan er niets aan doen. Toen ik tot bezinning kwam heb ik haar teruggebracht. (pag. 137)
V: Hoe komt zij in de auto?
A: Ik heb haar meegenomen.
Ik denk dat ik de deur van de auto heb opengemaakt. Ik geloof niet dat zij vrijwillig is meegegaan. (pag. 138)
V: Heeft u haar bedreigd:
A: Dat zou kunnen.
V: Waarmee?
A: Dat weet ik niet.
V: Hoe is het gelukt haar in de auto te houden?
A: Ze kon er niet meer uit. Het portier achter de bestuurder heb ik altijd op slot. Ik denk dat ik het andere portier dichtgedaan heb. De auto heeft kindersloten. Dan kan je de portieren niet van binnen openen. De ramen zijn elektrisch. Het is mogelijk dat het kinderslot van het portier achter de passagierszijde ook was ingeschakeld. Zij kon er niet uit. Ik denk dat zij het wel heeft geprobeerd. (pag. 140)
(...)
V: We gaan terug naar het verhaal van vanmorgen. U zegt op een gegeven moment dat het meisje voorin de auto mag zitten. Waarom mag zij voorin?
A: Omdat zij bang was. (pag. 147)
V: Wat is er toen gebeurd?
A: Ik ben toen het meisje toegetreden. Ik wilde haar kussen maar dat wilde zij niet. Ik wilde haar strelen maar dat wilde zij ook niet. Het was op een gegeven moment dat ik tegen haar heb gezegd dat ik met haar wilde slapen en haar wilde aanraken. Seksueel slapen kan ik niet. Ik heb toen haar borst gepakt geloof ik. Ik heb mijzelf voorgesteld dat het de dochter van [naam persoon] was. Ik wilde haar bang maken. Dat zij het aan vader zou vertellen. Ik heb haar toen ook gezegd dat zij haar broek uit moest doen. Ik wilde haar alleen maar aanraken. Ik heb haar toen tussen de benen gegrepen. (pag. 148)
V: Waar was ze bang voor?
A: Dat ik haar pijn zou doen.
V: Hoe ging dat dan?
A: Ik heb met mijn linkerhand haar rechterborst vastgepakt. Ik heb haar gestreeld. Dat was onder de BH op haar huid. Ik heb toen haar borst gekust.
V: Hoe reageerde zij daarop?
A: Zij heeft het over zich heen laten komen.
V: Waar was zij?
A: Op de bijrijders stoel en ik was op mijn eigen stoel. Haar stoel was naar beneden.
V: Wat is er verder gebeurd?
A: Ik heb geloof ik tegen haar gezegd dat zij haar broek uit moest doen.
V: Hoe reageerde zij?
A: Zij was bang.
V: U zegt dat zij haar broek uit moet doen. Doet zij dat ook?
A: Ja, maar niet graag.
V: Hoe zat het met haar bovenkleding?
A: Die had zij aan.
V: Hoe kon je dan bij haar borst komen?
A: Ik heb dat naar boven geschoven.
V: Hoe zat het met uw kleding?
A: Ik had mijn broek open gemaakt.
V: Wat wilde u dan?
A: Ik wilde alleen intimideren. (pag. 149)
V: U heeft uw broek open en zij ligt daar. Wat doet u dan?
A: Ik ben er toen op gaan liggen. Zij zei toen dat zij maagd was en dat zij pas veertien was. Ik ben er toen afgegaan en heb haar tussen de benen gegrepen. Ik weet de details niet helemaal meer. Ze had een panische angst.
V: U heeft uw broek los. U wilt haar intimideren. U wilt dan doen of u seks met haar heeft. Wat deed u?
A: Ik ben op haar gaan liggen. Zij lag op de stoel.
V: Waar was uw geslachtsdeel?
A: Die hing beneden.
V: Was uw geslachtsdeel uit uw broek?
A: Ja, ik had mijn broek uit.
V: U lag op het meisje en waar was dan uw geslachtsdeel?
A: Ik kan er niets mee. Ik lag op het meisje. Ik heb alleen met de vinger...
V: Wat heeft u met de vinger gedaan?
A: Ik heb haar bij haar geslachtsdeel gepakt. Ik wilde naar binnen, niet al te ver. Ik wilde haar geen pijn doen. Ik denk dat ik met mijn middelvinger in haar geslachtsdeel ben gegaan. Mijn vinger is ongeveer 3 cm naar binnen gegaan. Daarna heb ik haar geslachtsdeel gestreeld.
V: Toen de vinger in haar geslachtsdeel was, heeft u toen nog bewegingen met de vinger gemaakt?
A: Dat zou kunnen.
V: Heeft u geprobeerd met uw geslachtsdeel in haar geslachtsdeel binnen te dringen?
A: Ja, maar dat gaat niet meer. Ik kan mijn geslachtsdeel niet meer hard krijgen. Ik heb wel met mijn geslachtsdeel tegen haar geslachtsdeel aangezeten. (pag. 150)
V: Heeft u messen?
A: Ja, in de bijrijders deur zitten tapijtmessen.
V: Andere messen?
A: Het kan zijn dat er een zakmes in de auto ligt. (pag. 152)