ECLI:NL:RBASS:2008:BC3847

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
1 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830156/06
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in zaak van geweld en vrijheidsberoving met betrekking tot seksuele intimidatie

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Assen op 1 februari 2008, stond de verdachte terecht voor de tenlastelegging van geweld en vrijheidsberoving met betrekking tot seksuele intimidatie van de aangeefster. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangeefster, een buurman die geschreeuw had gehoord, en de medische verklaring van de GGD in overweging genomen. Ondanks de overtuiging dat er een schermutseling heeft plaatsgevonden, heeft de rechtbank niet de overtuiging gekregen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan. De medische verklaring van de GGD ondersteunde het geweld niet, en er ontbrak ander direct bewijs. De verdachte ontkende de beschuldigingen, wat leidde tot de conclusie dat de bewijsvoering niet wettig en overtuigend was.

Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 18 januari 2008, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat. De officier van justitie achtte de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen, maar de rechtbank kwam tot een andere conclusie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte van de tenlastegelegde feiten moest worden vrijgesproken, omdat de bewijsvoering niet voldeed aan de vereisten. De rechtbank gelastte ook de teruggave van een in beslag genomen bedlaken aan de verdachte, nu hij was vrijgesproken van de beschuldigingen.

De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechtbank in het waarborgen van een eerlijk proces. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten, wat een belangrijke uitkomst is voor de verdachte en zijn verdediging.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830156-06
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 1 februari 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats en -land verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1985,
wonende [adres verdachte]
.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 18 januari 2008.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. M. Baijens, advocaat te Oude Willem.
De officier van justitie mr. M.A.A. van Capelle acht hetgeen onder 1. primair en onder 2. is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
* gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met
een proeftijd van 2 jaren;
* onttrekking aan het verkeer van het inbeslaggenomen bedlaken.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 18 juni 2006 te Assen ter uitvoering van het door verdachte
voorgenomen misdrijf om door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of
bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer] te dwingen
tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer],
- op het/een moment dat die [naam slachtoffer] de woning waarin zij en verdachte zich
bevonden, wilde verlaten de voordeur van die woning op slot heeft gedaan
en de sleutel van dat slot bij zich heeft gestoken en/of
- nadat die [naam slachtoffer] met haar gsm haar/een vriend had gebeld, die gsm van haar
heeft afgepakt en/of (daarbij) tegen haar heeft gezegd: "Dit had je dus
niet moeten doen, nu zal ik je daarvoor straffen", althans woorden van
gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- die [naam slachtoffer] op een bed heeft gegooid (waarbij zij met haar hoofd tegen een
muur aan kwam) en/of
- op die [naam slachtoffer] is gaan zitten en/of
- de mond en/of de neus van die [naam slachtoffer] (gelijktijdig) heeft dichtgedrukt
en/of dichtgeknepen en/of enige tijd dichtgedrukt/dichtgeknepen heeft
gehouden en/of
- de mond van die [naam slachtoffer] (meermalen) heeft opengetrokken en/of zijn vinger(s)
in haar mond en/of keel heeft gestoken en/of
- een wasmand, althans een zwaar voorwerp, op/tegen het gezicht, althans
tegen het hoofd, van die [naam slachtoffer] heeft gegooid en/of
- de door die [naam slachtoffer] gedragen broek en/of string naar beneden heeft getrokken
en/of
- zijn eigen broek uit heeft gedaan en/of
- die [naam slachtoffer] (opnieuw) op een bed heeft gegooid en/of
- (opnieuw) op die [naam slachtoffer] is gaan zitten en/of
- de benen van die [naam slachtoffer] uit elkaar heeft geduwd/getrokken en/of
- op die [naam slachtoffer] is gaan liggen en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd dat hij haar wilde neuken, althans
woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- met een arm de keel/hals van die [naam slachtoffer] heeft dichtgedrukt en/of
- (opnieuw) de neus en/of de mond van die [naam slachtoffer] (gelijktijdig) heeft
dichtgedrukt en/of
- die [naam slachtoffer] met een riem, althans een dergelijk voorwerp, heeft geslagen en/of
- die riem/dat voorwerp op de keel/hals van die [naam slachtoffer] heeft gelegd en (daarna)
strak heeft aangetrokken en/of
- (opnieuw) op die [naam slachtoffer] is gesprongen en/of
- (opnieuw) de keel van die [naam slachtoffer] heeft dichtgedrukt en/of
- gebruik heeft gemaakt van zijn fysieke overwicht op die [naam slachtoffer] en/of
- de door verdachte gepleegde handelingen heeft verricht ondanks het door
die [naam slachtoffer] geboden verzet,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 18 juni 2006 te Assen opzettelijk [naam slachtoffer] pijn en/of
letsel heeft toegebracht, door
- die [naam slachtoffer] op een bed te gooien (waarbij zij met haar hoofd tegen een
muur aan kwam) en/of
- de mond en/of de neus van die [naam slachtoffer] (gelijktijdig) dicht te drukken/knijpen
en/of dichtgeknepen en/of enige tijd dichtgedrukt/dichtgeknepen te
houden en/of
- de mond van die [naam slachtoffer] (meermalen) open te trekken en/of zijn vinger(s)
in haar mond en/of keel te steken en/of
- die [naam slachtoffer] een wasmand, althans een zwaar voorwerp, op/tegen het gezicht,
althans tegen het hoofd, te gooien en/of
- die [naam slachtoffer] (opnieuw) op een bed te gooien en/of
- de benen van die [naam slachtoffer] uit elkaar te duwen/trekken en/of
- de keel/hals van die [naam slachtoffer] dicht te drukken en/of
- (opnieuw) de neus en/of de mond van die [naam slachtoffer] (gelijktijdig) dicht te
drukken en/of
- die [naam slachtoffer] met een riem, althans een dergelijk voorwerp, te slaan en/of
- die riem/dat voorwerp op de keel/hals van die [naam slachtoffer] te leggen en (daarna)
die riem/dat voorwerp strak aan te trekken en/of
- (opnieuw) op die [naam slachtoffer] te springen en/of
- (opnieuw) de keel van die [naam slachtoffer] dicht te drukken;
2.
hij op of omstreeks 18 juni 2006 te Assen opzettelijk [naam slachtoffer] wederrechtelijk
van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, hebbende verdachte met
dat opzet
- op het/een moment dat die [naam slachtoffer] de woning waarin zij en verdachte zich
bevonden, wilde verlaten de voordeur van die woning op slot gedaan
en de sleutel van dat slot bij zich gestoken en/of
- nadat die [naam slachtoffer] met haar gsm haar/een vriend had gebeld, die gsm van haar
afgepakt en/of (daarbij) tegen haar gezegd: "Dit had je dus
niet moeten doen, nu zal ik je daarvoor straffen", althans woorden van
gelijke aard en/of strekking;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
De verdachte dient van het onder 1. primair en 1. subsidiair en onder 2. tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Ten aanzien van het onder 1. primair en subsidiair tenlastegelegde overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank is er, gezien de verklaring van aangeefster, de verklaring van buurman [naam buurman] die geschreeuw heeft gehoord, de medische verklaring van de GGD waaruit wel enig letsel blijkt en het proces-verbaal van bevindingen waaruit de gemoedstoestand van aangeefster direct na de gebeurtenissen blijkt, wel van overtuigd dat een schermutseling tussen verdachte en aangeefster heeft plaatsgevonden. Uit deze bewijsmiddelen heeft de rechtbank echter niet de overtuiging gekregen dat verdachte het onder 1. primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan. Het geweld dat tegen aangeefster zou zijn uitgeoefend wordt namelijk niet ondersteund door de medische verklaring van de GGD, terwijl ander (direct) bewijs hiervoor ontbreekt en verdachte het tenlastegelegde ontkent.
Zo zou verdachte aangeefster de mond hebben opengetrokken en de vingers in de mond of keel hebben gestoken. Van de door de GGD geconstateerde verwondingen (twee pijnlijke wondjes aan de binnenzijde van de bovenlip die sterk gelijken op aften) is niet met zekerheid te zeggen of deze een relatie hebben met de door aangeefster aangegeven gebeurtenissen.
Tevens zou verdachte een zware wasmand van ongeveer 5 kilo tegen de neus van aangeefster hebben gegooid. In haar verklaring op 30 juni 2006 (pagina 40 van het proces-verbaal) zegt aangeefster daardoor een klein blauw plekje op haar neus te hebben. De GGD heeft op 20 juni 2006 echter geen letsel geconstateerd aan de neus van aangeefster, terwijl een verwonding aan de neus op 20 juni 2006 duidelijker zichtbaar had moeten zijn dan op 30 juni 2006.
Daarnaast zou verdachte de keel/hals van aangeefster dichtgedrukt hebben. Uit het ambtelijk proces-verbaal (pagina 32) blijkt wel dat aangeefster lichte verkleuringen in de hals had, echter te licht om ze op een foto zichtbaar te maken. De GGD heeft echter geen letsel geconstateerd aan de hals van aangeefster, zelfs niet met behulp van een forensische lichtbron.
Ook zou verdachte aangeefster met een riem met metalen blokjes hebben geslagen en die riem op de keel/hals van aangeefster hebben gelegd en strak hebben aangetrokken. Zoals hiervoor al vermeld zijn in de hals van aangeefster slechts lichte verkleuringen geconstateerd door de politie, maar heeft de GGD geen letsel kunnen vaststellen. Aangeefster zegt in haar aanvullende verklaring op 20 juni 2006 (pagina 35) geslagen te zijn op de linker schouder en bovenarm. De GGD heeft wel letsel geconstateerd aan de schouder en (rechter)arm van aangeefster, maar ook dit letsel is niet rechtstreeks in verband te brengen met verwondingen, die zouden zijn ontstaan door het slaan met een riem.
Gelet op hetgeen hiervoor is geoordeeld omtrent het tenlastegelegde geweld, en omdat naast de verklaring van aangeefster geen (direct) bewijs beschikbaar is, is de rechtbank eveneens van oordeel dat dreiging met geweld en de andere feitelijkheden niet overtuigend zijn bewezen.
De rechtbank overweegt tevens nog dat getuige [naam getuige] zijn verklaring heeft afgelegd nadat hij de verklaring van aangeefster al had gelezen. De rechtbank kan daarom niet inschatten in hoeverre zijn verklaring uit eigen waarneming en bevinding bestaat.
De rechtbank acht het voorts zeer onwaarschijnlijk dat verdachte, door onder aan de pijpen van de broek te trekken en zonder daarbij de riem of sluiting van de broek te openen, in één beweging de broek en de string van aangeefster heeft uitgetrokken.
Ten aanzien van het onder 2. tenlastegelegde overweegt de rechtbank als volgt.
Uit de verklaring van aangeefster blijkt dat verdachte de deur van de woning op slot heeft gedaan en de sleutel bij zich heeft gestoken. Over wie de deur later heeft open gedaan verschillen de meningen. Aangeefster zegt dat ze zelf de deur heeft open gedaan. Verdachte en getuige [naam getuige] geven aan dat verdachte de deur heeft geopend. Getuige [naam getuige] heeft in zijn verklaring aangegeven dat de deurklink van de voordeur omhoog stond en dat dit inhoudt dat de deur met een sleutel op slot is gedraaid. Verdachte heeft ter zitting aangegeven dat de deur dicht is als je de deurklink omhoog doet, maar dat deze dan niet op slot is wanneer iemand zich binnen in de woning bevindt, maar enkel op slot is voor diegene die de deur van buitenaf wil openen. Uit de verklaringen van verdachte, aangeefster en getuige [naam getuige] wordt nergens gesproken over het feit dat de deur moest worden geopend met een sleutel voordat aangeefster naar buiten ging. Onduidelijk blijft dus of de deur wel of niet op slot was, hetgeen betekent dat niet bewezen kan worden dat verdachte aangeefster wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd of beroofd heeft gehouden.
Beslag
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomen bedlaken aan verdachte dient te worden teruggegeven, nu verdachte van het onder 1. primair en subsidiair en onder 2. tenlastegelegde is vrijgesproken.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 1. primair en subsidiair en onder 2. is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van het navolgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp:
- 1 bedlaken kleur wit.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Schoemaker, voorzitter en mr. O.J. Bosker en mr. A.M.E. van der Sluijs, rechters in tegenwoordigheid van A.D. Brinkman, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 1 februari 2008, zijnde mr. Van der Sluijs buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.