ECLI:NL:RBASS:2008:BC3514

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
5 februari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830259/07
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en ontuchtige handelingen met minderjarigen in Emmen

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 5 februari 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van verkrachting en ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met medeverdachten, op 15 september 2007 in Emmen, door geweld en bedreiging, [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft uitvoerig bewijs onderzocht, waaronder een filmopname die door een medeverdachte was gemaakt. Op deze opname was te zien dat de slachtoffers onder druk werden gezet door meerdere jongens, waarbij de slachtoffers niet uit vrije wil handelden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de slachtoffers, waaronder een minderjarige, niet in staat waren om vrijwillig in te stemmen met de handelingen die hen werden opgelegd. De verdachte is uiteindelijk veroordeeld voor medeplegen van feitelijke aanranding van de eerbaarheid en verkrachting, met een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld om een schadevergoeding van € 4939,57 te betalen aan het slachtoffer. De rechtbank heeft ook overwogen dat de voorlopige hechtenis van de verdachte moest voortduren, gezien de vrees voor collusie met getuigen. De zaak benadrukt de ernst van seksuele misdrijven en de bescherming van minderjarigen tegen dergelijke daden.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830259-07
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 5 februari 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte]
geboren te [geboorteplaats en -land verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1989,
wonende te [woonplaats verdachte],
thans verblijvende in het huis van bewaring te [plaats van detentie verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 21 december 2007 en 22 januari 2008.
De verdachte is verschenen ter terechtzitting van 22 januari 2008 en werd bijgestaan door mr. I.M. Weijers, advocaat te Emmen.
Tenlastelegging
De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting van 22 januari 2008 gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op of omstreeks 15 september 2007 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer] en/of [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande hierin, dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- de billen en/of de vagina/schaamstreek van die [naam slachtoffer] hebben/heeft betast en/of daarin hebben/heeft geknepen en/of
- de billen van die [naam slachtoffer] hebben/heeft betast en/of daarin hebben/heeft geknepen
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin, dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- die [naam slachtoffer] en/of die [naam slachtoffer], die daar fietste(n), tot stoppen hebben/heeft gedwongen en/of
- om die [naam slachtoffer] en/of die [naam slachtoffer] heen zijn gaan staan en/of
- die ontuchtige handelingen overwachts bij die [naam slachtoffer] en/of die [naam slachtoffer] hebben/heeft verricht;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 15 september 2007 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1993 en/of [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1993, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had(den) bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig betasten van
- de billen en/of de vagina/schaamstreek van die [naam slachtoffer] en/of
- de billen van die [naam slachtoffer].
2.
hij op of omstreeks 15 september 2007 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), hierin bestaande dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- de borsten en/of de billen en/of de vagina/schaamstreek van die [naam slachtoffer] hebben/heeft betast
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- die [naam slachtoffer], die daar fietste, tot stoppen hebben/heeft gedwongen en/of
- om die [naam slachtoffer] heen zijn gaan staan en/of
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft gestompt en/of geslagen en/of aan de haren getrokken en/of
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben/heeft gezegd: "Doe normaal, wij doen niets; als je niets wilt, dan dwingen wij je wel; dan pakken wij je in de bosjes", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
- die ontuchtige handelingen onverhoeds bij die [naam slachtoffer] heeft/hebben verricht;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 15 september 2007 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met [naam slachtoffer], geboren op [geboortedatum slachtoffer] 1992, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, hierin bestaande, dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- de borsten en/of de billen en/of de vagina/schaamstreek van die [naam slachtoffer] hebben/heeft betast.
3.
hij op of omstreeks 15 september 2007 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hierin bestaande dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- de borsten van die [naam slachtoffer] hebben/heeft betast en/of
- hun/zijn penis door die [naam slachtoffer] hebben/heeft laten aanraken/vasthouden
en/of
- zich door die [naam slachtoffer] hebben/heeft laten aftrekken en/of
- met hun/zijn penis tegen de mond van die [naam slachtoffer] hebben/heeft geslagen
en/of
- hun/zijn penis in de mond van die [naam slachtoffer] hebben/heeft geduwd/gedrukt
en/of
- hun/zijn vinger(s) in de vagina van die [naam slachtoffer] hebben/heeft geduwd/gedrukt en/of
- hun/zijn penis in de vagina van die [naam slachtoffer] hebben/heeft geduwd/gedrukt,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft vastgepakt en/of
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft meegevoerd en/of
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft vastgehouden en/of
- aan de door die [naam slachtoffer] gedragen kleding hebben/heeft getrokken en/of
- die [naam slachtoffer] op de knieën hebben/heeft gedrukt/gedwongen en/of
- het hoofd van die [naam slachtoffer] naar beneden hebben/heeft gedrukt/geduwd en/of
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft bevolen hem/hen met de mond te bevredigen en/of
- de hand(en) van die [naam slachtoffer] naar hun/zijn penis hebben/heeft gebracht en/of
- die [naam slachtoffer] (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding hebben/heeft ontdaan en/of
- die [naam slachtoffer] tegen een deur en/of een muur aan hebben/heeft geduwd en/of
- gebruik hebben/heeft gemaakt van het (numerieke en/of fysieke) overwicht van verdachte en zijn mededader(s) op die [naam slachtoffer],
en/of (aldus) voor die [naam slachtoffer] een bedreigende situatie hebben/heeft doen ontstaan;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op of omstreeks 15 september 2007 te Emmen, althans in de gemeente Emmen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), hierin bestaande dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- de borsten van die [naam slachtoffer] hebben/heeft betast en/of
- hun/zijn penis door die [naam slachtoffer] hebben/heeft laten aanraken/vasthouden en/of
- zich door die [naam slachtoffer] hebben/heeft laten aftrekken en/of
- met hun/zijn penis tegen de mond van die [naam slachtoffer] hebben/heeft geslagen
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte en/of (een of meer van) zijn mededader(s)
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft vastgepakt en/of
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft meegevoerd en/of
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft vastgehouden en/of
- aan de door die [naam slachtoffer] gedragen kleding hebben/heeft getrokken en/of
- die [naam slachtoffer] op de knieën hebben/heeft gedrukt/gedwongen en/of
- het hoofd van die [naam slachtoffer] naar beneden hebben/heeft gedrukt/geduwd en/of
- die [naam slachtoffer] hebben/heeft bevolen hem/hen met de mond te bevredigen en/of
- de hand(en) van die [naam slachtoffer] naar hun/zijn penis hebben/heeft gebracht en/of
- die [naam slachtoffer] (gedeeltelijk) van de door haar gedragen kleding hebben/heeft ontdaan en/of
- die [naam slachtoffer] tegen een deur en/of een muur aan hebben/heeft geduwd en/of
- gebruik hebben/heeft gemaakt van het (numerieke en/of fysieke) overwicht van verdachte en zijn mededader(s) op die [naam slachtoffer],
en/of (aldus) voor die [naam slachtoffer] een bedreigende situatie hebben/heeft doen ontstaan.
De rechtbank zal, waar in de tenlastelegging staat "verdachte en/of zijn mededader(s)" lezen alsof daar staat "verdachte en/of zijn medeverdachte(n)". De term mededader namelijk impliceert dat verdachte ook als dader moet worden aangemerkt, hetgeen in strijd is met de presumptie van onschuld. Een verdachte dient tot aan het moment van onherroepelijke bewezenverklaring van het hem tenlastegelegde immers voor onschuldig te worden gehouden.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Het horen van aangeefster [naam aangeefster]
De getuige-deskundige Schönleber, psychiater van aangeefster [naam aangeefster], heeft ter terechtzitting van 22 januari 2008 desgevraagd verklaard dat aangeefster zeker het eerste half jaar niet kan worden gehoord in verband met haar blokkades. Het horen van aangeefster is, in haar toestand, niet alleen gevaarlijk maar ook nutteloos omdat ze niet kan benoemen wat er gebeurd is. Het is allerminst zeker dat aangeefster na dat half jaar kan worden gehoord en op welke termijn dat dan zou kunnen plaatsvinden.
De rechtbank acht het daarmee onaannemelijk dat aangeefster binnen een aanvaardbare termijn kan worden gehoord en ziet af van het oproepen van aangeefster [naam aangeefster] als getuige. Daarbij komt dat een "aanvaardbare termijn" in casu nog aanzienlijk dient te worden ingekort nu de belangen van gedetineerde minderjarigen in het geding zijn.
Ten overvloede overweegt de rechtbank nog het volgende:
een beslissing aangeefster [naam aangeefster] niettemin als getuige te horen zou, gezien de onzekerheid omtrent het tijdstip waarop dit verhoor zou kunnen plaatshebben, leiden tot een overweging de voorlopige hechtenis van de verdachte(n) te schorsen.
De rechtbank realiseert zich echter dat bij een schorsing één van de gronden die aan het bevel tot gevangenhouding ten grondslag zijn gelegd, herleeft, namelijk de vrees voor collusie: een redelijk vermoeden dat verdachte, wanneer hij in vrijheid zal worden gesteld, de getuige [naam getuige] zal trachten te (doen) bewerken. Dit vermoeden is zeker niet denkbeeldig omdat verdachte(n) het hem/hun onder 3. tenlastegelegde grotendeels ontkent/ontkennen en er voor hem/hen grote belangen op het spel staan.
Vorenstaande overwegingen zouden naar het oordeel van de rechtbank, ook bij de beslissing aangeefster [naam aangeefster] alsnog te horen, dan ook dienen te leiden tot het voortduren van de voorlopige hechtenis van de verdachte(n), waarmee het horen van de getuige [naam getuige], gelet op hetgeen hierboven is overwogen omtrent de onaannemelijkheid aangeefster binnen een aanvaardbare termijn te horen, geen reële optie meer is.
Bijzondere bewijsoverwegingen met betrekking tot feit 3.
De rechtbank heeft uit de wettige bewijsmiddelen en na uitvoerige en minutieuze bestudering van de door één van de medeverdachten vervaardigde filmopname de overtuiging verkregen dat [naam slachtoffer] niet uit vrije wil heeft meegewerkt.
Op de film is onder meer het volgende te zien en te horen: tenminste vier jongens staan zeer dicht om [naam slachtoffer] heen. Eén van hen filmt met zijn mobiele telefoon. Ze kijkt de jongens niet aan. Haar blik is afwerend en naar beneden gericht. Een jongen met een grijs vest aan pakt haar hand en leidt die naar zijn penis. Ze moet hem aftrekken. Deze jongen blijft daarbij haar pols/hand vasthouden. Een andere jongen wordt op dat moment al door [naam slachtoffer] afgetrokken. Nog een andere jongen staat achter haar en voelt met een vinger in haar kruis onder of tegen haar slipje. Haar broek is naar beneden. De jongen die wordt afgetrokken zegt: "doe maar in je mond. Ja?" [naam slachtoffer] zegt: "nee, nee, nee, ik ga niet meer zuigen (...) daar doe ik niet meer aan." Een andere jongen zegt: "waarom niet dan? Dat is het beste toch? Dat wíl je wel." Een ander zegt dirigerend: "hou die piemel vast dan."
[naam slachtoffer] bevindt zich op dat moment nog aan de achterzijde van de tandartspraktijk bij de praktijkingang (plaats delict 1). Dat is te zien aan de deur en het (sier)metselwerk (vgl. foto 6 op dossierpagina 067). Ze zit (nog) niet op haar hurken.
Tot zover de film.
Even later wordt [naam slachtoffer], aldus haar verklaring, op haar schouders gedrukt en gaat ze door de knieën.
Uit diverse verklaringen blijkt dat [naam slachtoffer] nadien, ondanks haar eerdere weigering, toch een aantal verdachten heeft gepijpt. Later, in het portaal van het pand, is zij door een verdachte gepenetreerd.
Door het numerieke en fysieke overwicht is voor [naam slachtoffer] een bedreigende situatie ontstaan, waarin zij wel weerstand bood, maar waarop geen acht is geslagen. De rechtbank acht daarmee bewezen dat [naam slachtoffer] door feitelijkheden is gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Dit levert verkrachting op.
Bewijsmiddelen
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1. primair, 2. primair en 3. primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 15 september 2007 in de gemeente Emmen tezamen en in vereniging met anderen door feitelijkheden [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande hierin, dat verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachten
- de billen en de schaamstreek van die [naam slachtoffer] hebben betast en/of daarin heeft geknepen
en bestaande die feitelijkheden hierin, dat verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachten
- die [naam slachtoffer] en die [naam slachtoffer], die daar fietsten, tot stoppen hebben gedwongen en
- om die [naam slachtoffer] heen zijn gaan staan en
- die ontuchtige handelingen onverwachts bij die [naam slachtoffer] hebben verricht.
2.
hij op 15 september 2007 in de gemeente Emmen tezamen en in vereniging met anderen door feitelijkheden [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, hierin bestaande dat verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachten
- de borsten en/of de billen en/of de schaamstreek van die [naam slachtoffer] hebben betast
en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachten
- die [naam slachtoffer], die daar fietste, tot stoppen hebben gedwongen en
- om die [naam slachtoffer] heen zijn gaan staan en
- dreigend tegen die [naam slachtoffer] hebben gezegd: "Doe normaal, wij doen niets; als je niets wilt, dan dwingen wij je wel; dan pakken wij je in de bosjes",
- die ontuchtige handelingen onverhoeds bij die [naam slachtoffer] hebben verricht.
3.
hij op 15 september 2007 in de gemeente Emmen tezamen en in vereniging met anderen door feitelijkheden [naam slachtoffer] heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [naam slachtoffer], hierin bestaande dat verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachten
- de borsten van die [naam slachtoffer] hebben betast en
- hun penis door die [naam slachtoffer] hebben laten aanraken en
- zich door die [naam slachtoffer] hebben laten aftrekken en
- hun penis in de mond van die [naam slachtoffer] hebben gedrukt en
- hun vingers in de vagina van die [naam slachtoffer] hebben gedrukt en
- de penis in de vagina van die [naam slachtoffer] heeft gedrukt,
en bestaande die feitelijkheden hierin dat verdachte en/of een of meer van zijn medeverdachten
- die [naam slachtoffer] hebben vastgepakt en
- die [naam slachtoffer] hebben meegevoerd en
- die [naam slachtoffer] hebben vastgehouden en
- aan de door die [naam slachtoffer] gedragen kleding hebben getrokken en
- die [naam slachtoffer] op de knieën hebben gedrukt en
- die [naam slachtoffer] hebben bevolen hen met de mond te bevredigen en
- de handen van die [naam slachtoffer] naar hun penis hebben gebracht en
- die [naam slachtoffer] gedeeltelijk van de door haar gedragen kleding hebben ontdaan en
- die [naam slachtoffer] tegen een muur aan hebben geduwd en
- gebruik hebben gemaakt van het numerieke en fysieke overwicht van verdachte en zijn medeverdachten op die [naam slachtoffer], en aldus voor die [naam slachtoffer] een bedreigende situatie hebben doen ontstaan.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. De in de bewijsmiddelen opgenomen andere geschriften zijn uitsluitend gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1. primair, 2. primair en 3. primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Met betrekking tot het onder 2. bewezen verklaarde heeft de rechtbank niet bewezen geacht dat [naam slachtoffer] is gestompt en/of geslagen en/of aan de haren is getrokken, omdat dit geweld niet is aangewend om [naam slachtoffer] te dwingen tot het dulden van de ontuchtige handelingen maar daarna heeft plaatsgehad. De rechtbank twijfelt er echter niet aan dat [naam slachtoffer] is mishandeld.
Kwalificaties
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
onder 1 en 2 telkens: medeplegen van feitelijke aanranding van de eerbaarheid,
telkens strafbaar gesteld bij artikel 246 in verbinding met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 3.: medeplegen van verkrachting,
strafbaar gesteld bij artikel 242 in verbinding met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht;
Strafbaarheid
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, luidende achttien maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarde van jeugdreclasseringstoezicht waaronder het volgen van de terugvalpreventie-training, niet-ontvankelijk verklaring van de benadeelde partij [naam benadeelde partij] en gedeeltelijke toewijzing van de civiele vordering van [naam benadeelde partij], tevens in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel, het pleidooi van de raadsvrouw van de verdachte, de oriëntatiepunten voor de straftoemeting ten aanzien van het onder 3. primair bewezen verklaarde feit en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 21 september 2007, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld, in aanmerking.
Verdachte heeft door de grove wijze waarop hij, samen met zijn medeverdachten, inbreuk heeft gemaakt op de lichamelijke integriteit van de nog jonge slachtoffers en met name die van [naam slachtoffer], blijk gegeven van een totaal gebrek aan inlevingsvermogen en respect. De rechtbank rekent hem dit zeer zwaar aan.
Daarbij overweegt de rechtbank dat verdachte zich op sleeptouw heeft laten nemen door een medeverdachte, die een initiërende rol heeft gespeeld bij de verkrachting van [naam slachtoffer] door haar bij de groep te introduceren en bij de overige medeverdachten een sfeer van ontlading van opgekropte lustgevoelens heeft opgeroepen waarbinnen de verkrachting van [naam slachtoffer] mogelijk werd. Voorts was verdachte van degenen die daadwerkelijk aan de seksuele handelingen hebben deelgenomen de enige meerderjarige. Hij had beter moeten weten.
De rechtbank acht een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf zeker op zijn plaats en zal de officier van justitie volgen in haar eis.
Benadeelde partij [naam benadeelde partij]
De rechtbank acht het gevorderde bedrag onvoldoende onderbouwd. De benadeelde partij zal niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Benadeelde partij [naam benadeelde partij]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot na te noemen bedrag voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en - bij wijze van voorschot - tot na te noemen bedrag voor toewijzing vatbaar. Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet ontvankelijk in haar vordering; voor dit deel kan de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Schadevergoedingsmaatregel
Met betrekking tot het onder 3. primair bewezen verklaarde feit acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer naar burgerlijk recht tot na te noemen bedrag aansprakelijk voor de schade, die door het strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1. primair, 2. primair en 3. primair tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1. primair, 2. primair en 3. primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden, waarvan een gedeelte groot drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van voormelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt,
of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Regio Noord Nederland, Arrondissement Assen, zolang deze instelling zulks nodig oordeelt, hetgeen mede inhoudt dat verdachte de terugvalpreventie-training zal volgen (in een andere groep dan de onderhavige), indien en zolang genoemde reclasseringsinstelling zulks nodig oordeelt, met opdracht aan die instelling ingevolge artikel 14d van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank gelast, op voorwaarde dat alle ongewenste gegevens vooraf worden verwijderd, de teruggave van een zwarte Samsung SGH-U600 gsm aan verdachte.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [naam benadeelde partij] niet ontvankelijk is in haar vordering en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank veroordeelt de verdachte hoofdelijk bij wijze van voorschot tot betaling aan de benadeelde partij [naam benadeelde partij] van de som van € 4939,57 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil, met dien verstande dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat zij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank legt aan de verdachte hoofdelijk de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [naam slachtoffer], een bedrag van € 4939,57 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 98 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft, en dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door één of meer medeverdachten is betaald, de verdachte in zoverre is bevrijd en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Münzebrock, voorzitter, en mr. J.J. Schoemaker en mr. M.A.F. Veenstra, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op dinsdag 5 februari 2008.