ECLI:NL:RBASS:2007:BC6733
Rechtbank Assen
- Kort geding
- M.C.D. Boon-Niks
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid in kort geding betreffende aanvaarding nalatenschap
In deze zaak, die op 19 december 2007 door de Rechtbank Assen is behandeld, hebben eisers in kort geding gevorderd dat gedaagde, een mede-erfgenaam, binnen tien dagen na dagtekening van het vonnis een keuze maakt voor het al dan niet aanvaarden van de nalatenschap van zijn grootvader. De eisers hebben daarbij een dwangsom van € 150,00 per dag gevorderd voor elke dag dat gedaagde deze keuze niet maakt, met een maximum van € 30.000,00. Daarnaast is gevorderd dat gedaagde een machtiging verleent aan eiser sub 6 om de nalatenschap af te wikkelen, eveneens onder een dwangsom. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat hij onbevoegd is om van de primaire vordering kennis te nemen, omdat er een bijzondere rechtsgang is voorgeschreven in artikel 4:192 BW voor het aanvaarden of verwerpen van een nalatenschap.
De voorzieningenrechter heeft ook de subsidiaire vordering tot benoeming van een vereffenaar afgewezen, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de verzoekschriftprocedure van artikel 4:204 lid 1 BW niet kan worden doorlopen. De rechter heeft geconcludeerd dat, aangezien gedaagde niet is verschenen, er geen proceskosten aan hem kunnen worden opgelegd. Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter zich onbevoegd verklaard van de primaire vordering onder I en de subsidiaire vordering kennis te nemen, en heeft hij de overige vorderingen afgewezen.