ECLI:NL:RBASS:2007:BC0121

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
18 december 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830222-07
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervalsing van identiteitsdragers en deelname aan een criminele organisatie in Assen

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 18 december 2007 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervalsen van identiteitsdragers en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte, geboren in 1977 en thans gedetineerd, werd ervan beschuldigd in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 26 augustus 2007 samen met anderen betaalpassen en waardekaarten te hebben vervalst met het oogmerk om zich te bevoordelen. Dit gebeurde bij het bedrijf Tuinland in Assen, waar de verdachte en zijn medeverdachten een printplaat in pinautomaten hadden aangebracht om gegevens van klanten te kopiëren.

De rechtbank oordeelde dat het vervalsen van identiteitsdragers een ernstig feit is dat het vertrouwen van consumenten in het elektronische betalingsverkeer ondermijnt. De verdachte werd ook beschuldigd van deelname aan een organisatie die tot doel had misdrijven te plegen, waaronder het skimmen van betaalpassen. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van achttien maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een zwaardere straf rechtvaardigde.

De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan poging tot opzettelijk vervalsen van betaalpassen en deelname aan een criminele organisatie. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank wees ook de verbeurdverklaring van enkele in beslag genomen voorwerpen af, omdat niet was aangetoond dat deze bij de misdrijven waren gebruikt. Dit vonnis benadrukt de ernst van cybercriminaliteit en de impact daarvan op de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19/830222-07
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 18 december 2007 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] 1977,
wonende te [woonplaats verdachte],
thans gedetineerd in het huis van bewaring te [plaats van detentie verdachte].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 4 december 2007.
De verdachte is verschenen. Hij werd bijgestaan door mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht.
De officier van justitie, mr. G.C. Bruins Slot, acht hetgeen onder 1. primair is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: vrijspraak voor het onder 2. aan verdachte tenlastegelegde, achttien maanden onvoorwaardelijke gevangenisstraf met aftrek van voorarrest ten aanzien van het onder 1. primair tenlastegelegde en verbeurd verklaring van de in beslag genomen hoofdlamp en onttrekking aan het verkeer van de overige in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij en/of (een) medeverdachte(n) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2007 tot en met 26 augustus 2007 in de gemeente Assen, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk (een) betaalpas(sen) en/of (een) waardekaart(en) en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaart(en) of voor het publiek beschikbare drager(s) van
identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten (een) bankpasje(s) en/of (een) creditcard(s), valselijk op te maken en/of te vervalsen met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) te bevoordelen,bij het bedrijf Tuinland aan/nabij de Borgstee te Assen, waar (een) door klanten van dat bedrijf voor het verrichten van betalingen te gebruiken pinautoma(a)t(en) door verdachte en/of een ander of anderen was voorzien van een printplaat, althans een samenstel van elektronica (voorzien van een stekkertje), met behulp waarvan gegevens, voorkomende op door klanten in die automa(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpasjes en/of creditcards en/of de door die klanten op die automa(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren pincodes, kon(den) worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen, op 26 augustus 2007 hebben/heeft geprobeerd bedoelde printplaat, althans bedoeld samenstel van elektronica, zodat die/dat door verdachte en/of die medeverdachte(n) en/of (een) anderen zou(den) kunnen worden uitgelezen, te verwijderen, terwijl de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2007 tot en met 26 augustus 2007 in de gemeente Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) door klanten van het bedrijf Tuinland aan/nabij de Borgstee voor het verrichten van betalingen te gebruiken pinautoma(a)t(en) en/of (een) printpla(a)t(en), althans een samenstel van elektronica (voorzien van een stekkertje) (met behulp waarvan gegevens, voorkomende op door klanten in die automa(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpasjes en/of creditcards en/of de door die klanten op die automa(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren pincodes, kon(den) worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen), voorhanden heeft gehad, waarvan hij en/of zijn mededader(s) wist(en) dat zij bestemd was/waren tot het plegen van enig in artikel 232, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht omschreven misdrijf;
althans, indien ook terzake van het laatstvermelde geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op of omstreeks 26 augustus 2007 te Assen, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een (bedrijfs)pand aan/nabij de Borgstee (Tuinland) weg te nemen een hoeveelheid (elektronische/digitale) gegevens, geheel of ten dele toebehorende aan het bedrijf Tuinland en/of aan klanten van die Tuinland, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot dat (bedrijfs)pand en/of tot de pinautoma(a)t(en), waarin die hoeveelheid gegevens zou zijn opgeslagen, te verschaffen en/of die weg te nemen gegevens onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen,
- zich door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming de toegang tot dat (bedrijfs)pand heeft verschaft en/of
- (een) printpla(a)t(en), althans een samenstel van elektronica, met behulp waarvan gegevens, voorkomende op door klanten in die automa(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren bankpasjes en/of creditcards en/of de door die klanten op na te noemen automa(a)t(en) ingevoerde en/of in te voeren pincodes, kon(den) worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen, welke printpla(a)t(en), althans welk samenstel van elektronica, tevoren door verdachte en/of (een) ander(en) was/waren aangebracht in (een) door klanten van die Tuinland voor het verrichten van betalingen gebruikte en/of te gebruiken pinautoma(a)t(en), heeft geprobeerd te verwijderen uit die pinautoma(a)t(en), terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2007 in de gemeente Assen, althans in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- het opmaken of vervalsen ('skimmen') van betaalpassen en/of waardekaarten (artikel 232 lid 1 Wetboek van Strafrecht) en/of
- het gebruik maken en/of voorhanden hebben van valse en/of vervalste betaalpassen en/of waardekaarten (artikel 232 lid 2 Wetboek van Strafrecht);
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Bijzondere bewijsoverwegingen
De raadsman van verdachte heeft onder meer als zijn uitdrukkelijk standpunt aangevoerd dat met betrekking tot het onder 1. primair tenlastegelegde sprake is van een absoluut ondeugdelijk middel, omdat de pinautomaten met daarin de vervalste printplaten zich niet meer in het pand bevonden. Zij waren immers al eerder losgekoppeld en overgebracht naar de technische recherche van de Noordelijke Recherche Eenheid. De handeling tot verwijdering van de skimapparatuur kon dus nooit leiden tot het gewenste resultaat omdat de pinautomaten zich niet meer in het pand bevonden. Er is, aldus de raadsman, sprake van een niet strafbare poging en verdachte dient te worden vrijgesproken van het hem tenlastegelegde.
De rechtbank kan zich met dit standpunt niet verenigen. Verdachte wist immers niet dat de pinautomaten met daarin de vervalste printplaten waren verwijderd. Van een absoluut ondeugdelijke poging zou pas sprake kunnen zijn indien verdachte, wetende dat de pinautomaten met daarin de vervalste printplaten waren verwijderd, niettemin een poging zou ondernemen de printplaten uit de pinautomaten te verwijderen.
Nu de tenlastegelegging zich richt op het verwijderen van de bedoelde printplaat is veeleer sprake van een relatief ondeugdelijke poging. Een poging is relatief ondeugdelijk als het gebruikte middel deugt en het object ook in orde is, maar de manier waarop beide tot elkaar worden gebracht niet (Schmidt I, p. 426,429). Geld pinnen met een ontvreemde bankpas levert diefstal door middel van valse sleutels op, tenzij men een verkeerde pincode gebruikt. In dat geval is sprake van poging tot diefstal door middel van valse sleutels (HR 7 oktober 2003, JOL 2003, 503). De Hoge Raad overwoog: het trachten geld op te nemen met een gestolen bankpas levert een strafbare poging tot diefstal door middel van een valse sleutel op, ook als de gebruiker de pincode niet kent en de onjuistheid van de gebezigde pincode de uitvoering onmogelijk maakt.
Een relatief ondeugdelijke poging levert dus, ook in het onderhavige geval, wel degelijk een strafbare poging op.
Bewijsmiddelen
Overeenkomstig de nader op te nemen bewijsconstructie.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht in tegenstelling tot de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte onder 2. is tenlastegelegd. Het is een feit van algemene bekendheid dat het op grote schaal opzettelijk valselijk opmaken of vervalsen van betaalpassen en waardekaarten met het oogmerk om vervolgens met die valse dragers van identiteitsgegevens langs automatische weg en bij voorkeur in het buitenland geld op te nemen, niet door één persoon wordt verricht maar in het kader van een (veelal internationaal) gestructureerd samenwerkingsverband plaatsvindt.
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1. primair en 2. tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij en/of een medeverdachte of medeverdachten in de periode van 1 augustus 2007 tot en met 26 augustus 2007 in de gemeente Assen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen opzettelijk betaalpassen en/of waardekaarten en/of enige andere voor het publiek beschikbare kaarten of voor het publiek beschikbare dragers van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, te weten bankpasjes en/of creditcards, valselijk op te maken of te vervalsen met het oogmerk om zich en een ander of anderen te bevoordelen, bij het bedrijf Tuinland aan de Borgstee te Assen, waar door klanten van dat bedrijf voor het verrichten van betalingen te gebruiken pinautomaten door verdachte en/of een ander of anderen waren voorzien van een printplaat (voorzien van een stekkertje), met behulp waarvan gegevens, voorkomende op door klanten in die automaten ingevoerde bankpasjes en/of creditcards en/of de door die klanten op die automaten ingevoerde pincodes, konden worden gekopieerd en/of opgeslagen en/of opgenomen, op 26 augustus 2007 hebben/heeft geprobeerd bedoelde printplaat, zodat die door verdachte en/of die medeverdachte(n) en/of (een) anderen zou kunnen worden uitgelezen, te verwijderen, terwijl de verdere uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 augustus 2007 in Nederland heeft deelgenomen aan een organisatie die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk:
- het opmaken of vervalsen ('skimmen') van betaalpassen en/of waardekaarten en
- het gebruik maken van valse of vervalste betaalpassen en/of waardekaarten.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1. primair meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificaties
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
onder 1. primair:
medeplegen van poging tot opzettelijk een betaalpas, waardekaart of enige andere voor het publiek beschikbare kaart en voor het publiek beschikbare drager van identiteitsgegevens, bestemd voor het verrichten of verkrijgen van betalingen of andere prestaties langs geautomatiseerde weg, valselijk opmaken of vervalsen, met het oogmerk zichzelf of een ander te bevoordelen, beschouwd als één voortgezette handeling,
strafbaar gesteld bij artikel 232 in verbinding met de artikelen 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 2: deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven,
strafbaar gesteld bij artikel 140 van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, waarbij de rechtbank ook diens proceshouding in beschouwing neemt, en voorts de eis van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman van verdachte in aanmerking. De rechtbank acht het (uiteraard) het goede recht van de verdachte te zwijgen. Dat de verdachte echter nimmer een poging heeft gedaan zijn verblijf op de plaats van het delict op het nachtelijke tijdstip enigszins te verklaren, betreurt de rechtbank ten zeerste. Daarbij komt dat de geconstateerde werkwijze van verdachte een zeer professionele indruk maakt.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur geboden is die fors uitgaat boven de eis van de officier van justitie. Het vervalsen van identiteitsdragers van consumenten die langs geautomatiseerde weg betalingen hebben verricht, met de bedoeling om de bankrekeningen van die consumenten te plunderen is immers zonder meer een zeer ernstig feit. Het ondermijnt het vertrouwen van de consument in het elektronische betalingsverkeer en leidt, zonder adequaat strafrechtelijk ingrijpen, uiteindelijk tot ontwrichting van deze vorm van betalingsverkeer met grote economische gevolgen op zowel het persoonlijke als het zakelijke vlak.
De rechtbank acht voorts bewezen dat verdachte in 2007 heeft deelgenomen aan een organisatie die het opmaken of vervalsen van betaalpassen en waardekaarten en het gebruik daarvan voor persoonlijk financieel gewin op grote schaal tot oogmerk had. Alleen al in de maand augustus 2007 werd voor ruim 380.000,-- euro in Frankrijk, België, Italië, Ierland en Duitsland met vervalste betaalkaarten geld opgenomen van bankrekeningen van een groot aantal gedupeerden die allen bij Tuinland langs automatische weg betalingen hadden verricht. Er is dan ook, waarschijnlijk helaas tot op de huidige dag, sprake van een slagvaardig en internationaal gestructureerd samenwerkingsverband.
Beslissing omtrent de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen
De officier van justitie heeft de verbeurd verklaring van een LED hoofdlamp en de onttrekking aan het verkeer van een slotentrekker, zendapparatuur, twee breekijzers, een autodeuropener en twee printplaatjes in plastic hoesjes gevorderd.
De rechtbank zal het gevorderde afwijzen. Niet gebleken is namelijk dat het bewezen verklaarde onder 1. met behulp van de hoofdlamp is begaan, terwijl de overige in beslag genomen voorwerpen niet van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang. De rechtbank zal daarom de teruggave van deze voorwerpen aan verdachte gelasten.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 27, 56 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1. primair en 2. tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1. primair meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van de navolgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen: een zwarte slotentrekker, drie trackers, een rood breekijzer, een blauw breekijzer, een autodeuropener van het merk Master, een LED hoofdlamp, een blauwe snijbrander, merk providus, en twee printplaatjes in plastic hoesjes.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Münzebrock, voorzitter, en mr. N.R. Boonstra en mr. M.R.M. Beaumont, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op dinsdag 18 december 2007. Mr. Beaumont is buiten staat dit vonnis binnen de door de wet gestelde termijn mede te ondertekenen.